Kalium zit het liefste intracellulair (98%) in bloed is maar een fractie van de werkelijkheid.
Kalium distributie:
Voornamelijk geregeld door natrium kalium pomp op membranen. Kalium 3:2 in de cel.
ongeveer 0.4% zit in plasma.
Serum K+:
200-400 mEq verlies nodig om 1 punt daling te verzorgen in het lichaam. Terwijl 100-200 mEq nodig
is om het te laten stijgen. . Dit komt door de grote kalium poel van het lichaam.
K+ Excretie:
verlies in ontlasting, zweet en urine.
Renale excretie:
Meest e K+ wordt passief weer gereabsorbeerd in de prox tubuli, daarna wordt K+ uitgescheiden in
de distale tubuli en verzamelbuizen.
K+ secretie is eigelij een functie van het distale nefron ( afhankelijk van aldosteron en plasma K+)
bij normale nierfunctie is de capaciteit voor K+ excretie groot genoeg om hyperkaliemie tegen te gaan
bij een vergrote load.
Alodsteron:
reageert op verhoging van K+ en angiotensine II; vergroot K+ excretie in de urine. Promoot Na
opname en warter retentie.
spirinolacton reageert door actie van aldosteron in nieren te blokkeren.
Hypokaliemie:
< 3.5 kan komen door verplaatsing naar intracellulair of verlaging van lichaams K+.
Transcellulaire shift:
beweging van K+, wordt gefaciliteerd door stimulatie van B2-adrenerge receptoren op cel
membranen in spieren. bij gebruik salbutamol, daalt kalium mild.
Dit effect is groter icm diuretica.
Alkalose, hypothermie en insuline zorgt ook voor verplaatsing naar intra-cellulair. Bij hypothermie
verdwijnt dit na opwarmen.
K+ depletie:
Kan komen door verlies in nieren en GI , kan gemeten worden in KCL .
Renaal verlies:
Voornamelijk door diuretica. Ook door nasogastrische drainage, alkalose en magnesium depletie.
urine chloride is laag bij nasogastrische drainage en alkalose. Hoog bij diuretica en magnesium
depletie. Magnesium verminderd K+ reabsorptie in renale tubuli.
, Extra-renale K+ verlies:
diaree is grootste oorzaak van extra-renaal K+ verlies. In normale ontlasting 5-10 mEq/L K+ bij
secretoire of inflammatoire diarree 15-40 mEq/L met volume van 10L in ernstige gevallen.
Kliniek:
ernstige hypokaliemie < 2.5 kan worden geassocieerd met spierzwakte, vaak asymptomatisch.
Vooral veranderingen op ECG staan op de voorgrond. En kunnen in 50% vna d egevallen voorkomen.
Op ECG U golven(> 1mm in hoogte)m afvlakken en inversie van T-golven en QT interval verlenging.
Komen ook bij andere aandoeningen voor; digitalis en ventrikel hypertrofie.
Arritmieen:
hypokaliemie is geen risico factor voor ernstige aritmieen, geeft alleen groter risico op ernstige
artiemieen bij andere cardiale afwijkingen.
Management:
Iedere andere oorzaak wegnemen die transcellulaire K shift promoot. (alkalose)
Bij K+ tekort;
Schat het K+ verlies:
ongeveer 10% van het lichaams K+ is verloren voor iedere 1mEq/L vermindering in serum K+,
uitgaande van 50 mEq/kg.
Vloeistof:
normaliter in KCl, met oplossing van 1-2 mEq/ml in ampullen van 10-40 mEq, erg hyperosmotisch
moeten dus verdund worden. Kaliumfosfaat is ook een oplossing die die 4.5 K en 3 mmol fosfaat
bevat/ ml beter bij diabetische ketoacidose.
Snelheid van vervangen:
20mEq aan 100 ml isotoon zout toevoegen infuseren gedurende 1u. ( gewenste max van 20mEq/u,
soms 40 mEq/u nodig bij ernstig verlaagd kalium of aritmieen.) Bij grote infusie moet een centrale
vene gebruikt worden ivm irriterende eigenschappen van KCl.
responsL K+ zal initieel langzaam reageren( vlakke deel vd curve) , bij refractaire vervanging, dan
meot er gedacht worden aan magnesium depletie. ( promoot K+ excretie)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller GeofK. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.