Samenvatting Xerte's deeltoets 1 uitgewerkt Biologie van Dieren (gaswisseling, elektrische signalen en hersenen)
11 views 0 purchase
Course
Biologie van dieren (BB1DIER05)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Een samenvatting van de stof die voorbijkomt in de Xertes: (1) Gaswisseling, (2) Elektrische signalen in het zenuwstelsel en (3) Hersenen. Dit is stof voor de eerste deeltoets van het vak Biologie van Dieren (B-B1DIER05).
1 = Serosa
De serosa is de voortzetting van het mesenterium en daarom alleen aanwezig
rondom organen die in de lichaamsholte liggen. Het is onderdeel van het buikvlies dat
inwendige organen op plek houdt.
De serosa bestaat uit:
1. Coeloomepitheel: de buitenste laag van de serosa, dit is een eenlagig plat
epitheel dat de binnenwand van de buikholte bekleed
2. Bindweefsel: de rest van de serosa
Adventitia = omhullend laagje rondom organen die buiten de buikholte liggen
o Zoals de oesophagus (slokdarm) en bloedvaten.
2 = Muscularis externa
De muscularis externa betekend letterlijk ‘buitenste spierlaag’.
De muscularis externa bestaat uit:
a) Een kringspierlaag
b) De plexus myentericus
c) Een lengtespierlaag
3 = Submucosa
De submucosa bestaat voornamelijk uit bindweefsel
met eventueel klieren.
a) Plexus submucosus = een net van
zenuwweefsels in de submucosa, tegen de muscularis
externa aan
4 = Mucosa
. De nederlandse benoeming van mucosa is het (darm)slijmvlies.
a) Een epitheel laag: dit kan eenlagig cilindrisch of
meerlagig plat epitheel zijn.
b) De lamina propria: dit is een bindweefsellaag in
de mucosa waarin eventueel ook klieren liggen.
, c) De muscularis mucosae: ligt onder in de mucosa tegen de submucosa aan en zorgt onder andere in
de dunne darm voor de beweging van de darmvlokken.
Afbraak van de drie hoofdbestanddelen van voedsel:
Eiwitten: in de eerste instantie worden eiwitten in het
spijsverteringsstelsel afgebroken tot peptiden, hierna worden ze
nog in aminozuren afgebroken.
Polysachariden: voorbeelden zoals glycogeen en zetmeel worden
in het spijsverteringsstelsel afgebroken tot enkelvoudige suikers
ofwel monosacchariden zoals glucose.
Vetten: vetten worden in het spijsverteringskanaal afgebroken tot
vetzuren, maar niet tot glycerol. Er blijft één vetzuurstaat aan de
glycerol gebonden, die pas na opname eraf wordt gehaald, dit
worden monoglyceriden genoemd.
Spijsvertering
De mond:
In de mond worden voedselbrokken kleiner gemaakt door te kauwen
Het eten wordt vermengd en bevochtigd met speeksel
Speeksel:
In speeksel zit het enzym amylase waardoor de afbraak van polysachariden start in de mond
In speeksel zit het enzym lysozym die de celwanden van bacteriën afbreken en daarmee onderdeel zijn van het
afweersysteem
De speekselklieren die speeksel produceren bestaan uit epitheelweefsel
De speekselklieren zijn exocriene klieren: exocriene klieren voeren hun secretieproducten af via een eigen
afvoergang aan:
o Het uitwendige oppervlak (zoals zweet- en talgklieren)
o Het inwendige oppervlak (zoals speekselklieren en spijsverteringsklieren van het darmstelsel)
De opbouw van een speekselklier:
1. De speekselklier bestaat uit een sterk vertakt
buizenstelsel
2. De uiteinden van die vertakkingen bevatten de
kliercellen en eindigen blind, zo’n blind uiteinde word
een acinus genoemd.
3. De muceuze cellen: produceren een waterrijk product
met mucine
4. De sereuze cellen: produceren onder andere de
enzymen amylase en lysozym
5. De kliercellen in een acinus grenzen aan centrale
secretieruimte die weer overgaan in steeds groter
wordende afvoerbuizen
6. De afvoergangen bestaan uit kubisch epitheel
Speeksel afgifte wordt gereguleerd via zenuwimpulsen: via zenuwimpulsen worden kleine spiertjes, die rondom
de acini liggen, tot contractie aangezet. Hierdoor wordt het speeksel als het ware uit de cellen geperst.
De oesofagus:
Het voedsel wordt in de oesofagus voortgedreven door autonome peristaltische bewegingen van de spieren in
de slokdarmwand
De oesofagus bestaat uit meerlagig plat epitheel wat hem beschermt Opbouw slokdarm
tegen beschadigingen door voedsel van cavia:
Wanneer het voedsel hele harde bestanddelen bevat, zoals zaden, is
het epitheel verhoornd (bij een cavia) 1. Epitheel
2. Lamina propria
3. Muscularis
mucosae
4. Submucosa
5. Kringspierlaag
6. Lengtespierlag
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yuniper. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.