Summary
Samenvatting organisatie van sport in Vlaanderen
- Course
- Institution
Samenvatting organisatie van sport in Vlaanderen
[Show more]
Seller
Follow
sharivandenbergh
Reviews received
Content preview
Organisatie van sport in VlaanderenModule 1: Wat is sport?
Inleiding
Bestaat er een definitie voor sport? Enkele mogelijke invullingen…
Handboek pagina 11!
Conclusie: Blijkbaar toch niet zo eenvoudig om sport te
definiëren?!
Sport definiëren? Drie beïnvloedingsfactoren! (HB P.12-13)
- Tijd (bv. Prehistorie jagen, Middeleeuwen gevechten, in België kwam
het kantelpunt in 1965, etc.)
- Plaats/context (bv. lokaal, nationaal, internationaal)
- Visie/standpunt (bv. Medicus = gezondheid, topcoach =
prestatie/aanzien, wandelaar = ontspanning, filosoof = zinvol
invullen vrije tijd, socioloog = sociaal functioneren, leerkracht LO =
kinderen doen sport)
Sport in Vlaander (Cesuur 1965) (HB P.13)
In 1965 was er een kantelpunt (= cesuur).
Sport in Vlaanderen voor 1965
- Sportlandschap: duidelijk onderscheid tussen sport en niet-sport.
- Context: enkel verenigingsleven.
- Type/aard: voetbal en wielrennen.
- Accent: wedstrijd en competitie.
- Profiel: jong, mannelijk talent, afgestemd op bepaalde
bevolkingsgroepen (= meritocratisch)
- Structuur en organisatie: eenvoudig en strakke reglementering
Sport in Vlaanderen na 1965
- Sportlandschap is onoverzichtelijk.
- Er wordt ook gesport buiten de context van de club/vereniging.
- Type/aard: meerdere sporten, meer keuze.
- Accent: meerdere doelen, wedstrijd maar ook voor de plezier,
ontspanning, etc.
- Profiel: sport voor iedereen!
- Structuur en organisatie: eenvoudig en complex.
Poging tot definiëring! Vier constituerende elementen
1. Bewegingselement
Het basiskenmerk, fysieke activiteiten maar wat met denksporten?
2. Ontspanningselement
, Sport is een vorm van ontspanning, sport in de kader van vrije tijd,
het is een vrije keuze maar wat met beroepssport, moet sport altijd
ontspannend zijn?
3. Wedstrijdelement
Verschil tussen sport en spel, sportieve confrontatie gericht op
wedstrijd maar hiermee sluit je alles uit dat niet competitief is dus
ook dit is niet genoeg.
4. Institutioneel element
Sport is een instituut waarbij regels, etc. vastliggen maar wat dan
met activiteiten zonder regels?
Sport is niet eenduidig te definiëren. Naast de 4 basiselementen nog
onderscheidt tussen enge definitie en brede definitie.
Enge definitie = “Ze refereert naar een beperkt aantal menselijke
activiteiten die technische beheersing, lichamelijke conditie en mentale
weerstand veronderstellen en die op algemene wijze in wedstrijdverband
beoefend worden.”
Brede definitie = “Ze vertrekt vanuit het vierde basiselement waarbij sport
beschouwd wordt als een geïnstitutionaliseerd sociaal verschijnsel. Het is
een sociaal fenomeen dat dynamisch en vluchtig is.”
Waarom dan toch een definitie van sport vormen?
Twee redenen:
- Het maakt het vergelijken tussen landen mogelijk.
- Wetenschappelijk onderzoek naar algemene sportparticipatie is
moeilijk als er geen duidelijke omschrijving is.
Algemene sportparticipatie
De actieve deelname door een ruim publiek aan
bewegingsactiviteiten met een sportief karakter gedurende
de vrije tijd, in een sportieve context en zonder een louter
utilitair karakter.
Meten is weten
Onderzoekers moeten zorgen dat dit meetbaar is, daarom moeten ze dit
operationaliseerbaar maken.
Bv. geslacht man en vrouw
Bv. leeftijd -18j, 18 - 60 en 60+
Dit zijn variabelen die geoperationaliseerd moeten worden om ze te linken
met ASP.
Er moet een duidelijk beeld zijn van de algemene sportparticipatie voor
men een doelgericht sportbeleid kan maken. Bv. het uitdelen van
subsidies.
Classificatie van sport en sportvormen (HB P.14-18)
,Er zijn heel veel sporten, hier moet structuur en orde in komen om een
overzicht te hebben en om deze operationaliseerbaar te maken.
Er zijn 3 classificatiecriteria:
Ontstaansgronden
- Spelsporten = eerst waren dit gewoon ontspanningsvormen later is
dit uitgebreid van lokaal naar nationaal en internationaal, nu zijn er
dus ook echte wedstrijden van.
- Overlevingssporten = eerst om te overleven, daarna
vrijetijdsbesteding, nu echt als sport (competitie).
- Bewegingssporten = alles waarbij mensen zich voort bewegen.
Wijze van beoefening
- Hiervoor is er het piramidaal sportmodel.
- De brede basis zijn de sportvormen die het meest beoefend worden.
Hoe hoger we gaan, des te minder de sportvormen beoefend
worden.
- Deze onderdelen steunen op elkaar. Bv. competitie heeft recreatie
nodig, mensen stromen door van recreatie naar competitie.
- Hier komt veel kritiek op: het geeft een beeld van hiërarchie, dat het
ene belangrijker zou zijn dan het andere. Maar ook wederzijdse
beïnvloeding topsporters kunnen een sport boosten wat dan weer
meer leden betekent voor een club.
- Het kerkmodel en bouwsteenmodel. Ze geven een duidelijk
onderscheidt tussen de verschillende vormen van sport. (Gevoel van
hiërarchie blijft wel omdat ze bouwen op elkaar.)
Motieven van de sporter
- Topsport: presteren, status, erkenning, inkomen
, - Wedstrijdsport: ervaren spanning, subjectief presteren (de ene
persoon wilt al liever winnen dan de andere)
- Recreatiesport: sociaal contact en ontspanning
- Fitnesssport: fysieke fitheid en gezondheid
- Avontuursport: avontuur en spanning
- Lust-pret-pleziersport: exclusief plezier
- Cosmetische sport: uiterlijk
Prestatiesport versus recreatiesport! Accentuering van de constituerende
elementen
Waar ligt het verschil tussen prestatie- en recreatiesport? Op welke
onderdelen verschillen ze? (HB P.19)
Prestatiegerichte sport / wedstijd en institutionalisering
- Doelen: streven naar prestaties, erkenning, geld, etc.
- Middelen en vormen: regel gebonden, indeling volgens kenmerken
om te kunnen vergelijken, beperkt tot maximum leeftijd om te
presteren, elitaire selecties voor talenten en opleidingen,
prestatiedwang door mensen die betalen en de mening van het
publiek, wedstrijddwang.
- Wijze van uitvoering: gericht op prestatie, vele uren trainen,
doelgericht, opgelegde formele trainingsmethoden, autoritaire
trainer, strakke organisatiecultuur.
- Consequenties: eenzaam, concurrentie, rivaliteit, communicatie in
functie van prestatieverhoging, soms bedreiging voor gezondheid.
- Kosten en motivering: hoge kosten, functie als nationale
representatie, vermaak functie.
Recreatiegerichte sport / beweging en ontspanning
- Doelen: plezier, gezelligheid, communicatie, etc.
- Middelen en vormen: regels maar ook geen regels, veelzijdig,
heterogene groepen, levenslang sporten, sport voor allen!,
anonimiteit geeft vrije keuze, geen wedstrijddwang.
- Wijze van uitvoering: doen waar je zin in hebt, plezier gericht,
occasioneel sporten, democratische participatie, normale
levenswijze, gevarieerde organisatiecultuur.
- Consequenties: individualisering als emancipatie (zelf kunnen
kiezen), spontaniteit, creativiteit, sociale interactie.
- Kosten en motivering: geringe kosten, sociaal-vormende functie,
mogelijkheid tot zelfrealisatie.
Definitie van sport? Conclusie! (HB P.20)
Een universele definitie bestaat niet. Er zijn teveel factoren waar rekening
mee moet worden gehouden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sharivandenbergh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
53340 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now