100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
geschiedenis samenvatting hoofdstuk 9 $5.43   Add to cart

Summary

geschiedenis samenvatting hoofdstuk 9

 45 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting geschiedenis hoofdstuk 9

Preview 2 out of 5  pages

  • February 3, 2018
  • 5
  • 2016/2017
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 9 tijd van de wereldoorlogen (1900-1950)

Ka's
 De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
 Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/ nationaalsocialisme
 De crisis van het wereldkapitalisme
 Het voeren van twee wereldoorlogen
 Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
 De Duitse bezetting van Nederland
 Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid
van de burgerbevolking bij oorlogvoering
 Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme

Paragraaf 1
Eerste wereldoorlog(1914-1918)
 In 1914 spanningen tussen mogendheden, dit was wel vaker niemand maakte zich druk.
 Oorzaken van wo1
1. Door industrialisatie en technologische vernieuwingen was de vernietigingskracht toegenomen.
2. Er vond een wapenwedloop plaats, hierdoor hadden alle mogendheden veel wapens.
3. Nationalisme en militarisme, discipline en strijdlust waren belangrijke waarden bij militarisme. Hoge
militairen hadden ook invloed op de politiek, oorlog was nodig om nationale belangen veilig te
stellen.
4. De moord op de Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand(1914), dit was de directe aanleiding.
 Frans Duitse oorlog(1870-1871) Duitsland wilde meer invloed in Europa, maar vreesde ook voor
omsingeling door FA en RUS DU wilde dus snel oorlog met RUS omdat het land snel in opkomst
was(bevolkingsgroei, veel industrialisatie en invloed uitbreiding). GB was bang voor DU, omdat ze zich
ontwikkelde tot sterkste mogendheid.
 Er ontstonden 2 kampen, de centralen(Duitsland en Oostenrijk-Hongarije) tegen de
geallieerden(Frankrijk, Groot-Brittannië, Servië en Rusland, vanaf 1917 ook de VS).
Ontstaan van de bondgenootschappen:
In 1914 werd Frans Ferdinand vermoord door iemand uit Servië, Oostenrijk-Hongarije wilde Servië een
lesje leren en kreeg hierbij steun van Duitsland. Servië kreeg steun van Rusland en Frankrijk. Na de
moord gingen landen zich mobiliserenO-H verklaarde oorlog aan Servië, DU aan FA en RUS. Door de
aanval op België verklaarde GB de oorlog aan DU
 Wo1 was een loopgraven oorlog, beide partijen hadden zich ingegravenoostfront was het
belangrijkst(centralen tegen RUS)
 Revoluties in RUS
1. Februari 1917, RUS stortte in door hongeropstand die leidde tot revolutie, tsaar trad af
2. Oktober 1917, nieuwe regering zette oorlog voort maar het bleef chaos Lenin greep de macht
en sloot vrede met DU
 Door de vrede tussen DU en RUS werd er alleen nog maar aan het west front gevochtenhierdoor
kwam er een Duitse militaire aanval, geallieerde gingen in tegenaanval en ze hadden 2
voordelen( Amerikaanse troepen en honderden tanks). Duitsland verloor doordat de geallieerde sterker
waren, O-H instortte, Duitse arbeiders in DU in opstand kwamen dit leidde tot wapenstilstand.
 1916 slag bij rivier de Somme, dagenlange beschietingen door geallieerden, niets opgeleverd
 1915 zette de Duitsers gifgas als wapen in, dit was een massavernietigingswapen
 1917 Duitsland begon een duikbotenoorlog, veel Amerikaanse schepen getroffen, hierdoor verklaarde
VS aan DU de oorlog
 De legers bestonden uit dienstplichtige vrijwilligers, de achterblijvers hielden de productie op gang. De
economie werd afgestemd op de oorlog, consumptiemiddelen beperkthierdoor voedseltekorten
 Gevolgen van de oorlog:
 Veel doden(20 miljoen)
 Veldslagen duurden langer, niet meer een paar dagen zoals eerst.
 1919 vrede van versailles, hierin stond dat DU de enige schuldige was aan de oorlog, het land werd
enorme herstelbetalingen opgelegd en mochten slechts zwak bewapend zijn

, Paragraaf 2
Jaren na wo1
 De landen die oorlog hadden gevoerd kampten met crisis en werkloosheid
in 1924 begon er een welvaartstijging(roaring twenties en gay twenties)
 Amerika:
was voor wo1 al het rijkste al het rijkste land door oorlog werd deze voorsprong vergroot
economie groeide hard door uitbreiding van wegen- en elektriciteitsnet en daardoor nieuwe
producten(koelkast), mode, uitgaansleven en vermaak industrie bloeide op
door de groei werden mensen optimistisch, er zou een 'nieuw kapitalisme' ontstaan (hogere lonen,
kortere werkdagen enz.)
 door het optimisme stegen aandelenkoersen, in 1929 ontstond er twijfel(zwarte donderdag) dit
leidde tot daling van de koersen. Door de daling wilde mensen hun aandelen verkopen wat leidde
tot verdere daling van de koersen wereldwijde recessie met veel armoede en werkloosheid.
 crisis:
veel werkloosheid, gesloten fabrieken, dalende koopkracht enz.
kolonies ook getroffen, de prijzen van tropische producten daalde hard en moederlanden
beschermde hun eigen ondernemers d.m.v. subsidies
het werd een wereldcrisis doordat veel landen met elkaar verbonden waren door een kolonie die
aan meerdere landen producten leverde en door leningen( DU van VS)
oorzaken crisis
1. crisis op de beurs(directe oorzaak), mensen hadden geld geleend→door de dalende
koersen wilden banken hun geld terug→aandelen waren minder waard dus mensen konden
leningen niet terug betalen→banken failliet
2. overproductie in combi met achterblijvende koopkracht, voor wo1 leidde overproductie al tot
crisis→toen de landbouw weer hersteld was van wo1 overtrof de productie de vraag→
prijzen daalden, boeren kwamen in de problemen, dit werd versterkt door de depressie
3. overproductie in industrie, na wo1 steeg de productiecapaciteit maar de lonen niet→ mensen
gaan lenen, door crisis daalde de koopkracht
 crisis bestrijding:
 normaal ging crisis vanzelf over, productie en prijzen moesten dalen zo zou de vraag stijgen→
lonen werden verlaagd en nauwelijks sociale steun→ crisis verergerde→ regeringen verminderde
de waarde van de munt, hierdoor daalde de internationale handel
herstel begon toen president Roosvelt de New Deal introduceerde(1933)→ banken werden met
staatsleningen gered, werkloze kregen financiële steun enz. →regeringen moesten voortaan een
actieve rol in de economie spelen(keynes)

Paragraaf 3
Door wo1 is totalitarisme ontstaan, drie ideologieën: communisme, fascisme en nationaalsocialisme.
 Rusland- communisme
1917 greep de communistische Lenin de macht, in 1922 stichtte hij de Sovjet-Unie(strak geleid)
in de communistische ideologie deed ras en natie er niet toe, het draaide om de arbeidsklasse. Strak
geleide communistische partijen moesten namens de arbeidsklasse overal een dictatuur vestigen, dit
zou moeten leiden tot een klasseloze maatschappij met vrede en welvaart.
in de Sovjet-Unie kon iedereen afgevoerd worden naar strafkampen, om zichzelf te redden gaven veel
mensen elkaar aan als verraders. Zelfs communisten(1936-1938 grote terreur)
1924 stalin de leider, hij bouwde een industriële maatschappij op d.m.v. vijfjarenplannen
in de vijfjarenplannen werd vastgelegd hoeveel er geproduceerd moest worden, onhaalbare doelen.
Boerdrijen werden gecollectiviseerd, zij moesten produceren voor de industrie steden.
 Italië- fascisme
Romeinse rijk als voorbeeld
leider was Mussolini
IT kampte met chaos, fascisten vochten om steden te winnen(mars op Rome)→Mussolini werd
benoemd tot regeringsleider(duce), hij trok alle macht naar zich toe en vestigde een dictatuur

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller miekemieke. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.43
  • (0)
  Add to cart