100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting financiering 3 De financiële functie Vermogensmarkt en ondernemingswaarde $3.74
Add to cart

Summary

Samenvatting financiering 3 De financiële functie Vermogensmarkt en ondernemingswaarde

2 reviews
 334 views  16 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het gehele boek De financiële functie Vermogensmarkt en ondernemingswaarde vierde druk van A.W.W. Heezen en T. Ammeraal. Deze samenvatting is inclusief veel voorbeeldopgaven met uitwerkingen. Te gebruiken voor het vak financiering 3. Hoofdstukken: 1. Vormen van eigen en vreemd v...

[Show more]

Preview 4 out of 55  pages

  • Yes
  • February 7, 2018
  • 55
  • 2017/2018
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: imanetahiri92 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: arthygordijn74 • 4 year ago

avatar-seller
Samenvatting financiering

1. Vormen van eigen en vreemd vermogen

1.1 Eigen vermogen
Bij een nv of bv wordt het eigen vermogen ingebracht door aandeelhouders. Dit eigen
vermogen kan toenemen door winstinhoudingen (winstreserve), waardestijging van de activa
(herwaarderingsreserve) of door nieuwe stortingen door de aandeelhouders. Het eigen
vermogen van een nv of bv bestaat uit het door aandeelhouders gestorte aandelenkapitaal
en reserves. Zolang de onderneming niet geliquideerd wordt, is de onderneming niet
verplicht het door de aandeelhouders ingebrachte vermogen aan de verschaffers ervan terug
te betalen. Een aandeelhouder kan wel zijn aandeel via de effectenbeurs aan een andere
belegger verkopen, maar het aandelenkapitaal blijft ter beschikking van de nv staan.

Primaire markt:Eerste uitgifte van aandelen. De nv geeft aandelen uit en ontvangt in ruil
daarvoor een bedrag van de belegger.

Secundaire markt:Handel in eerder uitgegeven aandelen. Het kopen en verkopen van
reeds uitgegeven aandelen door de beleggers onderling.

Dividend: De aan de aandeelhouders uitgekeerde winst.

Preferente aandelen: Aandelen waaraan voor de houder bepaalde voorrechten zijn
verbonden. Deze kunnen betrekking hebben op: het beheer (zeggenschap):
prioriteitsaandelen, verdeling van een eventueel overschot in geval van liquidatie van de
onderneming en winstverdeling.

Prioriteitsaandelen  hiermee heb je extra zeggenschap bij belangrijke beslissingen, zoals
de benoeming van leden van de Raad van Bestuur, de uitbreiding van het aandelenkapitaal
en het accepteren van grote investeringsprojecten.

Bij een bv worden de namen van de aandeelhouders en het aantal aandelen dat zij in de bv
bezitten, in het register vastgelegd (de aandelen staan op naam, er worden geen
aandeelbewijzen uitgegeven). De aandelen van een bv zijn niet vrij verhandelbaar.

1.2 Aandelenkapitaal
Maatschappelijk kapitaal: Het maximale bedrag (gemeten in nominale waarde) waarvoor
de nv of bv aandelen kan uitgeven, zonder dat een statutenwijziging noodzakelijk is.

Geplaatste aandelenkapitaal: Slechts een gedeelte van het kapitaal is geplaatst. Moet
mimimaal 20% van het maatschappelijk kapitaal bedragen.

Gestort aandelenkapitaal: Het gedeelte van het geplaatste aandelenkapitaal dat door de
aandeelhouders reeds gestort is. Moet minimaal 25% van het geplaatste aandelenkapitaal
bedragen.

Agio: Bij de uitgifte (emissie) van aandelen bedraagt de uitgiftekoers (emissiekoers) meer
dan 100%.

1

,Claimemissie: De houders van reeds uitgegeven aandelen krijgen als eerste het recht om
nieuwe aandelen te kopen. Dit voorrecht wordt vertegenwoordigd door een dividendbewijs
dat behoord bij een bestaand aandeel. De houders van eerder uitgegeven aandelen kunnen
de claimrechten ook op de effectenbeurs verkopen.

Underwriters: De banken die de uitgifte van de aandelen verzorgen en uitvoeren. Ook
nemen ze de verplichting op zich om de aandelen die op de sluitingsdatum niet zijn verkocht
voor eigen rekening te kopen.
Over-allotment option: Green-shoe-optie:De underwriters mogen extra aandelen uitgeven
als de vraag naar aandelen groter is dan het aantal dat wordt aangeboden.

1.3 Verschijningsvormen van effecten
Effecten (aandelen en obligaties) kunnen op naam staan en aan toonder zijn. Effecten aan
toonder zijn onder te verdelen in de volgende stukken
 K-stukken:De klassieke effectenbewijzen bestaande uit een mantel en een dividend-
of couponblad, dat afzonderlijke dividend of couponbewijzen bevat.
 CF-stukken: Deze bestaan uit een mantel ter grootte van een ponskaart en een
dividend-of couponblad zonder afzonderlijke dividend- of coupon- bewijzen. Het
dividend- of couponblad kan niet in handen komen van een houder. Alleen banken
(bewaarbedrijven) die zijn aangesloten bij het Centrum voor Fondsenadministratie
kunnen effecten in bewaring hebben.
 Global note: Een verzamelbewijs van effecten dat alle effecten van dezelfde soort
vertegenwoordigt. Juridisch is er geen gedematerialiseerd stuk, want er is een
toonderstuk. In de praktijk is hier wel sprake van: een globalnote is niet bedoeld noch
geschikt om te circuleren tussen beleggers.
Dematerialisatie: Het aandeel heeft niet de vorm van een tastbaar document.

1.4 Waardering van aandelen
Nominale waarde: De in de statuten vermelde waarde van een aandeel. Dit is van belang bij:
 Balanswaardering
 Niet volgestorte aandelen
 Dividenduitkering percentage over nominale waarde van het aandeel

Uitgangspunten om de theoretische waarde van een aandeel te bepalen:
1. De waarde van een aandeel hangt af van de intrinsieke waarde van de onderneming.
Intrinsieke waarde: Het eigen vermogen van een onderneming zoals dat uit haar
balans blijkt.
Per aandeel intrinsieke waarde / aantal geplaatste aandelen
2. De waarde van een aandeel wordt bepaald door de contante waarde van de
toekomstige geldontvangsten die uit het bezit van het aandeel voortvloeien
(rentabiliteitswaarde).
Rentabiliteitswaarde:Alle verwachte toekomstige winsten van een onderneming
worden contant gemaakt.  Jaarlijkse, gelijkblijvende winst / vereiste rendement
Per aandeel rentabiliteitswaarde van de onderneming / aantal geplaatste aandelen
OF
Verwachte dividenden per aandeel en de geschatte toekomstige verkoopwaarde van
het aandeel worden contant gemaakt.



2

,Goodwill: Rentabiliteitswaarde van een onderneming is groter dan de intrinsieke waarde.

Beurswaarde:Werkelijke waarde. De waarde van een aandeel, die op de effectenbeurs
onder invloed van de vraag naar en het aanbod van dat aandeel tot stand komt.
Afhankelijk van: koersontwikkelingen, renteontwikkelingen, wijziging in de verwachte inflatie.

1.5 Preferente aandelen
Winstpreferente aandelen: Aandelen die voorrechten geven bij de winstverdeling. Deze
kunnen worden onderscheiden in:
 (gewone) preferente aandelen: Bij de winstverdeling wordt een in de statuten
vastgelegd dividendpercentage uitgekeerd voordat het primaire dividend aan de
houders van gewone aandelen wordt toegekend.
 cumulatief preferente aandelen: Er moeten nog achterstallig dividend worden
uitgekeerd, voordat op de gewone aandelen dividend wordt uitgekeerd.
 preferente, winstdelende aandelen: Aandelen die, na uitkering van het preferente
dividend en het primaire dividend op de gewone aandelen, ook nog delen in een
eventueel daarna resterende overwinst.
 cumulatief preferente, winstdelende aandelen

Interimdividend: Tijdens een lopend boekjaar wordt, vooruitlopend op de definitieve
winstuitkering, aan de aandeelhouders dividend uitgekeerd.

Slotdividend: Het verschil tussen het definitieve en het interimdividend.

Stockdividend: Een dividenduitkering in de vorm van aandelen. Als deze uitkering ten laste
van de agioreserve wordt verricht, is over het stockdividend geen belasting verschuldigd.
Cashdividend: Dividenduitkering in contanten.
Keuzedividend: Aandeelhouders mogen kiezen tussen stockdividend en cashdividend.

1.6 Emissie(prijs) van aandelen
Emissie van aandelen: De uitgifte van nieuw gecreëerde aandelen.

Institutionele beleggers: Instellingen met een omvangrijk vermogen, zoals
pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen.

Openbare emissie: Een emissie die via de effectenbeurs loopt. Iedere willekeurige belegger
kan de aandelen van een nv kopen.

Initial Public Offering (IPO): De eerste uitgifte van aandelen.

Emissiesyndicaat: consortium: Een groep van banken en/of commissionairs die de
onderneming van advies dienen en de emissie begeleiden.

Guichetemissie: Een emissie waarbij een consortium van banken zijn kantoren beschikbaar
stelt voor de verkoop van aandelen. Het consortium draagt hierbij niet het risico van het
mislukken van de emissie.




3

, Overgenomen emissie Het consortium neemt vooral alle aangeboden aandelen over.
Hierdoor komt het risico van het mislukken van de emissie bij het consortium te liggen. Het
consortium verplicht zich alle aandelen die na sluiting van de emissie niet geplaatst zijn,
tegen een vooraf overeengekomen prijs te kopen.

Bij emitteren wordt onderscheid gemaakt in:
 Vrije emissie: Hierbij kan iedere belangstellende zich laten inschrijven voor een
aantal aandelen.
 Voorkeursemissie: Hierbij worden aan een bepaalde groep belanghebbenden
voorrechten verleend bij het inschrijven op de nieuwe aandelen. Deze voorrechten
worden toegekend aan degenen die reeds aandelen van de emitterende
onderneming bezitten.

Rechtvaardige waarde (fair value) voor een emissieprijs de emissieprijs die gelijk is aan
de verwachte beurskoers direct na de emissie.

Claimemissie: De houders van de aandelen die reeds uitgegeven zijn, krijgen het voorrecht
om de nieuwe aandelen te kopen. Dit recht kan op de effectenbeurs worden verhandeld. De
claims worden toegerekend aan de aandeelhouders die behoren tot de groep
aandeelhouders van aandelen voor de emissie, maar zij zijn niet verplicht van hun
voorkeursrecht gebruik te maken. Zij kunnen hun claims ook op de effectenbeurs verkopen.

3 soorten houders van aandelen:
1. ah voor: houders van aandelen voor emissie
2. ah nieuw: beleggers die nieuwe aandelen kopen
3. ah na: houders van aandelen na emissie

Er is een onvermijdbare waardedaling en aandeelhouders stemmer met de voorgenomen
emissie toch in  ze verwachten dat de beurskoers zich in de toekomst zal herstellen.

Minimale emissieprijs: De nominale waarde
Uitzondering: overgenomen emissie. Minimale emissieprijs: 94% van de nominale waarde.

Maximale emissieprijs: De verwachte beurskoers na emissie

Voordeel hoge emissieprijs: Er hoeven minder aandelen uitgegeven te worden.
Gevolg: lagere emissiekosten en een geringere druk op de koers van de aandelen.
Dividendstabilisatie is hierbij makkelijker dan bij een lagere emissieprijs.

Nadeel hoge emissieprijs: Gevaar van een mislukking van de emissie.

Naarmate het aantal nieuwe aandelen geringer is, zullen de intrinsieke en de
rentabiliteitswaarde van de aandelen minder sterk dalen.

Bij een lagere emissieprijs zal de beurswaarde van aandelen meer dalen dan in het geval
waarbij een hoge emissieprijs wordt aangehouden. Een lagere beurswaarde verkleint ook de
afstand tussen de beurswaarde en de nominale waarde, waardoor toekomstige
emissies bemoeilijkt worden.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller accountancy2019. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.74  16x  sold
  • (2)
Add to cart
Added