Sociologie module 6
Video 1: Marx
1) Maatschappijvisie
Huisstructuur
o Onderbouw: economie, en hoe het daar is georganiseerd, bepaalt hoe het huis
van de samenleving eruit ziet.
o Bovenbouw: superstructuur, legitimeert mee de onderbouw.
Bv. Politiek systeem die meehelpt de economie te ondersteunen.
Instituties: staat, religie, recht
Niet toevallig gekozen
Bestendigen sociale verhoudingen
Legitimatie
Slavernij: wet
Kasten: religie (reïncarnatie)
Verdoofd de mensen, vals bewustzijn (bv. Ongelijkheid= normaal)
Standen: ‘nobless oblige’
Bv. Stemrecht (voor degene die het meeste bezit hadden)
Kapitalistisch (=/ feodaal, communistisch)
o Productiekrachten
Productiemiddelen: grond, machines, gereedschap
Arbeid (houden de middelen in toom)
o Sociale verhoudingen: eigendoms-, controlerelaties
Arbeiders= vrije loonarbeid
Geen bezit
verkopen arbeidskracht (levensmiddel)
Burgerij (en grootgrondbezitters)= via privékapitaal
Bezit machines, fabrieken (grond)
Beschikken over arbeid
o Was er niet altijd.
Adel= slavernij, had politieke/religieuze macht, domineerden overal
Kapitalist: geen politicus
Gemene gronden: groot stuk land waar mensen gebruik van konden
maken.
Nu: privébezit
Communisme: coöperaties, arbeiders die zelf productiemiddelen in
handen nemen. Collectief bezit.
Zelfs binnen kapitalistisch systeem heb je dit maar niet zuiver
kapitalisme.
Cruciale rol van productiemiddelen= dan heb je controle. Anders gedoemd arbeidskracht te
verkopen. Klasse: groep van mensen die bepaalde economische omstandigheden gemeen hebben.
Belangen= tegenstrijdig. Meer loon? Ten koste van bezitter. Antagonistisch.
, 2) Evolutie
Niet-kapitalistische overlevingseconomie
o Productie voor eigen gebruik
Levensonderhoud centraal
Gebruikswaarde
Lokale markt
GoedGeldGoed
o Stabiel
Kapitalistische economie
o Arbeidsverdeling
Handelaars
o Productie voor ruil
Winst centraal
ruilwaarde
GeldGoedgeld
Globale markt
o Competitie tussen handelaars
Handelaars worden zo producenten
Zo kunnen ze betere competitie vormen.
Competitie treed op tussen de producten
o Competitie= besparen
Vaste kosten moeilijk te besparen
Machines, gebouwen
Arbeidskosten Veel makkelijker, besparen
Langer werken, minder betalen, kinderen, vrouwen
Doe je dit niet verdien je geen geld, failliet, dus je moet mee
o Competitie
Winstaccumulatie
InvesteringenSchaalvergrotingen
Arbeidskosten reduceren Uitbuiting
o Verliezende kapitalisten
Arbeiders/werkloosheid
Verpaupering: niks meer te verliezen
Opstand?
o Opstand?
Voorwaarde: Klassenbewustzijn creëren
Klassen an sichKlasse fur sich
o Voorwaarde: contact en communicatie
o Intellectuelen nodig van bourgeois die duidelijk maken
aan de arbeiders dat ze uitgebuit worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lucashostyn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.