100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Humane levenscyclus 1 - Deeltentamen 2 $4.31
Add to cart

Summary

Samenvatting Humane levenscyclus 1 - Deeltentamen 2

2 reviews
 240 views  8 purchases
  • Course
  • Institution

De volledige tentamenstof van humane levenscyclus 1 deeltentamen 2. Hierin zijn zowel het boek (levenscyclus van de mens), de hoorcolleges en de werkgroepen verwerkt. Voor dit vak haalde ik een 8!

Preview 4 out of 55  pages

  • February 6, 2018
  • 55
  • 2017/2018
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: neftalicohen • 5 year ago

review-writer-avatar

By: martineklep • 6 year ago

avatar-seller
Humane levenscyclus
Stof deeltentamen 2
- HC 1- Anatomische vlakken en termen
Hoofd <-> Staart
Craniaal/cephalo <-> Caudaal
Anterior <-> Posterior

Cephalocaudal; Van het hoofd naar de staart
Incorporation; opnemen in het lichaam

Lateraal; naar opzij
Mediaal; naar het midden

Distaal; in de richting van het uiteinde (ver weg)
Proximaal; in de richting van de basis (dichtbij)

Ventraal; buikkant
Dorsaal; rugkant

Superior; van beneden naar boven
Inferior; van boven naar beneden

Coronaal; kroon, waar je tegen aan kijkt, loodrecht op dorsaal en ventraal. Dus van de zijkant
opengesneden.
Sagittaal; in de richting van een afgeschoten pijl, dus midden door je borstbeen. Loodrecht op links en
rechts.
Transversaal; Door je middel gesneden

,- Gameten
Nieuw leven begint bij de conceptie. Hiervoor zijn gameten (voorplantingscellen) nodig, ééntje van je
vader en ééntje van je moeder. De mannelijke gameten worden geproduceerd in de testis. De
vrouwelijke gameten worden geproduceerd in het ovaria (de eierstokken).
Gametogenese = de productie van gameten

- Spermatogenese; (man)
De productie van spermatozoa begint in de testis bij een temperatuur van 33-34 graden. De testis zijn
verdeeld in twee compartimenten. In ieder compartiment bevindt zich een lange, opgekruilde buis,
de ductus seminiferus.
Voor de pubertijd bevat deze buis geen lumen (holten). Je hebt dan 2 celtypen in de buis; de
primoriale kiemcel en de steuncel. De steuncellen komen uit het oppervlakte-epitheel van de testis
en heten sertolicellen. Aan het begin van de pubertijd verandert de structuur van de buis. Er worden
lumen gevormd en de cellen in de wand gaan differentiëren. Dit proces komt op gang door
hormonale veranderingen. De primordiale kiemcellen kunnen zich nu gaan ontwikkelen tot
spermatozoa. -> spermatogenese

1. Aan het begin van de pubertijd ontwikkelen de primordiale kiemcellen in de buitenste cellaag van
de ductus seminiferus zich tot spermatogoniale stamcellen, oftewel spermatogonia. Deze cellen
bevatten de elementen die ook horen bij somatische cellen, waaronder een celkern met 46
chromosomen, cytoplasma, mitochrondriën etc. Ze kunnen zich gaan delen volgens de mitose (2
nieuwe identieke spermatogonia) of volgens het proces van meiose. Je krijgt nu secundaire
spermatocyten. Bij meisose ontstaan haploïde geslachtcellen. Bij de volgende celdeling wordt van
ieder chromosoom één chromatide afgestaan. Dan heb je spermatiden.
2. De spermatiden ontwikkelen zich tot niet-functionele spermatozoön. De vorming van spermatiden
is nog hetzelfde als het ontwikkelen van een normale cel. De cel moet van vorm veranderen om een
spermacel te worden. Overtallige structuren moeten worden afgestoten en er moet een staart
ontwikkelen.
Spermiogenese; het ontwikkelen van spermatide tot spermatozoön.
De mitochondriën verzamelen zich bij de staart van het spermatide. (motoren van de cel)
Op de kop van de spermatide vormt zich het acrosoom, met enzymen waaronder hyaluronzuur.
Het cytoplasma wordt nu afgestoten. De vorm van spermatozoön is nu geschikt voor snelle
voortbeweging. Dat kan alleen in deze fase nog niet zelfstandig. Door het afstoten van het cytoplasma
heeft de spermatozoön geen energiereserves meer. Daarom is het spermatozoön nu van zijn
omgeving afhankelijk voor glucose. De spermatozoön kan zich nu los gaan maken van de ductus
seminiferus. De ductus seminiferus beweegd. De spermatozoa worden in de richting van de
epididymis (bijballen) geduwd. De spermatozoa verblijven hier 1 à 2 weken. Hier worden ze gemengd
met vocht waardoor ze zelfstandig kunnen voortbewegen. In dit stadium kunnen ze echter nog geen
eicellen bevruchten. Het oppervlaktemembraan krijgt veel oppervlaktereceptoren. In de vesiculae
seminales (zaadblaasjes) wordt het membraan bedekt met een laagje coating dat uit het vocht komt.
3. De rijping van spematozoön vindt pas plaats in de uterus (baarmoeder). Hier worden de
eiwitcoating en een groot deel van de oppervlaktemembraanmoleculen verwijderd. Het
overgebleven deel kan zich nu binden aan de zona pellucida van de oöcyt. Er kan nu bevruchting
plaatsvinden.
Het rijpingsproces duurt 72-74 dagen lang. Dagelijks worden er 300 miljoen spermatozoön
geproduceerd.

De hypothalamus produceert het hormoon GnRH. Dit hormoon bestaat uit 10 aminozuren. De
productie wordt gereguleerd door o.a. neurotransmitters. GnRH stimuleert de voorkwab van de
hypofyse tot productie van gonadotrofinen; LH en FSH.
LH; productie van testosteron in de leydigcellen in de interstitiële ruimte van de testis

,FSH; stimuleert samen met testosteron het aanzetten van de spermatogenese in sertolicellen

Dus; 2 testis -> 2x ductus seminiferus, primordiale kiemcel en steuncel (sertolicellen). In de pubertijd
ontstaan lumen en gaan de cellen differentiëren. Primordiale kiemcellen -> spermatogonia ->
spermatide -> spermatozoön (mitochondrien/acrosoom) gaan los van de ductus seminiferus en
komen in de bijballen.

- Oögenese (vrouw)
De ovaria produceert de vrouwelijke geslachtcellen. Tijdens de foetale ontwikkeling van het meisje
ontstaan uit de primordiale kiemcellen de oögonia. (spermatogonia bij de man)
De oögonia kunnen door mitose delen tot nieuwe oögonia. De oögonia gaan in clusters liggen. Alle
oögonia zijn waarschijnlijk ontstaat uit één oögonium. De oögonia zijn omgeven door een laag
epitheelcellen, de zogeheten follikelcellen, uit de wand van het ovarium. Een deel van de oögonia
begint aan de meiotische ontwikkeling. De meeste meeste oögonia blijven zich delen totdat het
maximum in beide ovaria is bereikt van ongeveer 5 miljoen oögonia. Dit is ongeveer in de vijfde
maand. Er zijn primaire oöcyten ontstaan.
De primaire oöcyt en follikelcellen wordt de primordiale follikel genoemd. De vorming van de
primordiale follikels vindt plaats tussen de 3 e en 7e maand van de foetale ontwikkeling. Aan het einde
van de 7e maand heb je bijna geen oögonia meer. Bij de geboorte beschikken meisjes over 1-2 miljoen
primordiale follikels. De rijping van de primaire oöcyt tot een ovum verloopt in stappen.
1. Ontwikkeling primaire follikel:
Vanaf de pubertijd wordt FSH aangemaakt waardoor enkele primordiale follikels beginnen aan hun
verdere rijping. De follikelcellen van de primordiale follikel beginnen zich te vermenigvuldigen,
veranderen van vorm en vormen een structuur rondom de primaire oöcyt. De follikelcellen heten nu
granulosacellen. Op het grensvlak van de primaire oöcyt en de granulosacellen worden de zona
pellucida gevormd. Dit zijn uit elkaar groeiende uitstulpingen met een laag glycoproteïnen ertussen.
Het stroma van het ovarium dat om de granulosacellen ligt differentieert tot de thecacellen, theca
folliculi. De follikel is nu een primaire follikel geworden.




2. Ontwikkeling secundaire follikel:
De granulosacellen produceren vocht. Er ontstaan tussen de granulosacellen holtes met vocht. De
thecacellen differentiëren zich in de theca interna en theca externa.
De theca interna gaat samen met de granulosacellen een rol spelen bij de productie van oestrogenen.
De buitenste laag van de theca bestaat uit bindweefselkapsel; de theca externa.
De primaire follikel heeft zich nu in een secundaire follikel ontwikkeld.




3. Ontwikkeling tertaire follikel:
Ongeveer 10 dagen na het ontstaan van de menstruele cyclus begint de tertaire follikel zich te
ontwikkelen. Slechts één follikel rijpt per maand. De holtes tussen de granulosacellen nemen toe in
grootte en vloeien samen (antrum). De primaire oöcyt wordt naar de rand van het follikel geduwd.

, Hier blijft het nog wel omringd door granulosacellen. De grootte van het follikel neemt enorm toe. De
grootte van de follikel veroorzaakt een uitstulping in de ovariumwand. Meiose 1 wordt voltooid met
de LH-piek. Het eerste poollichaampje en de secundaire oöcyt vormen zich. De secundaire oöcyt
begint nu aan meiose 2.
4. Ovulatie: De secundaire oöcyt komt uit het follikel in de ampulla van de tuba uterina (eileider). De
secundaire oöcyt wordt omgeven door granulosacellen van de cumus oöphorus. Deze voorzien de
secundaire oöcyt van voedingsstoffen.
5. Vorming van het corpus luteum (geelachtig lichaam):
Na de ovulatie is het follikel leeg. De achtergebleven granulosacellen groeien uit tot een
hormoonproducerende structuur, het geelachtig lichaam. De vetten worden gebruikt om onder
invloed van LH progesteron te produceren.
6. Vorming van het corpus alibicans
Wanneer er geen zwangerschap optreedt, vermindert ong. 12 dagen na de ovulatie de productie van
progesteron en oestrogeen. Fibroblasten (bindweefselcellen) groeien het corpus luteum in en er
ontstaat een litteken. De menstruatie cyclus is nu afgelopen.
Er begint een nieuwe cyclus wanneer een andere groep menstruele follikels wordt gestimuleerd door
FSH.
Wanneer er wel een zwangerschap optreedt, blijft het corpus luteum nog functioneren als
hormoonproducent. Deze taak wordt later overgenomen door de placenta.

Dus;
Primordiale follikel; primaire oöcyt en follikelcellen. (FSH!!)
Primaire follikel; primaire oöcyt, granulosacellen (uit follikelcellen), zona pellucida en theca cellen.
Secundaire follikel; primaire oöcyt, granulosacellen met holtes vocht, zona pellucida, theca interna
(oestrogenen) en theca externa (bindweefselkapsel).
Tertaire follikel; primaire oöcyt, granulosacellen met grote holtes vocht, zona pellucida, theca interna
(oestrogenen) en theca externa (bindweefselkapsel) -> grote follikel.
Er wordt een secundaire oöcyt gevormd met poollichaampje.
Ovulatie; secundaire oöcyt met granulosacellen komt vrij in de eileider. De achtergebleven
granulosacellen vormen het gele lichaam. Zonder bevruchting groeien fibroblasten in het gele
lichaam.




De ontwikkeling van de follikels begint door FSH. Iedere maand begint dit proces opnieuw en
ontwikkelen primordiale follikels zich tot primaire follikels. In de thecacellen wordt androsteendion
uit cholesterol geproduceerd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dtb183. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.31  8x  sold
  • (2)
Add to cart
Added