100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Oefenvragen guyton hoofdstuk 9, 14 en 16 $3.18
Add to cart

Other

Oefenvragen guyton hoofdstuk 9, 14 en 16

3 reviews
 464 views  20 purchases
  • Course
  • Institution

Omdat er veel interesse was in mijn andere oefenvragen, heb ik nu ook oefenvragen gemaakt bij hoofdstuk 9, 14 en 16 van het Textbook of Medical Physiology (12th ed), incl antwoorden. Aan de hand van de vragen kun je testen of je de stof goed kent en je kunt de vragen gebruiken om te leren. Met behu...

[Show more]

Preview 3 out of 16  pages

  • February 8, 2018
  • 16
  • 2016/2017
  • Other
  • Unknown

3  reviews

review-writer-avatar

By: shariaerts • 6 year ago

review-writer-avatar

By: kevinlek • 5 year ago

review-writer-avatar

By: mmpierrelouis7 • 5 year ago

avatar-seller
Oefenvragen hoofdstuk 9
1. Wat is de normale rusthartslag?
2. Door welke structuur worden hartspiercellen van elkaar gescheiden? Welke eigenschappen heeft
deze afscheiding?
3. Waar ligt de sinusknoop?
4. Waar ligt de av knoop?
5. Hoe groot is de actiepotentiaal? Van welke waarde naar welke waarde rijst de
membraanpotentiaal?
6. Hoe lang duurt de actiepotentiaal in het hart?
7. Hoe komt het dat deze langer duurt dan in skeletspieren?
8. In welke 5 fasen ontwikkelt de membraanpotentiaal van de hartspiercellen zich?
9. Hoe snel gaat de sinaaloverdracht in de spiercellen?
10. Hoe snel gaat de signaaloverdracht in de purkinjevezels?
11. Hoe lang is de refractory period van de hartkamers?
12. Hoe lang is de additional refractory period van de kamers?
13. Hoe lang is de refractory period van de boezems?
14. Wat is het verschil tussen het sr van de hartspier en de skeletspieren?
15. Waar komt calcium vandaan die nodig is voor de contractie?
16. Hoe groot zijn de t tubuli vergeleken met de t tubui in skeletspieren?
17. Welke stof zit in de t tubuli om calcium vast te houden?
18. Wat gebeurt er met het hart in een calciumvrije oplossing?
19. Met welk enzym wordt calcium de cel uit gepompt?
20. Hoe hoog is de vertraging die ontstaat in de AV-knoop?
21. Hoe lang duurt de systole (% van de contractie)?
22. Hoe lang is dat als het hart 3x sneller klopt?
23. Wat gebeurt er dan?
24. Hoe heten de pieken die zichtbaar zijn op een ECG en waar corresponderen deze mee?
25. Hoeveel bloed stroomt de kamers in voor de contractie van de boezems?
26. Hoeveel meer bloed pompt het hart dan noodzakelijk (in rust)?
27. Wanneer ontstaan problemen als je boezems niet werken?
28. Hoe ontwikkelt zich de druk in de boezems tijdens de contractie? Hoe heten de golven?
29. Hoe hoog wordt de druk tijden de A-golf in de rechter- en linkerboezem?
30. In welke 3 fases stroom het bloed de hartkamers in? Hoeveel bloed komt er tijdens die fases
binnen?
31. Hoe lang duurt de periode van isometrische/isovolumische contractie?
32. Hoe hoog moet de druk links en rechts worden voordat de halvemaanvormige kleppen open
gaan?
33. Hoe lang duurt de period of rapid ejection? En hoeveel bloed gaat er in deze periode naar buiten?
34. Hoe lang duurt de period of slow ejection? En hoeveel bloed gaat er in deze periode naar buiten?
35. Waardoor sluiten de halvemaanvormige kleppen?
36. Hoe lang duurt de isovolumic/isometric relaxation?
37. Hoe groot is het eind-diastolic volume normaal/maximaal?
38. Hoe groot is de stroke volume output?

,39. Hoe groot is het end-systolic volume, normaal/minimaal?
40. Hoe groot is de normale ejection fraction?
41. Hoe heten de AV-kleppen en waar zitten ze?
42. Welke kleppen zijn groter?
43. Wat is de structuur van de AV-kleppen?
44. Wat is de structuur van de halvemaanvormige kleppen?
45. Wanneer trekken de pappilairspieren samen?
46. Hoe ontwikkelt de druk in de aorta zich?
47. Hoe hoog is de druk in de longslagader?
48. Wat hoor je met een stethoscoop?
49. Wat is de stroke work output? En de minute work output?
50. In welke twee delen is dit opgesplitst?
51. Hoe verhoudt de stroke work output links zich tot de stroke work output rechts?
52. Hoe hoog is de hoeveelheid energie die wordt omgezet in kinetische energie in de linker harthelft
normaal? En bij stenose?
53. Bij welk volume bloed begint de druk in de hartkamers toe te nemen? Hoe kan dit?
54. Bij welk volume is de druk in het hart het hoogst? Wat gebeurt er als het volume hoger wordt?
55. Wat is de maximale druk links en rechts?
56. Omschrijf hoe het volumedrukdiagram van het hart er uitziet.
57. Wat is de betekenis van het oppervlakte van dat diagram? Hoe verandert dat bij inspanning?
58. Waar komt de energie vandaan die het hart gebruikt?
59. Wat is de tension-time index? Hoe is deze van belang bij hartfalen?
60. Wat is normaal gesproken de efficiëntie van het hart? En wat gebeurt er met de overige energie?
61. Wat is de efficiëntie van het hart bij hartfalen?
62. Hoeveel pompt het hart in rust?
63. Hoeveel wordt dat bij inspanning?
64. Welke twee factoren bepalen de hartslagfrequentie?
65. Hoe kan het autonome zenuwstelsel de hartslag beïnvloeden?
66. Wat is de hartslag bij max sympatische stimulatie?
67. Hoe kan het oprekken van spiervezels de hartslag beïnvloeden?
68. Hoe kan het sympatisch zenuwstelsel de kracht waarmee het hart samentrekt beïnvloeden? En
de totale output van het hart?
69. Hoeveel draagt het sympatisch zenuwstelsel in rust bij aan de hartslag?
70. Wat gebeurt er bij sterke parasympatische stimulatie van het hart?
71. Waar lopen de parasympatische zenuwen in het hart vooral heen? Wat voor effect heeft dat op
hartslag/kracht van de samentrekking?
72. Hoeveel kan de totale output worden verminderd door parasympatische stimulatie?
73. Welke zenuw zorgt voor parasympatische stimulatie van het hart?
74. Wat gebeurt er als er teveel kalium in de extracellulaire vloeistof aanwezig is? Hoeveel moet er
dan aanwezig zijn?
75. Wat is het effect van de extracellulaire calciumconcentratie op de hartslag?
76. Wat is het effect van de temperatuur op de hartslag?
77. Wat is het effect van een verhoogde druk in de slagader op de hartslag?
78. Wat is de rustpotentiaal van de av-knoop?
79. Bij welke potentiaal ontlaadt de av-knoop?

, 80. Bij welke temperatuur wordt de hartslag 0?
81. Hoe lang duurt het voordat de actiepotentiaal op bepaalde plekken in het hart is beland?

Antwoorden
1. 70/72 slagen/min
2. Intercalated disc. Er zitten veel gap junctions in
3. In de punt van het hart, rechtsboven, vlakbij de vena cava
4. Onderin het rechter atrium
5. 105 mv, -85-+20
6. 0,2 sec, 15x zo lang als skeletspieren (1-5 msec)
7. Meer ca kanalen en na een AP wordt het membraan 5x minder doorlaatbaar voor k!
8. Fase 0 depolarisatie, nakanalen openen, membraanpotentiaal stijgt naar +20
Fase 1 intitial repolarisation, nakanalen sluiten en k kanalen openen, repolarisatie
Fase 2 plateau, cakanalen openen en membraan wordt 5x minder doorlaatbaar voor k,
membraanpotentiaal is +5
Fase 3 repolarisatie, cakanalen sluiten en k kanalen openen, herstel van de rustpotentiaal
Fase 4 rustpotentiaal
9. 0,3-0,5 m/sec, dat is 1/10 van de snelheid in skeletspieren en 1/250 van grote zenuwen
10. 4 m/s
11. 0,25-0,3 sec
12. 0,05 sec
13. 0,15 sec
14. Minder uitgebreid in hartspieren
15. Uit de T-tubuli (en SR), ca dat binnenkomt tijdens plateau helpt ook mee!!!
16. 5x grotere diameter (25x grotere inhoud)
17. Mucopolysaccharides
18. Stopt met kloppen
19. Calcium-natrium uitwisselaar (de cel uit) en calcium -ATPase pomp (sr in)
20. 0,1 sec
21. 40%
22. 65%
23. Het hart heeft minder tijd om te vullen
24. P (depolarisatie boezems), QRS (depolarisatie kamers) en T (repolarisatie kamers)
25. 80%
26. 300-400%
27. Tijdens inspanning
28. A (contractie boezems), C (contractie kamers, klep sluit en buigt door) en V (boezems vullen weer
met bloed, eindigt doordat bloed de kamers in stroomt)
29. Rechts 4-6, links 7-8
30. Rapid filling (80%), dan 1/3 weinig en dan 1/3 laatste 20%
31. 0,02-0,03 sec
32. 80 mm hg links en 8 mm hg rechts
33. 1/3, 70%
34. 2/3, 30%
35. Bloed stroomt terug

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HelenaSophia. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.18. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

47561 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.18  20x  sold
  • (3)
Add to cart
Added