Dit document bevat maar liefst 44 oefenvragen, zowel meerkeuze- als openvragen over het vak Vroegmoderne Geschiedenis, gegeven in het eerste jaar aan de Universiteit van Amsterdam. De vragen zijn gebaseerd op het handboek en de aantekeningen. Zie hiervoor ook mijn samenvatting!
Oefenvragen Vroegmoderne Geschiedenis
Hoofdstuk 5
Vraag 1 – Uit welke twee koninkrijken bestond Spanje?
a. Castilië en Granada
b. Castilië en Aragon
c. Aragon en Granada
d. Aragon en Cataluna
Vraag 2 – Hoe was het Spaanse territorium groots en wijds geworden?
a. Vanwege huwelijken en oorlogen
b. Vanwege oorlogen en erfenissen
c. Vanwege huwelijken en erfenissen
Vraag 3 – Wie stonden er tegenover elkaar in de slag bij Lepanto (1571)?
a. De Spanjaarden tegenover de Fransen
b. De Spanjaarden tegenover de Ottomanen
c. Het Heilige Verbond bestaande uit Venetië en Spanje tegenover de Ottomanen
d. De Spanjaarden en Fransen tegenover de Ottomanen
Vraag 4 – Hoe kwam de Engelse Reformatie tot stand?
Vraag 5 – Noem drie tegenstellingen tussen de Spaanse en Engelse manier van expansie
Vraag 6 – Noem drie oorzaken voor de economische neergang van Spanje.
Vraag 7 – Noem een twee voor- en twee tegenargumenten bij de stelling “de eerste ‘global economy’
ontstond in de vroegmoderne tijd” (hoorcollege)
Vraag 8 – Hoe kunnen we de succesvolle vestiging van Spanje in Midden- en Zuid-Amerika
verklaren? Noem vier verklaringen. (hoorcollege)
Hoofdstuk 6
Vraag 9: (hoorcollege 8)
a. Waarom is de term gouden eeuw opmerkelijk?
b. Wat waren de ‘basis elementen’ van de gouden eeuw in Nederland?
c. Wat zijn de overeenkomsten tussen de drie gouden eeuwen van Spanje, Engeland en
Nederland?
Vraag 10 – in welk land vindt er een soort ‘tweede gouden eeuw’ plaats en ten koste van welk land
gaat dit?
a. Spanje, ten koste van Frankrijk
b. Frankrijk, ten koste van Spanje
c. Nederland, ten koste van Engeland
d. Engeland, ten koste van Nederland
Vraag 11 – welk antwoord is onjuist?
a. De Arminianen waren de tegenstanders van de Puriteinen
b. Karel I, koning van Engeland, werd een Arminiaan
c. De Arminianen waren tegen het Calvinistische idee van de Predestinatie
d. De Arminianen waren tegen rituelen en bisschoppen
Vraag 12 – wat wordt gezien als een keerpunt in het rijk van Karel I?
a. De Petition of Rights die ervoor zorgde dat de koning bepaalde dingen niet meer zelf mocht
bepalen, zoals mensen in de gevangenis gooien zonder proces of zelf de oorlog verklaren
b. De opstand in Schotland, wat zelfs een gewapende strijd werd
, c. De 11 jaar waarin Karel zonder het Parlement regeerde
d. De angst onder het protestantse Engelse volk dat de monarch het katholicisme zou her-
invoeren
Vraag 13 – van welke situatie maakte Willem van Oranje gebruik om zichzelf tot stadhouder te laten
benoemen door de Staten Generaal?
a. Een grote overstroming die het land in chaos bracht
b. De Franse invasie onder leiding van Lodewijk XIV
c. De steeds moeilijkere economische situatie in Nederland
Hoofdstuk 7
Vraag 14 – Noem drie argumenten waarom het absolutisme helemaal niet zo absolutistisch was zoals
men vaak denkt. Alsnog goedkeuring nodig parlement; meer imago/idee dan werkelijkheid; er waren
ook alternatieve staatsvormen die succesvol bleken.
Vraag 15 – was politiek in de 17e eeuw alleen een top-down systeem. Zo ja, waarom? Zo nee, op wat
voor manieren hadden burgers ook invloed? (hoorcollege) Nee, petities, opstanden, cahiers de
doleances, patronage
Vraag 16:
Het ingrijpend veranderen van de kaart in de vroege 18 e eeuw
a. Welke drie staten behoren tot de ‘three aging empires’ en hoe kwam dit? Duitse keizerrijk,
Polen en Ottomaanse Rijk versplinterd, overgenomen door ander rijk, verlies van
oorlogen
b. Welke drie staten kwamen juist op en werden alleen maar sterker en hoe kwam dit?
Oostenrijk, Pruisen en Rusland namen westerse ideeën over
Vraag 17 – wie wordt er bedoeld met ‘de Terrible’?
a. Koning Lodewijk XIV van Frankrijk
b. Frederik Willem I van Pruisen
c. Tsaar Ivan IV van Rusland
d. Heilige Roomse Rijk keizer Leopold I van Oostenrijk
Vraag 18 – waarom ontving Habsburgs Oostenrijk de Zuidelijke Nederlanden (met het Verdrag van
Utrecht in 1713)
a. Omdat Oostenrijk een oorlog met de Zuidelijke Nederlanden gewonnen had
b. Oostenrijk kreeg dit als dank voor het meevechten in de Spaanse Successieoorlog
c. Dit was het gevolg van een huwelijk
d. Het diende als veiligheid tegen de Franse ambities
Hoofdstuk 8
Vraag 19 – in hoeverre waren bepaalde ontwikkelingen uit de wetenschappelijke revolutie, die wij nu
heel belangrijk vinden, in die tijd van belang voor de samenleving?
Vraag 20 – hoe wordt de 17e eeuw ook wel genoemd?
a. Eeuw van de wetenschap
b. Eeuw van de genieën
c. Eeuw van de uitvindingen
d. Eeuw van de experimenten
Vraag 21 – waardoor hield het idee van Aristoteles dat de aarde het centrum van het heelal was, met
name, zo lang stand?
a. Hij had zijn theorie erg goed beargumenteerd
b. Er was tot dan toe nog niemand die het tegendeel bewezen had
c. Zijn theorie sloot aan op wat er in de bijbel stond
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maaikejansen8. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.