Politieke geschiedenis
Les 5:
Wat gebeurt in 1848 dat invloed heeft op de 3 breuklijnen?
kiescijns worden verlaagd omdat de gematigde liberalen en katholieken schrik hebben
van de revolutie
Wie maakt de revolutie? Het volk, de massa
Om dit te verhinderen worden de kiescijns verlaagd, in de steden (daar was die hoger); het
gaat nog steeds om een zeer kleine elite die kan stemmen
Meetingpartij: verzet zich tegen Brussel en de liberale regering die van Apen een fort willen
maken
Vanaf 1866 is het enkel nog strabaar om te staken
In 1883 is er een redelijk progressief liberaal systeem aan de macht (Orban & Van
Humbeeck); voelen druk vd linkervleugel vd liberalen (algemeen stemrecht etc.)
Komen met een tussenoplossing: wet van 24 aug 1883: idee om criterium te verschuiven
Ervoor vond enkel degene die genoeg belastingen betaalde geschikt om te stemmen en
inbreng te hebben; rijke mensen hadden tijd en meer tijd om het nieuws te volgen (vond
men logisch dat zij mochten stemmen)
Bij de verkiezing vh Nationaal Congres had men éénmalig capaciteitsrecht ingezet
In 1883 komt men met een variant daarvan
De wet zegt: voor de gemeenten mag je stemmen als je een bepaald bedrag belastingen
betaalt (was al naar omlaag gegaan door de katholieken in 1871)
nog 2 categorieën: mensen waarvan we kunnen vermoeden dat ze een diploma lager
onderwijs hebben & mensen die zonder diploma een examen willen afleggen om zich bij te
scholen
in 1883: meest vooruitstrevende liberalen willen algemeen stemrecht en verplicht onderwijs
voor iedereen
gematigde liberalen: “weinig mensen gaan naar school, greep vd kerk is zeer sterk”
“de liberalen zijn met minder dan katholieken”
Katholieken en liberalen gaan na 1850 economisch steeds meer hetzelfde denken
De Belgische economie groeit; degene die rijk zijn, worden rijker (daar zijn ze beide mee
akkoord)
Hebben wel conflict over de levensbeschouwelijke breuklijn:
Het gaat niet over het geloof opzich (veel anti-klerikalen zijn gelovig)
Het gaat om de essentiële plaats die het kerkelijk machtsapparaat inneemt (vd paus tot
pastoren op het platteland en in de katholieke scholen; vormen een aparte wereld)
Wet Nothomb: verplicht een school in elk dorp; op de plaatsen waar de katholieken de
meerderheid hebben, aanvaardt de gemeente een vrije school en richt zelf geen neutrale
school op
Tot 1850 stoot dit niet bij de liberalen
Hulpklasse: niet heel rijk, hebben wel een intellectueel beroep; door de wetten etc. te
kennen en rationeel onderzoek gaan zij vooruit
Wordt steeds militanter anti-klerikaal
Francois Laurent: rechten professor; komt regelmatig in conflict met de katholieke kerk
Bij van Humbeeck krijgt hij de opdracht om het burgerlijk wetboek te herschrijven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ibedegruyter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.