De powerpoints uitgewerkt.
Hoofdstuk 13 van praktijkboek leerlingenzorg (meer- en hoogbegaafde leerlingen)
hoofdstukken 1-7, 9, 13, 16 van gedragsproblemen in de klas in het basisonderwijs
H1 en 16
Pedagogiek: wetenschap die nadenkt over het opvoeden met de bedoeling om de opvoedingspraktijk te
verhelderen, te ondersteunen en eventueel te verbeteren.
Orthodidactiek: richt zich op problematische onderwijssituaties.
Orthopedagogiek: richt zich op problematische opvoedingssituaties.
Leerkrachten bekwamen zich in dit handelen -> lukt het achter het storende gedrag het hulpvragende kind
te zien? (Kok, 1999).
Het speciaal onderwijs is onderverdeeld in 4 clusters:
Cluster 1: blind of slechtziend zijn
Cluster 2: doof of slechthorend zijn, of ernstige spraak-taalmoeilijkheden hebben
Cluster 3: verstandelijke beperking, een lichamelijke beperking of een chronische ziekte
Cluster 4: gedragsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen of een psychiatrisch probleem
Leerproblemen: leerprocessen komen niet op gang of stagneren (kan verholpen worden)
Leerstoornissen: afwezigheid of afwijking van een lichamelijke of geestelijke functie of structuur
Comorbiditeit: het tegelijkertijd hebben van twee of meer stoornissen of aandoeningen.
Nature: eigenschappen bepaald door aanleg (genen)
Nurture: eigenschappen bepaald door opvoeding (omgeving)
Normaal: door de meeste mensen geaccepteerd wordt of dat wat de meeste mensen doen. Het wijkt niet af
van de gangbare praktijk, ofwel iets verloopt volgens de regel.
(vaak cultuurgebonden - wijkt niet af van de meerderheid)
Psychopathologisch: door je psyche kun je ‘ander’ gedrag vertonen
- Interactioneel – door interactie met anderen
- Medisch – door ziekte/pijn
- Omgeving – omgevingsfactoren veroorzaken of houden gedrag in stand
Psychopathologie: de wetenschap die het geestelijk lijden bestudeert
• Het geheel aan beschrijvingen van stoornissen, oorzaken ervan en behandelingen ervoor
Symptomen: ziekteverschijnsel, kenmerk
Syndromen: combinatie van symptomen die behoren tot een specifieke stoornis
Executieve functies
Verzameling denkprocessen (functies) die belangrijk zijn voor het uitvoeren (executie) van sociaal en
doelgericht gedrag.
Taakinitiatie, aandacht, emotieregulatie, werkgeheugen, inhibitie, cognitieve flexibiliteit
• Bij veel stoornissen zijn er problemen in de EF-gebieden
• Ontwikkeling door aanleg en ervaring
• Executieve functies kun je trainen
Ontwikkelingen in de maatschappij hebben invloed op het gedrag van leerlingen
Informalisering – Individualisering – Internationalisering – Informatisering – Intensivering
, Gedragsstoornis
- niet te verhelpen.
- oorzaak zit in de genen of de neurologie van iemand.
- Het probleem zit in de aanleg of rijping van het zenuwstelsel of in de bouw van de hersenen.
- Je invloed op een stoornis is beperkt.
- langer dan een half jaar en grotere intensiteit en hoeveelheid problematiek
Gedragsprobleem
- Ontstaat door verkeerde interactie tussen kind en omgeving. Het is situationeel bepaald.
- Het is gebonden aan iets uit de omgeving, bijv. een trauma, slechte opvoeding, leerproblemen, of de
relatie met de leerkracht.
- Het is het gevolg van iets.
- Het wordt gezien als minder erg en vooral oplosbaar.
Rol van de leraar:
Zet in op de relatie met kinderen
Erken goed gedrag
Relativeer ongewenst gedrag
elke dag een schone lei
Ratio 4:1 is een handig hulpmiddel: tegenover 1x kritiek, moeten 4 complimenten staan.
Theorie van de groepsdynamica -> fases van groepsvorming
forming - Groepsleden kennen elkaar nog niet, of weten niet of alles bij het oude is
gebleven.
- groep is vaak nog heel rustig
storming - weten verwachtingen
- botsingen, onenigheid en ruzietjes
- hiërarchie wordt bepaald
norming - de leiders bepalen hoe er in de groep met elkaar wordt omgegaan. Zij
bepalen soms onbewust, soms bewust, de ongeschreven regels.
- normen staan vast
performing - de groep is klaar voor het werken, meestal rond de herfstvakantie bij een
nieuwe groep, soms al na 2 weken
termination - einde v/h jaar nadert
- mopperen -> minder zwaar afscheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stuviaaaa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.