Het elektrodiagram
_________________________________________________________
Een ECG wordt om verschillende redenen gemaakt. Bij de volgende klachten wordt er
een ECG gemaakt:
. Pijn op de borst
. Hartkloppingen
. Wegrakingen
. Reanimatie
. Monitoring IC/OK
Daarnaast wordt een ECG gebruikt om een chronische hartziekte aan te tonen en wordt
het gebruikt als screening. Hierbij moet je bijvoorbeeld denken aan een pre-operatieve
screening of voor sporters.
Bij de meting ligt de patiënt in de volgende opstelling. Er
worden draden gekoppeld op de patiënt. De draden op
de borst zijn de precordiale afleidingen en de draden op de
extremiteiten de extremiteit afleidingen.
Een ECG laat de elektrische activiteit van het hart zien.
Deze elektrische activiteit die start in de sinusknoop in
het rechteratrium, hier wordt er een elektrisch signaal
gegenereerd. Dit signaal activeert de atria en daarna verzameld in de AV-knoop.
Vervolgens wordt via het geleidingssysteem in de ventrikels, beide ventrikels geactiveerd.
De voorgeleiding van deze elektrische impuls is terug te zien in het ECG.
Deze elektrische activatie (Ca2+ kan de cel instromen) is belangrijk voor het contraheren
van de hart, wat in een bepaalde volgorde plaatsvindt. Eerst worden dus de atria
(boezems) geactiveerd, die dus als eerst contraheren. Daarna worden de kamers
geactiveerd.
Er zijn verschillende soorten actiepotentialen in het hart. In elke cel is er echter een
verandering in de membraanpotentiaal. Alle actiepotentialen samen leidt uiteindelijk tot
het elektrische signaal (ECG).
Een actiepotentiaal geeft dus informatie over de elektrische activiteit op celniveau, terwijl
het ECG geeft informatie over de elektrische activiteit in het hart (dus alle cellen samen)
Het bewegen van het elektrische signaal door het hart, geeft een elektrisch veld in het
hart. Dat elektrische veld is te meten vanaf de buitenkant.
,Een ECG bestaat uit verschillende fases :
. P-golf : de activatie van de boezems vanuit de SA-knoop
. QRS-complex : de activatie van de kamers
. T-golf : de repolarisatie-fase van de kamers. Het elektrische
signaal gaat weer terug naar de rust-membraan potentiaal.
De repolarisatie van de boezems valt samen met het QRS-
complex, dit is echter niet echt terug te zien in een ECG.
Een ECG komt stand door de meting van een spanningsveld. De negatieve en een
positieve elektrode meten het elektrisch veld van het hart.
Hierbij is het activatie-mechanisme terug te zien in het ECG. Dit activatie-mechanisme
gebeurt zoals al eerder aangegeven in een bepaalde richting, waarbij vanuit de SA-knoop
als eerst de atriums geactiveerd worden.
De activatierichting wordt aangegeven met een vector. De vector geeft aan wat de
gemiddelde richting is van het elektrisch veld.
Zowel de richting als de grootte van de vector geven informatie.
. De grootte van de vector geeft aan hoeveel elektrisch veld er aanwezig is; hoeveel cellen
er betrokken zijn bij het elektrische signaal
. De richting van de vector geeft aan wat de gemiddelde richting is van de voortbeweging
van het elektrische veld.
In de ventrikels is er sprake van een grote vector dan in de atriums. Dit komt doordat het
elektrische veld meer aanwezig is in de ventrikels, omdat er daar meer cellen bevinden.
De gemiddelde richting van de elektrische activatie is richting de linker kant van het
hart. Dit komt omdat de linker ventrikel meer cellen bevat dan de rechter ventrikel.
Als je de twee elektrodes links en recht van het hart plaats, dan zie je dat zowel de
depolarisatie van de boezems als die van de kamers, richting een positieve pool loopt.
Bij een depolarisatiegolf richting een positieve elektrode loopt zie je op het ECG een
positieve uitslag.
Bij het omdraaien van de elektrodes, loopt de depolarisatiegolf naar een negatieve
elektrode. Hierbij is een negatieve uitslag op het ECG waar te nemen.
, De Einthoven afleidingen komen tot stand door het plakken van elektrodes op
extremiteiten rondom het hart.
Hierbij zijn er 3 afleidingen te onderscheiden:
. Afleiding 1 : Een negatieve elektrode op de rechterarm en een positieve elektrode op
de linkerarm.
. Afleiding 2 : Een negatieve elektrode op de rechterarm en een positieve elektrode op
het linkerbeen.
. Afleiding 3 : Een negatieve elektrode op de linkerarm en een positieve elektrode op
de linkerbeen.
Hiermee is de Driehoek van Einthoven te maken, waarbij het hart in het midden ligt.
Op de afbeelding hiernaast wordt er ingezoomd op het hart. Hierbij ligt de focus bij de
activatie van de kamers ( dus bij het QRS-complex).
Bij afleiding 1 is er sprake van een positief signaal, want de vector loopt richting een
positieve pool. Bij afleiding 2 loopt de vector ook naar een positieve pool en dit zorgt dus
ook voor een positief signaal. Bij afleiding 3 is het signaal een stuk kleiner, omdat deze
bijna haaks op de afleiding loopt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller geneeskundesamenvatting1234. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.65. You're not tied to anything after your purchase.