College 6 spijsvertering
Gespierde buis (slokdarm, maag en de darmen)
Speekselklieren
Galblaas
Lever
Pancreas
De spijsverterings functies
Ingestie (opname van voedsel via de mond)
Mechanische verwerking
- Fysieke bewerking van vast en vloeibaar voedsel
- Tond , gebitselementen en darmen
Vertering (chemische afbraak)
Secretie (afgifte van water, zuren, enzymen en buffers)
Opname (moleculen, ionen, vitaminen en water)
Uitsheiding (afvalstoffen)
- Mucosa (binnenbekleding)
Epitheel en slijmcellen
Lamina propria (bindweefsel)
- Submucosa
Bindweefsel, zenuwen, bloedvaten, lymfevaten
Zenuwweefsel meissnerplexus samentrekken van glas spierweefsel en afgifte
klierproducten
- Muscularis externa
Laag glad spierweefsel
Kringspieren en lengtespieren
Zenuwweefsel = plexus myentericus bewegingen in spijsverteringskanaal
- Serosa (in de buikholte)
Gaat over in mesenterium
Bijeenhouden van de darmen tijden de vertering van voedsel
Verplaatsing van de spijsbrij
Onwillekeurige regulering van de gladde spieren en de muscularis externa
Twee soorten bewegingen
, - Peristaltiek duwt de spijbrij door het spijsvteringskanaal: verplaatsing van de darminhoud
door het spijsvertingskanaal
- Golven van spiercontracties
- Concentratie van de kringspieren en de lengtespieren
Segmentatiebewegingen kneden en verkleinen de spijsbrij in de dunne darm
- Vertering in de dunne darm: vermengen van de darminhoud met darmsappen
- Geen verplaatsing in een bepaalde richting
De mondholte (cavitas oris)
Zintuigelijke analyse van mogelijk voedsel
Mechanische verwerking met behulp van tanden, tong en gehemelte
Bevochtinging van voedsel door slijm in speeksel en klierproducten van de speekselklieren
Begin van vertering door enzymen in speeksel
Voorbeeld = amylase = enzym die koolhydraten in kleineren stukken knipt
De tong is de vloer
Harde gehemelte (palatym durum) en zacht gehemelte (palatum molle) vormen het dak
Vestibulum ruimte tussen de wangen of lippen en de gebitselementen
Fucnties van de tong
Mechanische verwerking van voedsel
Manupulatie om bij kauwen en doorslikken te helpen
Zintuiglijke analyse (snaak)
Nodig bij spreken
Speekselklieren
Drie paar speekselklieren
- Oorspeekselklier (glandula parotis)
- Ondertongspeekselklier (glandula sublingalis)
- Onderkaakspeekselklier (glandula submandibularis)
Fucties van het speeksel
1 tot 1.5 liter speeksel
Water en slijmstoffen (mucine)
Elektolyten, buffers, enzymen, immunoglobaline A
Bevochtigt en reinigt de mondholte
Lost chemische stoffen op
Remt de groei van bacterien
Het gebit
Kauwen van voedsel
Gespierde buis (slokdarm, maag en de darmen)
Speekselklieren
Galblaas
Lever
Pancreas
De spijsverterings functies
Ingestie (opname van voedsel via de mond)
Mechanische verwerking
- Fysieke bewerking van vast en vloeibaar voedsel
- Tond , gebitselementen en darmen
Vertering (chemische afbraak)
Secretie (afgifte van water, zuren, enzymen en buffers)
Opname (moleculen, ionen, vitaminen en water)
Uitsheiding (afvalstoffen)
- Mucosa (binnenbekleding)
Epitheel en slijmcellen
Lamina propria (bindweefsel)
- Submucosa
Bindweefsel, zenuwen, bloedvaten, lymfevaten
Zenuwweefsel meissnerplexus samentrekken van glas spierweefsel en afgifte
klierproducten
- Muscularis externa
Laag glad spierweefsel
Kringspieren en lengtespieren
Zenuwweefsel = plexus myentericus bewegingen in spijsverteringskanaal
- Serosa (in de buikholte)
Gaat over in mesenterium
Bijeenhouden van de darmen tijden de vertering van voedsel
Verplaatsing van de spijsbrij
Onwillekeurige regulering van de gladde spieren en de muscularis externa
Twee soorten bewegingen
, - Peristaltiek duwt de spijbrij door het spijsvteringskanaal: verplaatsing van de darminhoud
door het spijsvertingskanaal
- Golven van spiercontracties
- Concentratie van de kringspieren en de lengtespieren
Segmentatiebewegingen kneden en verkleinen de spijsbrij in de dunne darm
- Vertering in de dunne darm: vermengen van de darminhoud met darmsappen
- Geen verplaatsing in een bepaalde richting
De mondholte (cavitas oris)
Zintuigelijke analyse van mogelijk voedsel
Mechanische verwerking met behulp van tanden, tong en gehemelte
Bevochtinging van voedsel door slijm in speeksel en klierproducten van de speekselklieren
Begin van vertering door enzymen in speeksel
Voorbeeld = amylase = enzym die koolhydraten in kleineren stukken knipt
De tong is de vloer
Harde gehemelte (palatym durum) en zacht gehemelte (palatum molle) vormen het dak
Vestibulum ruimte tussen de wangen of lippen en de gebitselementen
Fucnties van de tong
Mechanische verwerking van voedsel
Manupulatie om bij kauwen en doorslikken te helpen
Zintuiglijke analyse (snaak)
Nodig bij spreken
Speekselklieren
Drie paar speekselklieren
- Oorspeekselklier (glandula parotis)
- Ondertongspeekselklier (glandula sublingalis)
- Onderkaakspeekselklier (glandula submandibularis)
Fucties van het speeksel
1 tot 1.5 liter speeksel
Water en slijmstoffen (mucine)
Elektolyten, buffers, enzymen, immunoglobaline A
Bevochtigt en reinigt de mondholte
Lost chemische stoffen op
Remt de groei van bacterien
Het gebit
Kauwen van voedsel