100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting kerna/c voor KTF4 $6.64   Add to cart

Summary

Samenvatting kerna/c voor KTF4

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting voor KTF4 met uitwerkingen per aangegeven leerdoel

Preview 3 out of 17  pages

  • December 7, 2023
  • 17
  • 2022/2023
  • Summary
  • Unknown
avatar-seller
Kerna/c - De samenwerkende verpleegkundige

Les1a – Samenwerken met andere disciplines
Leerdoel 1: legt uit wat de doelen, opbouw en toet onderdelen zijn voor leerarrangement 4
("de samenwerkende verpleegkundige")
Leerdoel 2: benoemt de centrale thema's vanuit de kritische beroepssituatie met betrekking
tot "de samenwerkende verpleegkundige"
Leerdoel 3: herkent comorbiditeit/multimorbiditeit en prioriteert hulpvragen van de
zorgvrager om de zorg zo goed mogelijk af te stemmen
Co-morbiditeit: wanneer meerdere aandoeningen gerelateerd zijn aan een (chronische)
ziekte. Bv ondervoeding bij kanker.

Multi-morbiditeit: wanneer meerdere (chronische) ziekten tegelijk aanwezig zijn, deze
hoeven niet gerelateerd te zijn aan elkaar. Leidt tot problemen bij ouderen aangezien het
losstaande problemen zijn:
 Beperkingen in functioneren
 Verlies kwaliteit van leven
 Meer zorggebruik
 Meer kans op complicaties bij behandeling  hogere kans op vroegtijdig sterfte
 Vaak veel verschillende zorgverleners  zorg raakt versnipperd (geen goede
samenwerking)

Leerdoel 4: herkent de overeenkomsten en verschillen in de intramurale, extramurale,
semimurale en transmurale zorg en heeft inzicht wat dit betekent voor de samenwerking
Intra = tussen de muren (ziekenhuis, verzorgingstehuis, psychiatrische instelling)
Extra = buiten de muren (thuiszorg)
Semi = half verblijven (half tussen de muren, half thuis, dagverblijven)
Trans = over de muren heen (speciale verpleegkundige, ziekenhuis die thuis komen, chemo
thuis)

Leerdoel 5: brengt de samenwerking met andere disciplines binnen de revalidatiezorg in
kaart
Leerdoel 6: brengt de samenwerking met andere disciplines binnen de zorg voor zorgvragers
in de wijk in kaart
Leerdoel 7: legt het begrip co-creatie met betrekking tot de samenwerking met andere
disciplines binnen de zorg uit
Co-creatie: een vorm van samenwerking, waarbij alle participanten invloed hebben op het
proces en het resultaat van dit proces. Bv Multi Disciplinair Overleg.
Voorwaarden:
 Gelijkwaardigheid
 Wederkerigheid
 Openheid
 Vertrouwen

Leerdoel 8: benoemt de wet en regelgeving, financiering en controlerende instanties met
betrekking tot wijkzorg en revalidatiezorg.

,Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo): gemeente biedt ondersteuning thuis die
ervoor zorgt dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. Bij een melding doet de
gemeente-onderzoek naar de persoonlijke situatie. Denk hierbij aan hulp in huishouden,
vervoer, aanpassingen aan woning. Er wordt een keukentafelgesprek gevoerd.

Wet langdurige zorg (Wlz): regelt dat de meest kwetsbare mensen, mensen met handicap
en met psychische aandoening zorg krijgen die zij nodig hebben. Dit kan bestaan uit 24-uurs
zorg in een instelling of intesieve zorg thuis. Hiervoor geeft CIZ een Wlz-indicatie.

Wet zorg en dwang (Wzd): regelt de rechten bij onvrijwillige zorg (alleen als niet anders kan)
of onvrijwillige opname voor zorgverleners van mensen met verstandelijke beperking en met
psychogeriatrische aandoening (dementie)

Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz): in deze wet staat vastgesteld wat goede
zorg inhoudt. Ook staat uitgelegd wat mensen moeten doen als zij een klacht hebben over
zorg en het vervolg hiervan

Jeugdwet (Jw): wet voor kinderen en jongeren onder de 18 jaar. In deze wet is bijna alle zorg
en ondersteuning geregeld rondom opvoedingsproblemen, geestelijke gezondheidszorg,
zorg bij lichamelijke/verstandelijke beperking, psychische en gedragsproblemen.
Zorgverzekeringswet, Wlz en Wmo kan ook aan de orde komen bij kinderen. Gemeenten zijn
verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van alle vormen van jeugdhulp.

Participatiewet (PW): iedereen die kan werken maar het op de arbeidsmarkt zonder
ondersteuning niet redt valt hieronder. Deze wet zorgt ervoor dat mensen (meer) werk
vinden. Deze mensen krijgen elke maand geld van de gemeente (uitkering).

Zvw: Iedereen in Nederland moet verplicht een een basisverzeking hebben (aanvullende
verzekering kan je erbij nemen, maar dat is persoonsgebonden) hieruit wordt revalidatie bij
ziekte, ongevallen of operaties vergoed.

Persoonsgebonden budget (pgb): een bedrag waarmee iemand zelf zorg of ondersteuning
inkoopt. Past bij mensen die zelf met geld om kunnen gaan/bewindvoerder en de zorg zelf
kunnen regelen. Dit bedrag wordt uitbetaald door de Sociale verzekeringsbank (SVB). Dit kan
via Wlz, Zvw, Wmo en Jw worden aangevraagd.

Zorg in Natura (ZIN): de gemeente, zorgkantoor of zorgverzekeraar maken afspraken met
verschillende zorginstanties die jou zorg of voorzieningen levert. Zelf hoef je niets te regelen.
Wel mag je kiezen tussen een aantal zorgorganisaties die samenwerken met de gemeente.
Door wie, hoe laat en hoe kan niet zelf worden bepaald.

Nederlandse Zorgautoriteit (NZa): Toezichthouder op zorgmarkten. Controleert of
zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgkantoren zich aan de regels houden. De NZa
overlegt met verschillende partijen om ervoor te zorgen dat mensen de zorg krijgen waar ze
recht op hebben. Ook geven ze advies aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport.

, Inspectie gezondheidszorg en jeugd (IGZ): houdt toezicht op kwaliteit, toegankelijkheid en
veiligheid van de zorg en jeugdhulp. Bewaakt ook de rechten van de patiënten. Via het
landelijk meldpunt zorg kan informatie en advies gegeven worden aan burgers over het
indienen van een klacht van zorg of jeugdhulp. Inspectie houdt samen met andere landen
toezicht op de internationale markt van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen.

Les 1c – Hoe nu verder?
Leerdoel 1: benoemt verlieservaringen waar je als verpleegkundige mee te maken krijgt;
Leerdoel 2: beschrijft proces van verlieservaring
Kubler Ross
1. Ontkenning: met ongeloof op slechte nieuws reageren
2. Woede: boosheid zal optreden wanneer er doorgedrongen is wat er gebeurd is. Wordt
voornamelijk op omgeving afgereageerd
3. Onderhandelen: doelen aan zichzelf stellen om te hopen dat het weer goed komt
4. Depressie: echte verwerking begint en realiteit komt binnen. Degene kan zich
machteloos en onzeker voelen
5. Aanvaarding: eigen leven gaat langzaam door

Leerdoel 3: noemt verschillende coping stijlen en de betekenis daarvan en kent eigen coping
stijlen
Copingstijlen: manieren van omgaan met stress
 Actief aanpakken en oplossen: analyseren van probleem.
 Verdoving zoeken: probleem niet aanpassen, maar een vorm van troost zoeken. Bv:
hard werken, drugs, sigaretten, drank
 Vermijding: probleem wordt ontkend en vermeden. Ervoor wegduiken
 Sociale steun zoeken: begrip, steun of troost zoeken bij anderen en vragen om hulp
 Machteloze passiviteit of depressief reactiepatroon: piekeren, jezelf de schuld geven en
aan jezelf twijfelen
 Het uiten van emoties: spanning, frustratie of boosheid uiten op anderen
 Geruststellende gedachten: jezelf voorhouden dat alles goedkomt en andere het
zwaarder hebben

 Interne attributie: zelf te weinig hebben gedaan en zelf de oorzaak zijn van wat je is
overkomen
 Externe attributie: anderen hebben onvoldoende gedaan en zijn de oorzaak van wat jou
is overkomen

Leerdoel 4: beschrijft de opbouw van een slecht nieuwsgesprek in een plan van aanpak.
Voorbereiding: Kenmerkend is dat deze zorgvuldig is, hier begint het respect voor de
patiënt.
- Zo snel mogelijk een afspraak maken
- Locatie organiseren, privacy, rust, bekend.
- Steun mee uitnodigen, partner, familie
- Voorbereiding op de situatie, medische gegeven bestuderen, achtergrond van de patiënt
kennen.
- Alle spullen binnen handbereik.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisaverkoulen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.64. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.64
  • (0)
  Add to cart