Hoorcollege 1: Introductie en centrale begrippen
Artikel 1: Porter (2000) – Location, competition and economic development:
local clusters in a global economy
Erg toonaangevende theorie. Er is een paradox nu er meer internationale concurrentie is. Enerzijds
wordt gezegd dat locatie er niet meer toe doet en anderzijds wordt clustering gestimuleerd.
Wat is een cluster?
Definitie clusters: geografische concentratie van verbonden bedrijven (inclusief toeleveranciers en
instellingen) die concurreren maar ook samenwerken.
Een cluster is niet te groot (álle industrie), maar ook niet te klein (niet één bedrijfskolom). Omvang
van cluster verandert continu met nieuwe maar ook bedrijven die verdwijnen. Grote bedrijven en
spillovers, productiviteit en innovatie spelen ook een rol bij de omvang van clusters.
Competitief voordeel ligt buiten eigen bedrijf. Lokale overheid speelt grote rol in clusters.
Het is beter om naar clusters te kijken dan naar SCI of bedrijven op zich, omdat het de
samenwerking/concurrentie en rol van de overheid beter laat zien.
Locatie en concurrentie
Voorheen werd concurrentie als statisch gezien, afhankelijk van kosten minimalisatie in een gesloten
economie. Tegenwoordig is concurrentie dynamisch en afhankelijk van innovatie. Clusters
beïnvloeden de productiviteit, en dan met name productiviteitsgroei binnen een bepaalde sector.
Productiviteit is niet afhankelijk van de soort industrie, maar van de manier van concurreren. High-
tech en low tech zegt dus eigenlijk niets, want iedere sector kan high tech zijn mits ze maar
vernieuwend zijn. Twee manieren van concurreren:
1. Operational effectiveness: concurrentie tussen bedrijven wordt bepaald door in hoeverre ze de
beste productieprocessen, technologie en managementtechnieken hebben.
2. Bedrijfsstrategie: concurrentie bepaald door de strategie van bedrijven (bijv. differentiatie in plaats
van alleen naar kosten kijken).
Ook van invloed op concurrentie is de micro-economische business environment, dus
transportnetwerk, belastingtarieven etc. Gaat dwars door alle industrieën heen.
Diamondmodel: vier groepen verbonden concurrentiefactoren die ervoor zorgen dat gebieden zich
economisch ontwikkelen.
1. Advanced factorkosten: Varieert van infrastructuur tot kennis. Efficiëntie van deze inputs zorgt
ervoor dat de productiviteit van het cluster verhoogd wordt
2. Bedrijfsstrategie: concurrentie en rivaliteit tussen bedrijven. Dus regels, incentives en normen
bijvoorbeeld die (lokale) concurrentie bevorderen. Zonder rivaliteit weinig productiviteit.
3. Marktvraag: Lokale vraag naar het product, inspelend op vraag van andere regio’s. Niet imitatie
maar gedifferentieerde producten.
4. Clusters van gerelateerde sectoren: aanwezigheid van verticale en horizontale relaties. Geeft
voordeel als het product vraag gestuurd is.
Daarbuiten heb je ook nog de overheid die invloed heeft op alle factoren en toeval.
Clusters en competitieve voordelen
Clusters hebben op drie manieren invloed op competitie: a) toenemen van productiviteit b) toename
innovatiecapaciteit en productiviteitsgroei c) cluster uitbreiding door nieuwe bedrijfsformaties.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TentamensHalen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.