Samenvatting van hoofdstuk 3,7,8,11,13,14,15,16 18 van het boek jeugdrecht begrepen. Gemaakt voor het vak Jeugdrecht I van de minor jeugdrecht en forensische jeugdzorg aan de UvA.
Boek: Jeugdrecht begrepen door Lydia Janssen
Druk: 7
9789462907591
Hoofdstuk 1: inleiding
Het recht = het geheel van overheidsregels dat de samenleving ordent.
Het doel van het recht = wat je inhoudelijk wil bereiken met het recht. De inhoud van het
recht wordt bepaald door de politiek en verschilt dus per land.
Het recht heeft ook een technisch doel = het ordenen van de samenleving en het geven van
regels om conflicten te voorkomen.
Rechtsgebieden
- Staatsrecht = basis voor organisatie van de overheid Grondwet, Provinciewet,
Gemeentewet en Kieswet
- Bestuursrecht = regels over de bestuurstaak van de overheid Awb, Vreemdelingenwet,
Participatiewet, Milieuwet en Jeugdwet
- Strafrecht = beschrijving van verboden gedragingen Sr en Sv
- Burgerlijk recht = regelt de rechtsverhouding tussen burgers onderling Personen- en
familierecht, vermogensrecht en rechtspersonenrecht
Jeugdrecht
Jeugdrecht = het geheel van rechtsregels dat de positie van jeugdigen regelt.
Het jeugdrecht bestaat uit onderdelen uit verschillende rechtsgebieden die van toepassing
zijn op jeugdigen (mensen tussen 0-18 jaar).
Materieel en formeel recht
Materieel recht = rechten en plichten van burgers
Formeel recht = het procesrecht
Nationaal en internationaal recht
Nationaal recht = regels die gelden op het grondgebied van een land
Internationaal recht = regelt de rechtsrelaties tussen verschillende staten
Het internationaal recht heeft dor internationale verdragen soms rechtstreeks invloed op
burgers; dit is de afgelopen 25 jaar ontzettend toegenomen.
Hoofdstuk 3: het gezag over jeugdige
3.2 Gezag bestaat uit een combinatie van:
1. Opvoeden en verzorgen
2. Beheer van het eventuele vermogen van de jeugdige
3. Verrichten van juridische handelingen namens de jeugdigen
Alle minderjarige staan onder gezag (1:245 lid 4 BW)
Minderjarige = jeugdigen tot 18 jaar
Ouderlijk gezag = als het gezag door ouder(s) wordt uitgeoefend
Voogdij = als het gezag door een niet-ouder wordt uitgeoefend
Bijzondere curator
In geval van conflict tussen de belangen van ouder en kind kan de rechter een bijzondere
curator benoem (1:250 BW).
,De bijzondere curator kan zowel binnen als buiten een rechtszaal de belangen van een kind
behartigen. De curator heeft alleen een rol in het conflict niet in andere opvoedingszaken.
De rechter benoemt de bijzondere curator op eigen initiatief (ambtshalve) op verzoek van
een belanghebbende. Belanghebbende zijn:
- Ouders
- Pleegouders/ voogd
- De jeugdige zelf (d.m.v. informele brief tot rechter)
Voorwaarden bijzondere curator:
1. Een concreet en fundamenteel probleem
- De curator zal eerst problemen ouder en kind op één lijn te krijgen
- Indien dit niet lukt zal de curator een juridische procedure starten
2. De benoeming van de curator is noodzakelijk in het belang van het kind
Onbevoegd om het gezag uit te oefenen
Uit artikel 1:246 jo 1:324 BW blijkt dat ouders en voogden in sommige gevallen onbevoegd
zijn om gezag uit te oefenen. Dit is het geval wanneer:
1. Minderjarige ouder
In principe moeten ouders minstens 18 jaar zijn om gezag uit te oefenen. Na de geboorte zal
de rechter een voogd benoemen om het gezag uit te oefenen. Wanneer de moeder 18 wordt
kan ze de rechter verzoeken haar het gezag te geven.
Hier is wel een uitzondering op:
Een meisje van 16 jaar of ouder kan een verzoek doen bij de kinderrechter om haar
meerderjarig te verklaren zodat ze gezag kan uitoefenen over haar kind (1:253ha BW).
De raad voor de Kinderbescherming kan dit verzoek ook doen met toestemming van het
meisje.
2. Ouders die onder curatele zijn gesteld
3. Ouders met een langdurige slechte psychische toestand
3.7 Uit artikel 1:301 BW volgt dat ambtenaren van de burgerlijke stand een informatieplicht
hebben naar de rechtbank en de RvdK. Hierdoor is de rechtbank op de hoogte wanneer ze
een procedure voor de benoeming van een voogd moeten starten.
Verschil ouderlijk gezag een voogdij
- Ouders hebben het recht en de plicht hun kinderen zelf op te voeden en te verzorgen. De
voogd hoeft een kind niet zelf te verzorgen en op te voeden dit kan hij uit handen geven.
- Ouders hebben onderhoudsplicht (bv alimentatie) tegenover elkaar. Een voogd heeft dit
niet tenzij twee natuurlijke personen samen voogdij hebben.
Rechtspersoon of natuurlijk persoon
Voogdij kan worden uitgeoefend door een rechtspersoon, de gecertificeerde instelling, of
door een natuurlijk persoon. Aan een natuurlijk persoon worden twee eisen gesteld:
1. Hij moet meerderjarig zijn
2. Hij moet bevoegd zijn gezag uit te oefenen
, Het is niet in de wet geregeld wanneer een natuurlijk persoon of een rechtspersoon voogdij
heeft. In de praktijk zien we wel de volgende verdeling:
- Wanneer beide ouders overlijden wordt de voogdij meestal uitgevoerd door een
natuurlijk persoon, bijvoorbeeld door grootouders.
- Wanneer de rechter het gezag van de ouders beëindigt (kinderbeschermingsmaatregel)
wordt het gezag meestal aan een rechtspersoon (GI) gegeven.
Gecertificeerde instelling
Gecertificeerde instellingen zijn instellingen voor jeugdbescherming. Veel van deze
instellingen richten zich op minderjarige in een bepaalde regio, maar sommige ook op een
bepaalde doelgroep. Zoals Nidos voor minderjarige vreemdelingen of William Schrikker voor
kinderen/ouders met een beperking.
Stappen die doorlopen worden:
1. Rechter draagt voogdij op aan een GI
2. GI wijst een maatschappelijk werker aan om namens de GI op te treden als voogd
3. Voogd zoekt een plek voor de jeugdige, zoals een pleeggezin of instelling
4. Na de plaatsing blijft de voogd de jeugdige volgen en bezoeken (1:275 BW)
Voogdij overlijden beide ouders
Wanneer beide ouders overlijden, houdt het ouderlijk gezag op. Er kunnen zich twee
verschillende situaties voordoen:
1. Aanwijzing in testament of Centraal gezagsregister
Iedereen ouder kan in zijn eigen testament of het CG een voogd aanwijzen die na zijn dood
het gezag over de kinderen zal krijgen. Indien de andere ouder nog in leven is en het gezag
uitoefent vervalt de aanwijzing in het testament van de overleden ouder (1:293 BW)
Wanneer beide ouders overlijden en zij een voogd hebben aangewezen, zal deze persoon
worden ingelicht door de rechtbank. Deze persoon kan zich dan bereid verklaren d.m.v. een
brief aan de rechtbank daarna zal de voogdij beginnen (1:292 BW) = testamentaire voogdij.
2. Benoeming door de rechtbank
Wanneer de ouders voor hun overlijden geen voogd aangewezen hebben zal de rechtbank in
overleg met alle betrokkene een voogd aanwijzen (1:295 BW) = datieve voogdij.
Gezamenlijk gezag of voogdij
Een ouder en niet-ouder kunnen de rechter verzoeken gezamenlijk gezag uit te oefenen. Als
er gezamenlijk gezag is en de ouder overlijdt dan zal de niet-ouder automatisch het gezag
(nu voogdij) alleen voortzetten (1:253X BW).
Wanneer er nog een andere juridische ouder in leven is kan de rechtbank te allen tijde
verzoeken hen het gezag over zijn kinderen toe te wijzen. De niet-ouder verliest dan de
voogdij (1:253x lid 2 BW).
Een voogd kan ook een verzoek doen om de voogdij gezamenlijk met een ander, deze dient in
een nauwe persoonlijke betrekking te staan tot het kind, uit te voeren (1:282 BW).
Bij gezamenlijke voogdij zijn de voogden verplicht de jeugdige zelf op te voeden en te
verzoeken en hebben ze ook een onderhoudsplicht (geldt niet voor pleegouder).
3.9 Hoorrecht = dat je gehoord wordt in beslissingen die jou rechtstreeks raken en je mening
kan geven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Larac. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.26. You're not tied to anything after your purchase.