Dit document bevat alle belangrijke onderwerpen per week van het vak loonheffingen. Alle onderwerpen die je moet leren om het tentamen te halen, vind je terug in dit document. Dit document is gebaseerd op de colleges, het boek en oefententamens
Belangrijke onderwerpen per week
Week 1 Subjectieve belastingplicht
Subjectieve belastingplichtige:
Art. 1 Wet LB noemt de volgende belastingplichtigen:
- Werknemers:
Art. 2 LB definitie & bijzonderheden/uitzonderingen:
Art. 2 lid 1 Wet LB
1. Eerste omschrijving: De natuurlijke persoon die in dienstbetrekking
(privaatrechtelijk & publiekrechtelijk) staat tot een inhoudingsplichtige.
2. Tweede omschrijving: Pensioengerechtigden
3. Derde omschrijving: De natuurlijke persoon die loon geniet van een
inhoudingsplichtige uit een dienstbetrekking van een ander. Denk aan Philips
die een studiebeurs geeft aan de kinderen van haar werknemers.
Vereisten dienstbetrekking (art. 7:610 BW):
- Loon: De hoogte van het loon is niet relevant zolang het meer dan een kostenvergoeding is.
- Arbeid: vereist dat de werknemer persoonlijk arbeid verricht. Je moet je niet zonder
toestemming kunnen laten vervangen. De arbeid moet enige tijd plaatsvinden en niet
eenmalig zijn.
- Gezag: De werknemer is bij het verrichten van zijn werkzaamheden onderworpen aan het
gezag van zijn werkgever. Dat kan beoordeeld worden aan de hand van:
- Verplichting tot het verrichten van werkzaamheden (feiten en omstandigheden)
- Aanwijzingen en opdrachten
- Aard van de werkzaamheden
- Wezenlijk onderdeel van de bedrijfsuitoefening (inbedding).
- Organisatorische kader: denk aan arresten zoals Uber, Helping Helping en Deliveroo
- Geen dienstbetrekking:
Art. 2 lid 3 Wet LB: degene die buiten NL woont (art. 4 lid 1 AWR) en 100% buiten NL
werkzaam is.
Art. 2 lid 4 Wet LB: degene die buiten NL woont en 90% of meer buiten NL werkzaam
is. Wel moet je dan onderworpen zijn aan belastingheffing in een verdragsland of
Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de BES-eilanden.
Onderworpen zijn betekent dat je aangifte doet voor dezelfde of een
vergelijkbare aangifte
Art. 2 lid 5 Wet LB: degene die buiten NL woont en minder dan 90% buiten NL
werkzaam is. Wel moet je dan feitelijk onderworpen zijn aan belastingheffing in een
verdragsland of Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de BES-eilanden.
Feitelijk onderworpen betekent dat je een aanzienlijk bedrag aan belasting
betaalt.
Leden 3 t/m 5 zijn niet van toepassing (dus wel sprake van dienstbetrekking) op de werknemer die:
- Werkzaam is als bestuurder of commissaris van een in NL gevestigde vennootschap
- In dienstbetrekking is bij de staat Der Nederlanden.
- Uitgezonden is krachtens een verdrag waar de staat Der Nederlanden partij van is.
, Art. 2 lid 6 Wet LB: Vrijwilligers hebben geen dienstbetrekking indien minder dan 190
euro per maand of minder dan 1.900 per jaar wordt ontvangen.
- Fictieve dienstbetrekkingen
Art. 3 lid 1a en 1b LB: persoonlijk aannemen van werk van stoffelijke aard anders dan
in het kader van een zelfstandige onderneming of beroep en anders dan als
thuiswerker.
Art. 3 lid 1c en 1d LB: Bij bemiddelingsdiensten met 1 opdrachtgever, die niet van
bijkomstige aard zijn en normaal gesproken door maximaal twee andere personen
wordt geholpen. Een voorbeeld is de verzekeringsagent die slechts diensten van 1
opdrachtgever verkoopt.
Art. 3 lid 1 e LB: stagiaires die loon genieten zoals een stagevergoeding.
Art. 3 lid 1f LB: het 15-jarige kind dat werkzaam is in de onderneming van zijn ouders.
Art. 3 lid 1g LB: de bestuurder van een coöperatie. Bij een dergelijke bestuurder
ontbreekt de gezagsverhouding ten aanzien van de bestuurlijke taken.
Art. 3 lid 1h LB: de bestuurder van een beursgenoteerde onderneming. deze
bestuurder moet niet verward worden met de DGA die werkt voor zijn eigen
onderneming.
Wel geldt dat er geen fictieve dienstbetrekking is als voor een natuurlijke persoon wordt gewerkt in
een persoonlijke hoedanigheid, art. 3 lid 2 Wet LB.
Art. 4 lid 1a en 1b LB: thuiswerker en de hulp van de thuiswerker.
- Er moet tenminste 2/5e van het minimumloon worden verdiend
- De werkzaamheden moeten langer dan een maand duren (art. 2b Uitv. Besl. LB)
Art. 4 lid 1c LB: topsporter die een inkomensvergoeding of kostenvergoeding
ontvangt.
Art. 4 lid 1d LB: De DGA die werkzaamheden verricht voor zijn eigen b.v.
Art. 4 lid 1 e LB: uitzendkrachten
Art. 4 lid 1f LB: degene die werkzaamheden verricht die maatschappelijk gelijkgesteld
moeten worden met een dienstbetrekking, kan na het indienen van een gezamenlijke
verklaring met de beoogde inhoudingsplichtige bij de belastingdienst worden
aangemerkt als werknemer, art. 2g Uitv. Besl. LB.
Art. 5 LB: Huishoudelijke hulp:
De huishoudelijke hulp wordt niet geacht in dienstbetrekking te zijn als ze aan de volgende eisen
voldoen:
- De diensten bestaan voor 90% of meer uit huishoudelijke taken of zorgtaken
- De huishoudelijke hulp werkt maximaal 3 dagen per week.
- De huishoudelijke hulp werkt voor een natuurlijke persoon.
, Week 2 Inhoudingsplichtige en gebruikelijk loon
- Art. 6 lid 1 LB: Inhoudingsplichtige
Sub a : Een inhoudingsplichtige is eenieder tot wie een of meer personen in
dienstbetrekking staat.
Sub b: degen die loon uit een vroegere dienstbetrekking verstrekt. Voorbeelden
zijn pensioenfondsen en het UWV.
Sub c: degene die loon verstrekt ingevolge een vrijgestelde aanspraak. UWV
betaalt soms uitkering (bijvoorbeeld ziektegeld) terwijl de dienstbetrekking nog
bestaat.
- Art. 6 lid 2 LB: Buitenlandse inhoudingsplichtige
Een in het buitenland woonachtige of gevestigde werkgever wordt alleen als
inhoudingsplichtige aangemerkt, indien hij:
Sub a: in Nederland beschikt over een vaste inrichting of vaste
vertegenwoordiger of
Na aanmelding bij de inspecteur.
- Art. 6 lid 3 LB: Vast inrichting en vertegenwoordiger
Sub a: een vaste inrichting is een vaste bedrijfsinrichting met behulp waarvan de
werkzaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden
uitgeoefend. Een opslag is bijvoorbeeld geen vaste inrichting, omdat er geen
werkzaamheden worden verricht. Een fabriek of kantoor is wel een vaste
inrichting.
Als je langer dan 12 maanden werkzaam bent op een plek, dan kwalificeert de
plek als een vaste inrichting.
Sub b: bij werkzaamheden op, in of boven het Noordzeewinningsgebied kan er
sprake zijn van een vaste inrichting. Er moet tenminste 30 aaneengesloten dagen
gewerkt worden.
Sub c: een uitzendbureau kan als inhoudingsplichtige worden aangemerkt als zij
in het buitenland gevestigd is en bemiddelt tussen een opdrachtgever en
werknemer, art. 2a en 3 Uitv. Besl. LB.
- art. 6 lid 4 LB: Diplomatieke, consulaire en andere vertegenwoordigers zijn geen
inhoudingsplichtigen, art. 39 AWR. Maar dan alleen over het loon dat zijn voor hun
ambt verdienen. Een inkomen/loon buiten het ambt valt niet onder de vrijstelling.
- Art. 6 lid 5: indien de pensioen uitbetaald wordt voor de pensioendatum of in 1 keer
wordt uitgekeerd, dan is de verzekeraar de inhoudingsplichtige.
- Art. 6 lid 6 LB: bij een concern kan op gezamenlijke verzoek de fabriek waarnaar de
werknemer uitgezonden wordt als inhoudingsplichtige worden i.p.v. de buitenlandse
rechtspersoon die de werknemer uitzendt.
Inhoudingsplichtige bij fictieve dienstbetrekking (art. 7 LB): zie artikel
,- Gebruikelijk loon
Waarom wordt het gebruikelijke loon toegepast bij dga’s?
Een dga kan zelf beslissen om wel of niet loon uit te keren (art. 4 lid 1d LB)
Een dga kan zelf beslissen hoeveel loon wordt uitgekeerd (art. 12a LB)
Een dga kan zelf beslissen wanneer loon wordt uitgekeerd (art. 13a lid 3 LB)
Noem drie manieren voor de dga om geld op te nemen uit de vennootschap
Lenen van de BV (gratis, wel belasting betalen over de rente en verplichting
terugbetaling)
De bv keert dividend uit aan de dga (slechts 26,9% belasting)
De bv keert loon uit aan de dga
Om dit tegen te gaan is de gebruikelijk-loonregeling van art. 12a lid 1 LB opgenomen. Wat
zijn de eisen:
Werknemer of bestuurder
Hij of zijn partner een aanmerkelijk belang heeft in een lichaam er is sprake van
een AB indien hij of samen met zijn partner 5% van een soort aandelen heeft, zie art.
4.6 Wet IB.
Arbeid verricht
Hoogte gebruikelijk loon:
Ongeacht of er wel of niet loon wordt uitgekeerd wordt het loon ten minste
vastgesteld op de hoogste van de volgende 3 bedragen:
100% van het loon in de meest vergelijkbare dienstbetrekking
Het loon van de meestverdienende werknemer
51.000 euro
Wat wordt verstaan onder de meest vergelijkbare dienstbetrekking?
De dienstbetrekking die voldoet aan de volgende voorwaarden (art. 12 lid 5c LB):
- De werknemer heeft geen aanmerkelijk belang in zijn werkgever
- De dienstbetrekking is zowel bij de inhoudingsplichtige als bij de belastingdienst
bekend.
- Het loon is bekend of in redelijkheid kan worden geschat
- Het loon is vastgesteld op de waarde in het economische verkeer.
› Art. 12a lid 2 LB biedt een mogelijkheid om het gebruikelijk loon lager vast te stellen:
Indien 100% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager
is dan het gebruikelijk loon volgens lid 1, dan wordt het gebruikelijk loon
overeenkomstig verlaagd
Voorbeeld 1:
Stel, de heer A is bakker en 100% aandeelhouder van Bakkerij A BV. Hij werkt 5 dagen per
week en een vergelijkbare bakker verdient ongeveer €45.000 op jaarbasis. Op grond van art.
12a lid 1 LB zou dan een gebruikelijk loon van €51.000 moeten worden aangenomen. Echter,
, door de tegenbewijsregeling van art. 12a lid 2 LB mag €45.000 als gebruikelijk loon in
aanmerking worden genomen. Het is namelijk aannemelijk dat het hoogste bedrag, bedoeld
in het eerste lid, hoger is dan het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. In een
dergelijk geval wordt het loon, in afwijking van het eerste lid, gesteld op het loon uit de
meest vergelijkbare dienstbetrekking.
Voorbeeld 2:
Zelfde voorbeeld als daarnet. De heer A huurt een bedrijfsleider in en die ontvangt €55.000
per jaar. Op basis van lid 1 zou dit dan ook het gebruikelijk loon zijn. Opnieuw verhindert lid 2
dit, omdat het nog steeds aannemelijk is dat dit bedrag hoger is dan de €45.000 (loon uit de
meest vergelijkbare dienstbetrekking). Het gebruikelijk loon blijft dan €45.000.
Concernregeling (art. 12a lid 3 LB):
Indien een DGA werkzaam is voor meerdere vennootschappen dan wordt het
gebruikelijke loon niet per vennootschap vastgesteld. De verloning kan dus
plaatsvinden in 1 BV.
Uitzondering gebruikelijk loon (art. 12a lid 4 LB):
Indien het gebruikelijke loon bepaald aan de hand van lid 1, 2 en 3 minder dan 5.000
euro bruto per jaar bedraagt hoeft geen loon te worden gerekend.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ibrahimbitar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.66. You're not tied to anything after your purchase.