Hoorcollege 1: Opzet cursus en centrale begrippen
Wederzijdse relaties tussen bedrijven en regio’s. Nadruk op institutionele theorie > mate van sociaal
kapitaal of regelgeving. Beleidsmatige insteek: tweezijdige relaties tussen bedrijven en regio’s:
a. Bedrijven zorgen voor regionale welvaart
b. Regio’s zorgen voor prestatie van bedrijven
Economische ontwikkeling van steden en regio’s:
- Is het resultaat van samenwerking tussen bedrijven: belang van relaties met anderen bedrijven en
organisaties in en buiten de eigen regio.
- Wordt gestimuleerd of beperkt door instituties (o.a. beleid) die per regio verschillen. (Formele
instituties: verordeningen; informele instituties: ondernemerscultuur, sociale netwerken)
- Gevolg: per regio verschillende patronen van interactie, leerprocessen, aard van innovaties,
economische veranderingen en ontwikkelingen.
Bedrijf > innovatie (via netwerken of clusters): welke in Noord Regio?
Analyse eenheid is de bedrijfstak. Onderwerp: regionale leer & innovatiestrategieën van bedrijven.
1. Stand alone (regionaal autisme: ieder voor zich)
2. Clustering (co-siting: profiteren van elkaars aanwezigheid/regionale nabijheid)
3. Netwerkvorming (co-operate: samenwerking met anderen/regionale openheid). Kan ook over
grenzen van regio zijn.
Centrale onderzoeksvragen:
- In hoeverre vindt er in een bepaalde regio samenwerking tussen bedrijven en instellingen plaats die
gericht is op bevordering van economische innovatie?
- Op welke ruimtelijke schaal speelt die samenwerking plaats? Gebeurt dat via clusters of netwerken?
- Wat is het belang van samenwerking bij innovatie: Localised learning, non localised learning.
Achtergrond onderwerp
Nieuwe kijk op regionale ontwikkeling: Porter (2000): ‘a new and complementary way of looking to an
economy’. Veel aandacht voor in het beleid: Lissabon Agenda, Topsectorenbeleid, Regio’s op eigen
kracht.
Nulhypothese: bedrijven hebben andere bedrijven (en instellingen) nodig om samen met elkaar
ieders competentie zo goed mogelijk te benutten.
Noodzaak van verschillende typen externe relaties:
- Finale relaties (vraag & aanbod: prijs; kostenefficientie)
- Intermediaire relaties (toelevering; specificatie)
- Samenwerkingsrelaties (netwerken: innovatie; kennisefficientie)
Benadering vanuit regio’s: bepaalde steden en regio’s stellen bedrijven in staat meer
agglomeratievoordelen te behalen.
Typen agglomeratievoordelen:
- Statisch: reductie van kosten (transport, transformatie, transactie)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TentamensHalen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.41. You're not tied to anything after your purchase.