GERONTOLOGIE
Gerontologie is de tak van wetenschap die het "ouder worden" bestudeert, zowel in lichamelijk,
maatschappelijk als in geestelijk opzicht.
- Wetenschap van het ‘ageing’
- Ageism = negatief beeld van het ouder zijn/worden; we zien ouder worden als iets negatiefs
EPIDEMIOLOGIE
Is de wetenschappelijke studie van het voorkomen en de verspreiding van ziekten binnen en tussen de populaties.
De methodeleer van onderzoek naar gezondheid en ziekte in menselijke populaties
- Demografie
o In 1971 (Vlaanderen) gezonde bevolkingspiramide – nauwe top en brede basis met jonge
mensen die de bevolking onderhouden
o In 2001: nauwe basis + meerderheid in generatie van babyboomers – onze maatschappij
komt onder stress te staan: gewicht van de boom wordt te groot voor de stam om te
onderhouden
o In 2031: heel veel 65+ à grote groep die opgevangen moet worden – we moeten
incalculeren hoe we die in de maatschappij gaan opvangen (huisvesting, gzz, etc)
o Dit zien we niet alleen in Vlaanderen, maar vooral in EU, Japan, Australië en Canada
- Levensverwachting
o Is geleidelijk gegroeid
o Zeker na 1900 fel gestegen
o Ook in ontwikkelingslanden neemt het geleidelijk toe à het probleem dat ouderen een
belangrijk aandeel van de populatie zijn, gaat op zich op alle continenten voordoen
o Verschil Duitsland vs Japan à in Japan extreme daling bij WWII – hier zijn heel veel jonge
mensen gestorven; meer dan in Duitsland
o Wordt dus beïnvloed door oorlogen; mannen meer dips dan vrouwen (deelname oorlog)
o Ook epidemieën bepalen dalingen/stijgingen – eg. Spaanse griep, AB’s,…
o In alle continenten hebben vrouwen een betere levensverwachting
SOCIOLOGIE
Is de studie van de sociale relaties tussen mensen
In het bijzonder van de politieke, culturele, religieuze en economische aspecten van menselijke samenlevingen
Inrichting, veranderen en sociale problemen centraal
- Vergrijzing
o Vertaalt zich als een overdruk, zorgafhankelijkheid
o Verzorgingsstaat onder druk
o Toegenomen vraag naar zorg
o Afhankelijker geworden van het persoonlijk netwerk
o Urnevorm ipv een gezonde piramidevorm
Invloeden op sectoren in de samenleving (sociologische inzichten hebben ook invloeden op andere sectoren)
- Consumptie
o Vakantiesector speelt erg in op de oudere populatie à geëvolueerd naar een positief
economisch cijfer: oudere mensen hebben tijd + geld om het uit te geven
- Maatschappelijke deelname
o Ouderen worden wat meer in de maatschappij ingeschakeld. Bv. verhogen pensioenleeftijd,
maar ook bv. oudere onderwijzer die hiaat in een school opvangt
- Zorgverlening
o Zorg past zich aan aan groter aanbod van ouderen à richt zich naar mensen die
zorgafhankelijk zijn
- Woonvoorzieningen
o Investeren in specifieke voorzieningen, aangepast aan handicap/defect die met leeftijd komt
Invloed op de samenleving thuis
- Persoonlijke relaties
o Partner (zorg/hulp)
1
, § Soms helemaal alleen, soms heel veel zorgen doordat partner ook heel oud wordt
§ Steeds meer kamers in zorgcentra waarin men ook koppels/gezinnen opvangt
o Contact met familie en omgeving
§ Hulp of mantelzorg
o Sociale relaties
§ Vriendenkring
à Vereenzaming
BIOLOGIE
Is een natuurwetenschap die zich bezighoudt met de studie van het leven en levende organismen, met inbegrip van hun structuur,
mechanisme, functie, groei, oorsprong, evolutie, verspreiding en taxonomie
- Veroudering
o Begint bij de geboorte en neemt dan stilletjes toe (cumulatieve veranderingen)
o “Entropie” (ontaarding van een systeem)
o Bestrijdbare kwaal; we proberen ouderdrom te ‘bestrijden’ (bv rimpels tegengaan)
o Nut van verouderen
§ Genen
§ Natuurlijk proces
§ Zonder duidelijk programma
Het is eigenlijk een natuurlijk proces dat gestuurd wordt door genen en andere
beïnvloedende factoren; geen specifiek programma à iedereen wordt op een andere
manier oud
o Kwaliteitsvol ouder worden: we zouden zo veel mogelijk moeten kunnen doen om het
natuurlijke proces van veroudering zo kwaliteitsvol mogelijk te doorlopen.
- Rectangularization: de mortaliteit neemt pas op oudere leeftijd toe, net zoals dat de survival%
afneemt à hierdoor krijg je een meer rechthoekige diagram
o Itt vroeger waar mortaliteit constant was over de gehele leeftijd + survival% al vanaf begin
geleidelijk afnam
- Rond 40 jaar zien we een piek (vooral bij mannen); suïcide
- Most fit gaan langer leven; naarmate we ouder worden is onze ‘fitness’ steeds belangrijker
o Spierkracht = weerspiegeling van fitheid à geeft veel info over functioneren en
weerbaarheid
o Spierkrachtafname (al vanaf 25-30j) = mobiliteits-afname = immobiliteit
o Spierkrachtdaling zal op een bepaald punt een treshold overschrijden à gevaar voor
zelfredzaamheid (want minder mobiel)
PSYCHOLOGIE
Een samenstelling uit het Griekse ψυχή (psychè), ziel en λόγος (logos) woord, gedachte, rede
Is de academische discipline die zich bezighoudt met het innerlijk leven (kennen voelen en streven) en het gedrag van mensen
- Door geriatrische zorg te bieden, moeten we kwaliteit aan het leven kunnen bieden
- We moeten af van stereotyperingen
- Mensen blijven engageren, activeren en intellectueel stimuleren (succesvol ouder worden)
o Goed leven hangt samen met allerlei aspecten uit de epidemiologie, sociologie,…
o Heeft veel te maken met hoe we er materiaal voor zijn, welke levensactiviteit we hebben,
gezondheid,..
NEUROWETENSCHAPPELIJK
?
2
,GERIATRIE
Klinische geriatrie is het medisch specialisme voor de kwetsbare oudere patiënt in het ziekenhuis. De
naam geriatrie komt van het Griekse geron, dat "oudere" betekent, en iatros, dat "arts" betekent. Het
specialisme is speciaal gericht op ouderen met meerdere aandoeningen tegelijkertijd.
- Geneeskundige visie op wat oud zijn is en wat de intereacties daarmee zijn
- Bij geriatrie proberen we een aantal dingen te bestrijden, maar we moeten ook met de realiteit
omgaan dat we ouderdom niet kunnen ‘corrigeren’
VEROUDEREN
1. Lichamelijk verouderen
- Verouderingsprocessen doen zich voor op alle vlakken…
o Bewegingsstelsel o Gastro-intestinaal
§ Spierverlies § Constipatie
§ Osteoporose o Kauwen en slikken
§ Artrose o Neurologische
o Cardio-vasculair o Neurodegeneratie
§ Hypertensie o Incontinentie
o Atherosclerose o Huid en wonden
§ Trombose o Hematopoëtische
o Pulmonair § Anemie
§ COPD § Dysplasie
- Diabetes
- Nierfalen
- Kanker
- Infecties
2. Functioneel verouderen
- Naast lichamelijke veroudering, moeten we ook kennis hebben van functionele veroudering: de
disabilities, afname van zelfredzaamheid…
o Handicap (disability
o Gangstoornissen
o Zintuigen (gehoor, zicht, smaak, geur, spraak)
Aanleiding gevend tot:
• Malnutritie
• Ondervoeding
• Sedentarisme (verblijf op dezelfde plaats)
4. Emotioneel verouderen
Men ervaart de aanwezigheid van de dood
- Depressie
- Angststoornissen
- Persoonlijkheidsveranderingen
- Omgaan met doodgaan
- Aanleiding tot slaapproblemen, alcoholgebruik, medicatie…
5. Sociaal verouderen
e
Dit 5 punt heeft invloed op de andere 4 à als we geen sociaal netwerk hebben, wordt de zorg bemoeilijkt (bv.
organiseren van thuiszorg)
Heeft invloed op hoe je het zorgtraject voor een oudere gaat organiseren
3
, - Sociale netwerken
- Omgaan met “niet meer actief zijn in deze maatschappij”
- Imago/stereotypen
SARCOPENIE
Een van de aspecten waar men veel aandacht aan besteed is sarcopenie (= verlies van spiermassa met het
ouder worden).
Dit heeft een grote impact op het oudere leven.
Het is te vergelijken met spierkrachtcurve en fitheidscurve:
- Spiermassa en –kracht zijn een weerspiegeling van sarcopenie
à Proberen het verlies te minimaliseren, door:
o Massa te verhogen
o Kracht te verhogen
o Beide
KWETSBAARHEID (FRAILTY)
- Ontstaat vanuit vele factoren
- Reductie van fysiologische zelfredzaamheid gaat uiteindelijk uitmonden in kwetsbaarheid
Bij een bepaalde stressor zal iemand die nog zelfredzaam is een minimale problematiek ontstaat (bv
urineweginfectie).
• Deze mensen zullen snel recupereren
Bij iemand die kwetsbaar is, zal een minimale stressor (bv gewone UWI) een veel grotere impact hebben, met
als gevolg dat deze persoon evolueert van een zelfstandig persoon naar een afhankelijk persoon.
• Deze mensen zullen traag recupereren
Als iemand afhankelijk wordt, wil dit ook zeggen dat hij kwetsbaarder wordt voor andere factoren zoals bv.
meer vallen etc.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Wizer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.71. You're not tied to anything after your purchase.