100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Persoonlijkheidspsychologie $8.13   Add to cart

Summary

Samenvatting Persoonlijkheidspsychologie

2 reviews
 172 views  14 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van de artikelen en de slides van het vak Persoonlijkheidspsychologie.

Preview 4 out of 37  pages

  • December 5, 2023
  • 37
  • 2023/2024
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: chanel_edoo • 9 months ago

review-writer-avatar

By: ginavermeulen • 11 months ago

avatar-seller
Samenvatting Persoonlijkheidspsychologie
Blok 2


Week 1 – introductie van persoonlijkheidspsychologie –

Huidige dominante perspectief op persoonlijkheid richt zich op persoonlijkheidstrekken =
relatief stabiele kenmerken die ons gedrag, emoties en denkpatronen beïnvloeden.

Persoonlijkheid = de verzameling van psychologische kenmerken (of trekken) en
psychologische mechanismen die een individu typeren, die op een relatief duurzame manier
georganiseerd zijn, en die de interactie van een persoon met - en diens aanpassing aan - de
intrapsychische, fysieke en sociale omgeving beïnvloeden.

 Kenmerken:
- Kenmerken die beschrijven hoe mensen van elkaar verschillen  beschrijven de
gemiddelde neiging tot denken/voelen/handelen van een persoon  voorbeelden:
vriendelijkheid, nieuwsgierigheid, perfectionisme, geslotenheid...

 Mechanismen:
- Processen (informatie verwerkende activiteit)
 bestaat uit input, beslisregel, en output.

 Organisatie:
- Persoonlijkheidskenmerken zijn op een specifieke manier gestructureerd (mensen
die vriendelijk zijn, zijn bijvoorbeeld meestal ook coöperatief, maar niet noodzakelijk
ijverig of angstig).
- Overeenkomsten tussen kenmerken wijzen op gemeenschappelijke
biologische/omgevingsoorzaken

 Duurzaam:
- Persoonlijkheid is iets dat een persoon met zich meedraagt in de loop van de tijd en
van de ene situatie naar de andere

 Interactie:
- Perceptie
- Selectie
- Evocatie
- Manipulatie
- Beïnvloedt hoe we denken, handelen
en voelen
- Heeft effect op hoe ons leven zich
ontwikkelt

 Aanpassing:
- Aanpassingsvermogen = doelen bereiken, aanpassen en omgaan met uitdagingen en
problemen in het leven

,3 niveaus van persoonlijkheidsanalyse:

1. De menselijke natuur (net als alle anderen)
2. Individuele/groepsverschillen (zoals sommige anderen)
3. Individuele uniekheid (als geen ander)

Nomothetische benadering = universeel, groepen
Idiografische benadering = individueel, uniek

Woorden die persoonlijkheidstrekken beschrijven worden trekbeschrijvende adjectieven (=
bijvoeglijke naamwoorden) genoemd  probleem: mensen zitten vaak ergens tussen in: niet
introvert of extravert = normaalverdeling.

Benaderingen om persoonlijkheid te beschrijven:

- Theoretische Benadering = op basis van theorie worden belangrijke eigenschappen
geïdentificeerd, beschreven, gestructureerd en gemeten  altijd gebaseerd op
enkele observaties/studies  grote verschillen in kwaliteit van theorieën, die de
kwaliteit van taxonomieën beïnvloeden

- Externe Benadering = begint altijd met een groot aantal items.
 Criterium groep = mensen waarvan bekend is dat ze hoog scoren op 1 of
meer eigenschappen.
 Controlegroep = mensen met lagere scores op deze eigenschappen.
 Verschillen worden statistisch getest (atheoretisch).
 Items/vragen waarvan scores verschillen tussen groepen komen in
uiteindelijke vragenlijst

- Lexicale Benadering = begint met lexicale hypothese = alle belangrijke individuele
verschillen zijn in de loop der tijd gecodeerd in de natuurlijke taal.
 Synoniemfrequentie = aantal bijvoeglijke naamwoorden om het kenmerk te
beschrijven.
 Interculturele universaliteit = hoe belangrijker een individueel verschil is in
menselijke transacties, hoe meer talen er een term voor zullen hebben.

De lexicale benadering:
1. Verzamel persoonlijkheid beschrijvende adjectieven uit een woordenboek
2. Verminder het aantal tot een meetbare hoeveelheid (bijv. verwijder
synoniemen, zeldzame en ingewikkelde woorden).
3. Verzamel zelfrapportage gegevens over bijvoeglijke naamwoorden.
4. Analyseer antwoordpatronen (d.w.z. correlaties) met factoranalyse.
5. Label de factoren (bijv. consciëntieusheid, vriendelijkheid).

, Extraversie = actieve sociale betrokkenheid.
• Gezellig, actief, vrolijk, assertief
Big Five model (OCEAN): • Introvert, verlegen, stil, passief

Vriendelijkheid = prosociaal, gericht op
gemeenschap (communion)
• Vriendelijk, behulpzaam, aardig, coöperatief
• Koud, cynisch, agressief, ruziezoekend

Consciëntieusheid = doelgerichte impulscontrole,
organisatie
• Ijverig, georganiseerd, zelfbeheerst, betrouwbaar,
accuraat.
• Lui, slordig, afgeleid, ongeorganiseerd.

Neuroticisme = negatieve en instabiele
emotionaliteit.
• Angstig, gestresst, prikkelbaar, depressief,
wispelturig
• Ontspannen, stabiel, robuust, zelfverzekerd.

Openheid voor ervaringen = mentale diepte,
breedheid, creativiteit, nieuwsgierigheid
• Creatief, nieuwsgierig, intellectueel, innovatief,
artistiek

HEXACO model = big five model + integriteit = oprechtheid, rechtvaardigheid,
bescheidenheid.

Sterke punten Big Five & HEXACO
- (Bijna) allesomvattend beschrijvend model van eigenschappen
- Biedt structuur voor onderzoek en toepassing in de praktijk
- De brede domeinen (OCEAN/HEXACO) omvatten en organiseren veel meer specifieke
deelkenmerken
- Big Five/Six zijn een goede voorspellers van levensuitkomsten

Zwakke punten Big Five & HEXACO
- Mogelijke ontbrekende factoren, zoals: positieve evaluatie, negatieve evaluatie,
mannelijkheid/vrouwelijkheid, religiositeit of spiritualiteit, aantrekkelijkheid
- Afkomstig uit Angelsaksische/Germaanse culturen en talen. Niet altijd intercultureel
repliceerbaar (vooral Openheid & Integriteit)
- Zuiver beschrijvend en zonder verklaring: we weten nog steeds niet waarom deze
vijf/zes factoren überhaupt naar voren zijn gekomen

De mens heeft drie ‘natures’:
1. Biogene natuur = neuropsychologie
2. Sociogene of ‘tweede natuur’ = culturele en sociale kanten van het leven
3. Idiogene natuur = wat jou echt jou maakt

, Eigenschappen = diepe onderliggende psychologische/neurologische entiteiten  ze
beïnvloeden onze gevoelens, gedragingen, gedachtes en verlangens = ABCD’s:

- Affect/Gevoel = hoeveel empathie/compassie ervaar je naar anderen toe? Hoe voel
jij je bij conflicten? Hoeveel plezier heb jij als je helpt?
- Behavior/Gedrag = hoe vaak help je anderen? Hoe vaak bied jij je excuses aan? Hoe
vaak begin je met een conflict?
- Cognition/Gedachten = hoeveel vertrouw je anderen? Hoeveel denk je aan anderen
versus jezelf?
- Desire/Verlangens = hoeveel harmonie heb je nodig? Hoe graag wil je dat anderen
zich goed voelen? Hoe graag wil je anderen begrijpen en begrepen voelen?

 Stelt dat zij door onze biologie worden bepaald, MAAR niet duidelijk wat exacte oorzaken
zijn (welke genen/hersengebieden/hormonen etc.).

Hoe wij ons voelen wordt bepaald door onze persoonlijkheidstrekken, maar ook door de
situatie op elk moment  aanpassen is normaal.

Persoonlijkheidstaat = onze ABCD's op een bepaald moment.

Neurologische verklaringen voor trekken:

1. PEN-model van Eysenck = focust zich op neuroticisme, extraversie en psychotische
 theoretische benadering en stelt dat trekken zeer erfelijk zijn  stelt dat trekken
een psychofysiologische basis hebben.

 Kernidee = extraverte mensen hebben meer stimulatie nodig dan introverte mensen 
introverte mensen hebben minder stimulatie nodig, maar worden gemakkelijker
overweldigd.

Neurologische oorzaken voor:
- Extraversie: minder gevoelig ascenderend reticulair activerend systeem (ARAS):
Verantwoordelijk voor arousal (‘opwinding’), aandacht, slaap-waak-cyclus
- Neuroticisme: verhoogde reactiviteit limbisch systeem verantwoordelijk voor (onder
andere) emotionele verwerking
- Geen theorie voor psychoticisme

2. Reinforcement Sensitivity Theorie van Gray = in hoeverre word je gemotiveerd door
beloond worden vs. (niet) gestraft worden.

Neurologische systemen verantwoordelijk voor persoonlijkheidsverschillen:
- Gedragsactivatie (BAS; gevoeligheid voor positieve stimuli/beloning)
- Gedragsinhibitie (BIS; gevoeligheid voor negatieve stimuli/straf)
= Angst + impulsiviteit.

 Goed bewijs voor individuele verschillen in stimulusverwerkingssystemen (d.w.z.
belonings- en strafgevoeligheid) en enig bewijs voor neurotransmitters (dopamine).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sienvanlotringen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.13. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79202 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.13  14x  sold
  • (2)
  Add to cart