100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Arresten Contractenrecht Verdiept 2023/2024 $6.47   Add to cart

Judgments

Arresten Contractenrecht Verdiept 2023/2024

1 review
 35 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een overzicht van alle arresten uit het vak contractenrecht verdiept. Niet alleen alle arresten uit de jurisprudentiebundel staan in het document opgenomen, maar ook de arresten die tijdens de colleges zijn behandeld.

Preview 3 out of 22  pages

  • December 6, 2023
  • 22
  • 2023/2024
  • Judgments
  • Unknown

1  review

review-writer-avatar

By: oumaymamasaoudi • 11 months ago

avatar-seller
JURISPRUDENTIEOVERZICHT CONTRACTENRECHT VERDIEPT
Behandeld in hoorcolleges/werkcolleges + voorgeschreven
Behandeld in hoorcolleges/werkcolleges, maar niet voorgeschreven
Voorgeschreven, maar niet behandeld in hoorcolleges/werkcolleges

Arrest Onderwerp Toelichting
Autonomie, informatie en relativiteit
1. Fiat/Jans Relativiteit (samenhangende Jans koopt een auto van Hameeteman en draagt heet eigendom daarvan over aan FCN i.v.m. krediet.
overeenkomst) Jans vernietigt de overeenkomst met Hameeteman wegens dwaling. Bij een vernietiging, moet alles
weer teruggebracht wordt in de staat van vóór het aangaan van de overeenkomst. FCN geeft aan dat
hij niet betrokken was bij de verkoop en daarom de dwaling hem niet aangaat.

HR:
 Niet zondermeer één overeenkomst.
 Wel samenhang, afhankelijk van de uitleg.
 Gelijktijdig? Eén akte? Vaste betrekking huurverkoper/financier? Huurverkoper als
gevolmachtigde van financier?
 Bij vernietiging moet koper wel krediet aan financier teruggeven.

2. AgfaPhoto Finance Relativiteit (Gevolgen nauwe samenhang Een fotospeciaalzaak komt met (de rechtsvoorganger van) AfgaPhoto de huurkoop van een minilab
tussen twee overeenkomsten tussen overeen. De fotospeciaalzaak heeft hiermee recht op vijf jaar garantie en service. Tegelijkertijd sluit de
verschillende partijen) fotospeciaalzaak met (de rechtsvoorganger van) financieringsmaatschappij AgfaPhoto Finance een
financieringsovereenkomst. Een jaar daarna gaat AgfaPhoto failliet. De curator meldt dat de
huurkoopovereenkomst geen stand zal doen waardoor de fotospeciaalzaak de betaling van de
leasetermijnen staakt, waardoor AgfaPhoto de financieringsovereenkomst beëindigt.

Agfa vordert de betaling van de nog openstaande leasetermijnen. De fotospeciaalzaak vordert
ontbinding van de financieringsovereenkomst en vordert betaling van de door haar geleden schade,
omdat de garantie en service-verplichtingen niet meer kunnen worden nagekomen. Voor de
fotospeciaalzaak waren de garantie en serviceverplichtingen een essentiële verplichting, waardoor er
sprake was van een ernstige tekortkoming, waardoor zij gerechtigd was de overeenkomst
buitengerechtelijk te ontbinden. De fotospeciaalzaak wijst op de nauwe samenhang tussen de
huurkoopovereenkomst en de financieringsovereenkomst.

HR oordeelt dat de financieringsovereenkomst en de huurkoopovereenkomst dusdanig met elkaar zijn
verbonden, dat de ontbinding van de financieringsovereenkomst gerechtvaardigd is. Hierbij is van
belang dat AgfaPhoto is tekortgeschoten in de nakoming van de huurkoopovereenkomst en die
tekortkoming is zo ernstig dat zij ontbinding kan rechtvaardigen, terwijl er tussen beide overeenkomsten
een nauwe, feitelijke economische samenhang bestaat. De reikwijdte van de samenhang is niet
onbegrensd (r.o 3.8). De nauwe verbondenheid brengt niet mee dat AgfaPhoto Finance aansprakelijk is
voor de schade die het gevolg is van het tekortschieten van AgfaPhoto Europe onder de
huurkoopovereenkomst. De samenhang is alleen van belang voor de vraag naar de gebondenheid van
de fotospeciaalzaak aan de financieringsovereenkomst.

3. CBB/JPO Afbreken van onderhandelingen in De HR stelt voorop dat je bij onderhandelingen rekening moet houden met elkaars gerechtvaardigde
1

, precontractuele fase belangen. Iedere partij is vrij de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het
gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in de totstandkoming van de overeenkomst of in het
verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn.
 Gerechtvaardigd vertrouwen
 Andere omstandigheden: duur van de onderhandelingen of een andere goede reden o de
onderhandeling af te breken.
 De mate waarin de afbrekende partij aan vertrouwen heeft bijgedragen.
 Het gehele verloop van de onderhandelingen is van belang.
 Onvoorziene omstandigheden.
Al deze omstandigheden moet je meenemen in het antwoord op de vraag of het afbreken van de
onderhandelingen al dan niet geoorloofd is.

Noot Hartlief:
1. Vrijheid tot het afbreken van onderhandelingen staat voorop.
2. Het gehele verloop van onderhandelingen is van belang.
3. Het afbreken is onaanvaardbaar als er sprake is van totstandkomingsvertrouwen ten aanzien
van de overeenkomst.
4. Ook andere omstandigheden dan het totstandkomingsvertrouwen mogen de afbreking
onaanvaardbaar maken (zie hierboven).

Hoe beoordeel je of een partij een onderhandeling mag afbreken?
1. CPB/JBO-arrest: de vrijheid om onderhandelingen af te breken staat voorop.
2. CPB/JBO-arrest: Soms mag afbreken niet.
3. Plas/Valburg + CPB/JPO: Wat zijn de consequenties van het afbreken?

Plas/Valburg Afbreken van onderhandelingen in In dit arrest oordeelt HR dat de gevolgen van het afbreken van onderhandelingen afhankelijk zijn van
precontractuele fase het stadium waarin partijen verkeren. In het afbreken van onderhandelingen zijn drie fases te
onderscheiden:
1. Partijen zijn slechts verkennend met elkaar aan het praten. Onderhandelingen kunnen worden
afgebroken zonder dat dit gevolgen heeft (contractsvrijheid).
2. Partijen zijn dichter tot elkaar genaderd en er is intensiever met elkaar onderhandeld en
mogelijk ook verwachtingen ontstaan. Onderhandelingen mogen worden afgebroken, maar
moet het negatief belang wel worden vergoed. De partij die de onderhandeling afkapt moet
ervoor zorgen dat de wederpartij weer in de situatie verkeerd van vóór de onderhandelingen.
3. Partijen zijn al heel dicht tot elkaar genaderd en er is bijna een contract gesloten. Het is
belangrijk dat de wederpartij erop mocht vertrouwen dat er een contract zou worden
afgesloten. Onderhandelingen mogen in die gevallen niet meer worden afgebroken. Rechter
kan nakoming verplichten of het positief contractsbelang vergoeden.

4. Catoochi Artikel 3:40 lid 2 BW (strijd met de wet)  Gomez heeft het winnende lot in de loterij van Ruiz
 Landsloterijverordening 1909: loterijen zijn verboden
 Loterijen op Aruba zijn al sinds jaar en dag geaccepteerd en gedoogd.
 Ruiz: de overeenkomst is nietig, want in strijd met de wet. Heeft hij gelijk?
Hoge Raad: Het bedrijfsmatig aanleggen van een loterij als de onderhavige in brede lagen van de
Arubaanse samenleving niet meer als maatschappelijk onwenselijk illegaal of strafwaardig … ervaren
en wordt dan ook door de overheid gedoogd. Niet kan worden gezegd dat het enkele feit dat deze loterij
2

, bij de wet is verboden ook thans leidt tot nietigheid van de overeenkomst.

 In dit arrest worden de voorwaarden voor de gelding van de gewoonte getoetst.
 Derogerende of beperkende werking van gewoonterecht (contra legem). De gewoonte is hier
tegen de wet gaan werken. De wet wordt buiten toepassing gelaten, omdat de gewoonte
anders is geworden.
 Actualiserende werking van het gewoonterecht.

5. Esmilio/Mediq Artikel 3:40 lid 1 BW Rechtshandeling die door inhoud of strekking in strijd is met de goede zeden of de openbare orde is
nietig.

In deze casus ging het om een koopovereenkomst tussen Esmilio en Mediq. Esmilio kocht apotheken
op van Mediq en verkocht zo medicijnen door. Esmilio zei de koopovereenkomst op, omdat dit in strijd
was met de openbare/orde en goede zeden. Volgens de wet moet men namelijk kunnen traceren waar
medicijnen vandaan komen. HR oordeelde: Nee, als er een strekking is in strijd met de wet, betekent dit
niet automatisch dat er strijd is met art. 3:40 lid 1 BW, ook niet als beide partijen zich bij het sluiten van
de overeenkomst bewust waren van dat wettelijke verbod. Strijd met de wet (lid 2) levert niet direct strijd
op met lid 1. Er is nadere en zelfstandige toetsing nodig:
 Welke belangen spelen er?
 Welke fundamentele beginselen zijn geschonden?
 Waren procespartijen zich van de inbreuk bewust? (Ja? Eerder sprake van strijd met de wet).
 Voorziet de regel in een sanctie?

Gevolg: nietigheid van de rechtshandeling.

Bunde/Erckens Wilsvertrouwensleer Erckens verkoopt zijn bedrijf aan de gemeente Bunde, omdat het anders zou worden onteigend. De
gemeente wil in het gebied de wijk gaan bouwen. Bij de verkoopovereenkomst wordt bedongen dat de
gemeente ook de belastingschade zal dragen. Evenwel hebben de gemeente en Erckens daarbij een
andere opvatting van belastingschade op het oog. De gemeente meent dat belastingschade betrekking
heeft op het bedrag dat Erckens extra aan belasting moet betalen, aangezien hij zijn bedrijf eerder heeft
gestopt dan het geval was geweest indien hij het bedrijf had kunnen voortzetten (een bedrag dat de
inspecteur van belastingen stelt op 2151,50 gulden). Erckens meent evenwel dat de belastingschade
ook de inkomstenbelasting van 50.840 gulden omvat, die hij moet betalen over de
bedrijfsschadevergoeding van 127.100 gulden die hij van de gemeente heeft ontvangen.

Volgens HR is het zo dat indien partijen die een overeenkomst wensen te sluiten, daarin een voor
misverstand vatbare uitdrukking bezigen, die zij elk in verschillende zin hebben opgevat, hangt het
antwoord op de vraag, of al dan niet een overeenkomst tot stand is gekomen, in beginsel af van wat
beide partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen
overeenkomsten de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten
toekennen, hebben afgeleid.

Daarbij geeft HR vier criteria:
1. Of de betekenis waarin de ene partij de uitdrukking heeft opgevat meer voor de hand lag dan
die waarin de ander haar heeft opgevat;
3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LauraMarieke. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.47  3x  sold
  • (1)
  Add to cart