Hoorcollege 4: Angst- en stemmingsstoornissen
Vormen van psychopathologie
- AD(H)D
- ODD Zijn destructieve stoornissen
- CD
- Depressie
- Bipolaire stoornis
- Angststoornissen
- Somatische stoornissen (psychische klachten die je hebt, maar die je lichamelijk doet uiten)
- ASS
- Eetstoornissen
- Leerstoornissen
- Psychotische stoornissen
- Middelenmisbruik
ODD: Deze personen bieden veel weerstand en dat toont zich dan ook in gedragsproblemen.
CD: Deze personen hebben meer gedragsproblemen, denk hierbij aan het mishandelen van dieren,
het in brand steken van iets en het mishandelen van mensen etc.
Angst (klinisch beeld)
- Sociale angst (fobie): Overtuiging dat anderen hem negatief bekritiseren
- Separatie angst: “Als mijn ouders weg zijn, gebeurt er iets ergs”.
- OCD: Dwanggedachtes en dwanghandelingen
- Gegeneraliseerde angst: Overmatige bezorgdheid (oncontroleerbare pieken en het idee dat
ze gek worden)
- Paniek: Ervaren ook lichamelijke klachten en denken dat ze niet meer in hun eigen lichaam
zitten.
- Specifieke fobie: Bijvoorbeeld voor spinnen ze genereren dit met alles in het dagelijks leven
(het moet hinderen in het dagelijks leven)
- Acute stress stoornis
- PTSS
- Selectief mutisme: Kinderen; kiezen dan één context waarin ze praten (bijvoorbeeld op
school) en in andere contexten (zoals thuis) praten ze dan totaal niet.
Depressie (klinisch beeld)
- Majeure depressie: Verlies van interesse die ze voorheen wel hadden of een
sombere/prikkelbare stemming
- Dysthyme stoornis: Chronische vorm van een majeure depressie; een volwassenen moet dit
minstens 2 jaar ervaren/hebben, een kind minimaal 1 jaar. Deze personen spreken heel erg
egocyntoon erover, dat “hoort nu eenmaal bij hun”.
Angst en depressie: klinisch beeld (DSM 5)
- OCD en verwante stoornissen als aparte categorie (bijv. verzamelstoornis)
- PTSS onder ‘Trauma en stress-gerelateerde stoornissen’.
- Depressie valt onder de ‘Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis’.
Epidemiologie
- Angst
o Separatie angst: 3,5%
o Gegeneraliseerde angst: 2,9%
Vormen van psychopathologie
- AD(H)D
- ODD Zijn destructieve stoornissen
- CD
- Depressie
- Bipolaire stoornis
- Angststoornissen
- Somatische stoornissen (psychische klachten die je hebt, maar die je lichamelijk doet uiten)
- ASS
- Eetstoornissen
- Leerstoornissen
- Psychotische stoornissen
- Middelenmisbruik
ODD: Deze personen bieden veel weerstand en dat toont zich dan ook in gedragsproblemen.
CD: Deze personen hebben meer gedragsproblemen, denk hierbij aan het mishandelen van dieren,
het in brand steken van iets en het mishandelen van mensen etc.
Angst (klinisch beeld)
- Sociale angst (fobie): Overtuiging dat anderen hem negatief bekritiseren
- Separatie angst: “Als mijn ouders weg zijn, gebeurt er iets ergs”.
- OCD: Dwanggedachtes en dwanghandelingen
- Gegeneraliseerde angst: Overmatige bezorgdheid (oncontroleerbare pieken en het idee dat
ze gek worden)
- Paniek: Ervaren ook lichamelijke klachten en denken dat ze niet meer in hun eigen lichaam
zitten.
- Specifieke fobie: Bijvoorbeeld voor spinnen ze genereren dit met alles in het dagelijks leven
(het moet hinderen in het dagelijks leven)
- Acute stress stoornis
- PTSS
- Selectief mutisme: Kinderen; kiezen dan één context waarin ze praten (bijvoorbeeld op
school) en in andere contexten (zoals thuis) praten ze dan totaal niet.
Depressie (klinisch beeld)
- Majeure depressie: Verlies van interesse die ze voorheen wel hadden of een
sombere/prikkelbare stemming
- Dysthyme stoornis: Chronische vorm van een majeure depressie; een volwassenen moet dit
minstens 2 jaar ervaren/hebben, een kind minimaal 1 jaar. Deze personen spreken heel erg
egocyntoon erover, dat “hoort nu eenmaal bij hun”.
Angst en depressie: klinisch beeld (DSM 5)
- OCD en verwante stoornissen als aparte categorie (bijv. verzamelstoornis)
- PTSS onder ‘Trauma en stress-gerelateerde stoornissen’.
- Depressie valt onder de ‘Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis’.
Epidemiologie
- Angst
o Separatie angst: 3,5%
o Gegeneraliseerde angst: 2,9%