Samenvatting van het boek Sociale Psychologie, dit vak wordt gegeven in het eerste leerjaar van de opleiding Toegepaste Psychologie. H.2 ontbreekt, dit is geen tentamen stof voor de opleiding Toegepaste Psychologie aan het Saxion in Deventer. Alle belangrijke begrippen van het boek zijn vermeld in ...
Clear summary, all the test material is in it!
Seller
Follow
fgrondsma
Reviews received
Content preview
Sociale psychologie
10e editie
H1. Inleiding tot de sociale psychologie
1.1Wat is sociale psychologie?
Psychologie: de wetenschappelijke studie naar het gedrag en het innerlijke
leven (gedachten en gevoelens) van mensen.
Sociale psychologie: de wetenschappelijke studie naar de manier waarop de
werkelijke of denkbeeldige aanwezigheid van mensen de gedachten, gevoelens
en gedragingen van andere mensen beïnvloedt.
Fritz Heider: 1985 grondlegger sociale psychologie
Sociale invloed: het effect dat de woorden, daden of alleen de aanwezigheid
van andere mensen hebben op onze gedachten, gevoelens, houdingen en/of
gedrag.
Empirische methode: op waarneming en/of onderzoek gebaseerde methode
voor het toetsen van hypothesen.
Hypotheses: een als voorlopige waarheid aangenomen, maar nog te bewijzen
veronderstelling.
Determinant: bepalende factor van menselijk gedrag, ontwikkeling of toestand.
Natuurlijke selectie: het verschijnsel dat in de evolutie sommige organismen
uit een bepaalde populatie beter in hun omgeving passen en zo meer kans
hebben om te zorgen voor overlevende nakomelingen dan minder goed
aangepaste organismen.
Evolutionaire psychologie: wetenschappelijke discipline die sociaal gedrag
probeert te verklaren op basis van erfelijke factoren die zich door de tijd heen
hebben ontwikkeld volgens de principes van natuurlijke selectie.
Individuele verschillen: de aspecten van de persoonlijkheid die mensen
onderscheiden van anderen.
Construct: de manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen, begrijpen
en interpreteren.
Crosscultureel onderzoek: onderzoek dat is opgezet met het oog op het
analyseren van gelijkenissen en verschillen tussen mensen uit verschillende
culturen.
,1.2 De macht van de situatie
Fundamentele attributiefout: neiging om de mate waarin iemands gedrag
wordt veroorzaakt door de rol van persoonlijke eigenschappen en andere interne
factoren te overschatten en de rol van externe, situationele te onderschatten
(ook wel correspondentievertekening genoemd).
Attributie: het toeschrijven van oorzaken aan het eigen of aan andermans
gedrag en het daarmee voorzien van verklaringen.
Correspondentievertekening: neiging om de mate waarin iemands gedrag
wordt veroorzaakt door de rol van persoonlijke eigenschappen en andere interne
factoren te overschatten en de rol van externe, situationele factoren te
onderschatten (ook wel fundamentele attributiefout).
1.3 De macht van sociale interpretatie
Behaviorisme: psychologische stroming die ervan uitgaat dat je om menselijk
gedrag te kunnen begrijpen slechts hoeft te kijken naar de bekrachtigende of
straffende eigenschappen van de omgeving.
Gestaltpsychologie: psychologische stroming die het belang benadrukt van het
bestuderen van de persoonlijke (subjectieve) manier waarop een object wordt
waargenomen (het gestalt of geheel), in plaats van het bestuderen van de
manier waarop objectieve, fysieke eigenschappen zich combineren tot het object.
Fenomenologie: filosofische stroming die probeert door de geestelijke-intuïtieve
beschouwing (door de directe ervaring) van de dingen, niet door rationele kennis,
de wereld en het wezen der dingen te beschrijven.
Optische illusie: zoals deze foto, is het een eend die naar links kijkt of is het
een konijn die naar rechts kijkt? Er is geen objectief antwoord; het antwoord is
alleen te vinden als je kijkt naar de manier waarop je dit plaatje op een bepaald
moment construeert (interpreteert).
Naïef realisme: de overtuiging dat we dingen waarnemen zoals ze echt zijn,
daarbij onderschattend hoeveel we dat wat we zien, interpreteren of zelfs
verdraaien.
1.4 De oorsprong van constructen: fundamentele menselijke motieven
Zelfwaardering: de beoordeling van mensen van wat ze zelf waard zijn; dat wil
zeggen: de mate waarin ze zichzelf als goed, competent en fatsoenlijk zien.
Positieve zelfwaardering: een positieve waardering van zichzelf, dat wil
zeggen: zichzelf beschouwen als bijvoorbeeld goed, competent en beschaafd.
Zelfverheffingsmotief: de voorkeur die mensen hebben voor informatie die hen
in een positief daglicht stelt, ofwel voor informatie die hun zelfwaardering doet
stijgen.
Sociale cognitie: hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld; het
selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken van sociale informatie om
oordelen te vormen en beslissingen te nemen.
Accuraatheidsmotief: de behoefte van mensen om een beeld te creëren dat zo
veel mogelijk met de werkelijkheid overeenkomt.
, Self fulfilling prophecy: in het Nederlands; zelf vervullende voorspelling. Je
verwacht bepaalde gedrag van jezelf of van iemand anders, dus handel je op zo’n
manier dat je verwachting waarheid wordt.
H. 3 Sociale cognitie: hoe we denken over de sociale wereld
3.1 De sociale denker: twee soorten sociaal denken
Sociale cognitie: hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld; het
selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken van sociale informatie om
oordelen te vormen en beslissingen te nemen.
Automatisch denken: denken dat onbewust, onopzettelijk, onwillekeurig en
zonder inspanning plaatsvindt.
Gecontroleerd denken: denken dat bewust, opzettelijk en uit vrije wil
plaatsvindt en dat inspanning vereist.
3.2 Automatisch denken met schema’s: mensen als alledaagse theoretici
Schema’s: mentale structuren die mensen gebruiken om hun kennis over de
sociale wereld te organiseren in categorieën en om nieuwe informatie te
begrijpen.
Scripts: schema’s over specifieke gebeurtenissen, oftewel de beschrijving van
hoe zo’n gebeurtenis gewoonlijk verloopt.
Sociale categorisatie: het begrijpelijker maken van de sociale wereld door
mensen op basis van enkele kenmerken in te delen in categorieën.
Toegankelijkheid van schema’s: mate waarin schema’s en concepten zich op
de voorgrond van ons bewustzijn bevinden waardoor het waarschijnlijk is dat we
ze gebruiken bij onze interpretatie van de sociale wereld.
Priming: het proces waarbij recente ervaringen de toegankelijkheid van een
schema, kenmerk of concept verhogen.
Perseveratie-effect: fenomeen dat opvattingen van mensen over zichzelf en de
sociale wereld aanhouden, ondanks bewijzen van het tegendeel.
Bestraffingseffect: het fenomeen dat positieve opvattingen over de sociale
wereld waarvan bewezen wordt dat ze onjuist zijn, kunnen omslaan naar zeer
negatieve opvattingen.
Negativiteitsbias (negativiteitseffect): het verschijnsel dat we negatieve
gebeurtenissen en informatie gemakkelijker opmerken dan positieve, dat die ons
sterker beïnvloedt en dat we ons deze gemakkelijker herinneren.
Selffulfilling prophecy: de verwachtingen van het eigen of andermans gedrag
komen sneller uit, omdat deze verwachtingen onze interpretaties en gedrag
sturen.
Pygmalion effect: een positieve variant van de selffulfilling prophecy, waarbij
iemand beter gaat presteren door de positieve verwachting die anderen van
diegene hebben.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fgrondsma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.46. You're not tied to anything after your purchase.