100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Methodeleer $8.57   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Methodeleer

 44 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van alle video's, het boek en de hoorcolleges van het vak Inleiding Methodeleer.

Preview 4 out of 41  pages

  • Yes
  • December 5, 2023
  • 41
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Inleiding Methodeleer
Stof uit het boek en de video’s


Hoofdstuk 1
1.1 De empirische cyclus




 Adriaan de Groot




1.2 Falsificeerbaarheid




Sommige theorieën doen niet aan toetsing  ze
beweren dat alle mogelijke observaties de theorie
bevestigen  onweerlegbaar/niet falsificeerbaar




Voorbeeld = “Het brein wordt bestuurd door kleine groene mannetjes die zich verstoppen
zodra je kijkt.” → Deze theorie is niet falsificeerbaar (= niet weerlegbaar). Het is onmogelijk
om bewijs te vinden tegen de theorie.

Falsificeerbaar = weerlegbaar = het is mogelijk bewijs te vinden die tegen de theorie is.

,Dit willen wij niet in de wetenschap  daarom wordt een onfalsificeerbare theorie (een
theorie dat niet weerlegt kan worden) als een niet-wetenschappelijke theorie gezien.

 Waarom?
- We kunnen niet bepalen welk van meerdere theorieën de juiste is (we kunnen het
nooit controleren)
- We komen niet dichter bij een ware verklaring van een fenomeen.

MAAR een theorie kan wel falsificeerbaar zijn zonder dat er ooit een observatie tegen de
theorie is gedaan, observaties tegen de theorie moeten alleen mogelijk zijn.
 Voorbeeld = zwaartekracht.

Groeiende kennis

Kennis groeit aan door het evalueren van de theorie met de resultaten van het onderzoek 
dus een voorspelling kan uitkomen of niet.

- Wat als de voorspelling uitkomt?
Je kunt niet zeggen dat de theorie is bewezen (te sterk/te stellig), in plaats daarvan
zeg je dat de theorie dan niet weerlegd is.

 Het is vrijwel onmogelijk om een theorie te bewijzen omdat je:
1. Nooit alle alternatieve verklaringen kunt uitsluiten, en omdat je;
2. Slechts één concrete voorspelling nagaat, en een theorie er eigenlijk oneindig veel
heeft.

- Wat als de voorspelling niet uitkomt?
Je kunt niet zeggen dat de theorie is weerlegt (te sterk/te stellig), in plaats daarvan
zeg je dat er dan een probleem is.

 Het is vrijwel onmogelijk om een theorie met één onderzoek te weerleggen, omdat er
altijd iets fout gegaan kan zijn  Wat kan er fout zijn gegaan?
1. Misschien is de studie niet goed gegaan.
2. Misschien klopt de (concretisering van de) voorspelling niet.

Het is misschien niet nodig om deze theorie weg te gooien, maar eerder om het
onderzoek aan te passen  MAAR je kan niet oneindig de theorie blijven ‘plakken'
wanneer je niet het gewenste resultaat krijgt  risico dat je theorie onfalsificeerbaar
wordt.

CONCLUSIE = Bewijs verzamelt zich over meerdere studies  een theorie is dus eigenlijk
nooit bewezen; we houden een theorie aan totdat er iets beters langskomt.
= weight of the evidence.

Empirie = kennis die door ondervinding is verkregen/ervaring als een bron van kennis 
bewijs door observaties met zintuigen.
Empiristen = psychologen die onderzoek produceren en consumeren.

,Theorie = een verzameling uitspraken, denkbeelden, hypothesen en verklaringen die in
onderlinge samenhang worden beschreven.

Hypothese = een voorspelling  specifieke uitkomst die de onderzoeker in een onderzoek
verwacht te zien als de theorie juist is.

Verschillende soorten onderzoek:

- Applied research = een methode die wordt gebruikt om een specifiek, praktisch
probleem van een individu of groep op te lossen.
Voorbeeld = een onderzoek dat kijkt of een schoolprogramma de resultaten van de
studenten kan laten verbeteren.

- Basic research = heeft als doel wetenschappelijke theorieën te verbeteren voor een
beter begrip of voorspelling van natuurlijke of andere fenomenen  kennis
verhogen.
Voorbeeld = een onderzoek dat gaat over hoelang het duurt voordat wij mensen een
gezicht herkennen.

- Translational research = ontworpen om de gezondheidsresultaten te verbeteren 
voortborduren op fundamenteel onderzoek om nieuwe dingen te creëren, zoals
therapieën of medische procedures.
Voorbeeld = mindfullness blijkt te helpen tegen stress dus vertalend onderzoek gaat
kijken welke specifieke mindfullness interventies helpend zijn.

De wetenschap is probabilistisch = bevindingen van een onderzoek zullen niet alle gevallen
verklaren  de uitkomsten gelden niet voor iedereen.

Peer review = kijken naar hoe goed een onderzoek is uitgevoerd voordat een artikel wordt
gepubliceerd  verloopt volgens stappen:
1. Onderzoeker publiceert manuscript naar editor van een peer-reviewed tijdschrift;
2. Editor stuurt manuscript door naar peer reviewers;
3. Er wordt feedback teruggestuurd;
4. Onderzoeker past manuscript aan en stuurt het opnieuw naar de editor;
5. Manuscript wordt opnieuw beoordeeld door peer reviewers;
6. Wanneer het goedgekeurd is kan het artikel worden gepubliceerd.

 Dit proces kan maanden of jaren duren en zorgt daarom voor publication lag = kennis in
een wetenschappelijk artikel kan langer dan een jaar oud zijn.

Replicatie: onderzoek wordt herhaald door andere onderzoekers op verschillende locaties
met verschillende methodes  hierdoor kan een artikel steeds meer als waarheid worden
aangenomen.

Evidence-based treatment = behandelingen die worden onderbouwd door wetenschappelijk
bewijs  er is aangetoond dat deze behandeling werkt.

, Hoofdstuk 2

In onderzoek kan een confederaal ingezet worden = een acteur die een specifieke rol speelt
voor de onderzoeksleider  gedragsonderzoek is probabilistisch = de bevindingen kunnen
waarschijnlijk niet altijd alle gevallen kan verklaren.

Er zijn 4 bronnen van kennis:

1. Persoonlijke ervaring  is geen goede bron van informatie om 2 belangrijke
redenen:

- Geen vergelijkingsgroep:
beter/slechter vergeleken
met wat? Vaak hebben
mensen geen idee wat er
zou gebeuren als je een
bepaald gedrag niet zou
doen of weten ze niet
beter omdat ze dit altijd
doen.

- Alternatieve verklaringen: zijn er alternatieve verklaringen (confounds) te bedenken
 wordt de uitkomst door iets anders veroorzaakt dan waar je nu naar kijkt?

2. Intuïtie = onderbuikgevoel/poging om logisch na te denken.

Bias = een probleem bij intuïtie  EEN DENKFOUT.

1. Good story = klinkt logisch  mensen hebben de neiging hebben om complexe
gebeurtenissen of gegevens te vereenvoudigen en te interpreteren in de vorm van
een samenhangend verhaal dat zinvol lijkt.

2. Availability heuristiek = wat als eerste in je opkomt  als iets gemakkelijk in onze
gedachten opkomt, zijn we geneigd te denken dat het waarschijnlijker is of vaker
voorkomt dan iets dat moeilijker te herinneren is  frequentie claim

3. Present/present bias = alleen focussen op wat aanwezig is  mensen hebben de
neiging om onmiddellijke beloningen of voordelen prioriteit te geven boven
toekomstige beloningen of voordelen, zelfs als de langetermijnvoordelen groter of
belangrijker zijn  associatie of causale claim

4. Confirmation bias = de neiging om informatie te zoeken en te interpreteren op een
manier die onze bestaande overtuigingen bevestigt

5. Bias blind spot = mensen hebben de neiging om te geloven dat ze objectiever en
onbevooroordeelder zijn in hun denken en besluitvorming dan de gemiddelde
persoon  niemand is immuun voor biasen!

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sienvanlotringen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.57  1x  sold
  • (0)
  Add to cart