De renaissance in het Noorden
Humanisten in het Noorden waren geïnteresseerd in sterfelijkheid, ethiek en kritiek op
boeken. Daardoor werden zij getriggerd door debatten over religie en de bijbel. Zij zetten zich
af tegen de rijkdom van de kerk en de kloosters en tegen bijgeloof. Zij waren geen gevaar
voor de kerk, omdat zij niet de intentie hadden die te hervormen.
Kunst en humanisme – in de lage landen ontbrak de kerk als patronage. Realisme werd hier
belangrijker ten opzichte van het idealisme in Italië. Hier werden meer religieuze werken
gemaakt dan in Italië en er werden minder naakte afbeeldingen gemaakt. De middeleeuwen
werden hier niet als donkere tijden gezien, maar als een tijd waarin de staten zich hadden
gevormd.
Universiteiten en soortgelijke omgevingen droegen bij aan de diffusie van de renaissance.
Koningen maakten gebruik van humanisten als secretaris en diplomaat.
Erasmus – geloofde dat de kerk gezuiverd moest worden. Hij bekritiseerde de relieken en
sacramenten werd minder nadruk op gelegd.
De wortels van de reformatie
De macht van de paus op lokaal niveau werd tegengewerkt door vorsten die zelf die macht
wilden hebben. Naarmate de kerk en de geestelijken steeds corrupter werden, kwam er meer
kritiek.
Het grote schisma – ontstond nadat koningen in Engeland en Frankrijk belastingen gingen
heffen bij de geestelijkheid. De paus was het hier niet mee eens en hij werd gevangen
genomen door de Franse koning. Na zijn dood kwam er een nieuwe paus in Avignon, die
onder de directe invloed van de Franse koning kwam te staan. (1309-1378)
Na een hoop gekut kwamen er twee mensen die de pauselijke zetel claimden en toen kwamen
er twee pausen, een in Avignon en een in Rome (1378-1417). Vorsten zetten de pausen onder
druk om afspraken te maken die leidden tot een groeiende religieuze macht van de seculaire
heersers. In 1409 werd er nog een derde paus gekozen, maar de andere twee weigerden hun
macht op te geven. Nu waren er dus drie pauzen die de autoriteit claimden.
Ketters en spirituele bewegingen – door deze chaos kwamen er bewegingen die de paus als
religieuze leider niet langer accepteerden. Nominalisten, zoals William of Occam, geloofden
dat god niet begrepen kon worden door aardse logica en ondermijnde daar mee de scholastiek.
John Wyclif vond dat religie gebaseerd was op geloof en daardoor werd de kerk zelf minder
belangrijk als medium tussen de mens en god. Jan Hus ging nog verder en zei dat het
klootjesvolk de kerk kon hervormen en dat pauzen anti-christ waren.
Conciliarisme – in de raad van Constance (1414-1418) probeerden clerici het Grote Schisma
op te lossen. Daar waren de paus, bisschoppen, seculaire leiders en ketters (die veel radicaler
waren dan de conciliaristen) bij betrokken. Hier werd Jan Hus veroordeeld tot de brandstapel.
Paus Pius II verklaarde de conciliaire beweging als ketters.
Geestelijke misbruik en aflaten – misbruik waar kritiek op kwam was de verkoop van aflaten,
de simonie, harem van de pauzen, het sacrament van boetedoening In het 5e concilie van
, Lateranen (1512-1517), wilden mensen meer scholing voor de geestelijkheid, een einde
maken aan de rijkdommen van de kloosters en wilde dat de geestelijkheid zich hield aan zijn
eed van kuisheid.
Maarten Luther – schreef zijn 95 stellingen op de deur van de kerk van Wittenberg in 1517,
werd in 1518 door de paus gevraagd zich terug te trekken, weigerde dat te doen. Daarna
probeerde hij een middenwegafspraak te maken met de paus. Deze verklaarde hem ketters in
1519 in Leipzig. In 1520 brak hij definitief met de kerk door te zeggen dat alleen geloof
verlossing kon brengen en hij werd geëxcommuniceerd door paus Leo X.
Karel V was in 1519 aan de macht gekomen en vond dat niemand zomaar in de ban kon
worden gedaan zonder geestelijke rechtszaak. Daarom kwam Luther in 1521 naar Worms
waar hij weigerde afstand te doen van zijn ideeën. Nu werd hij nogmaals in de ban gedaan in
het Concordaat van Worms, maar een vriend hielp hem ontsnappen.
Sociale achtergrond van de reformatie in de Duitse staten
Stedelijke centra – in het Duitse rijk waren er vooral kleine zelfstandige staatjes en steden, die
door het gebrek aan centralisatie een goede omgeving werd om Luther te volgen. Het bood
namelijk meer mogelijkheden voor lokale rust dan het katholicisme en zei ook dat men er
betere burgers van werd.
Het proces van hervorming – mensen in de middelklassen waren het meest beïnvloedbaar,
omdat zij de meeste mogelijkheid van sociale mobiliteit hadden. Zij brachten het op hun beurt
weer over op de lagere klassen. Lagere geestelijkheid en seculair bestuur ging hierin mee. Een
soort beeldenstorm gebeurde en er werd een eind gemaakt aan het onderscheid tussen
geestelijkheid en leken door clerici op grote schaal te laten trouwen.
Boerenopstanden – in het zuiden van het Duitse rijk kwamen boeren in opstand tegen hun
heren, zij wilden hun oude rechten terug, afschaffing van horigheid en de tithe. De opstanden
liepen echter uit de hand waarna zowel katholieke als protestantse mensen samenwerkten om
deze te stoppen.
De verspreiding van de reformatie
De reformatie werd een breuk binnen het Christendom en verspreidde zich door heel Europa.
Scheiding binnen het Christendom – humanisten en hervormers werden van elkaar
gescheiden, want humanisten gingen volgens de hervormers niet ver genoeg maar wel te ver
volgens de katholieke kerk. Op hun beurt waren hervormers veel meer bezig met de relatie
tussen mensen en god dan met de ontdekking van de mens.
In 1526 werd besloten dat iedere Duitse prins voor zijn gebied mocht bepalen welke stroming
moest worden aangehangen.
Karel V en prostestanten – Karel V werd door Francis I tegengehouden om Lutheranen te
vervolgen. Hij vocht niet met Frankrijk, vanwege zijn imperialistische interesses. De Franse
koning was blij dat Duistland zo verdeeld was. Omdat Karel V hoopte op een verzoening
tussen de stromingen, was hij redelijk tolerant geweest, maar nadat hij het niet meer te druk
had met Frankrijk en de Turken had hij eindelijk tijd om het protestantisme te bevechten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellenvanheteren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.