Hoofdstuk 1: Inleiding
Definitie en situering van het strafprocesrecht
Strafrecht of materieel strafrecht
Strafprocesrecht of strafrechtspleging of het formele strafrecht:
o Definitie strafprocesrecht: is het geheel van rechtsregels die gevolgd moeten
worden in verband met:
Vaststelling of een misdrijf gepleegd werd
Door wie het gepleegd werd
Op welke manieren men de schuldige door de wet voorgeschreven straffen en
maatregelen kan opleggen
De werking en bevoegdheden van de instellingen en organen die hiermee belast
zijn
o Vier fasen
1. Onderzoek
2. Vordering
3. Berechting
4. Uitvoering van de straf
o Dubbele doelstelling
Enerzijds efficiënt zijn -> maatschappij heeft recht op bescherming
Anderzijds kan men aan openbare instellingen en organen geen ongelimiteerde
macht toekennen -> moeten dus aantal waarborgen in strafprocesrecht
ingebouwd worden, om het individu te beschermen tegen onrechtvaardig
ingrijpen door de overheid
Accusatoire en inquisitoire rechtspleging
Accusatoire
Mondeling
Openbaar
Tegensprekelijk
Rechter heeft een passieve rol, initiatief ligt bij partijen
Ons strafprocesrecht is
Inquisitoire een gemengd systeem
Schriftelijk
Geheim
Niet-tegensprekelijk
Rechter heeft actieve rol, bepaalt mee het voorwerp van de rechtszaak en staat in voor
bewijsvoering
Ons strafprocesrecht is een gemengd systeem
Het is inquisitoir in het stadium van het onderzoek en accusatoir in het stadium van
de berechting.
Voornaamste bronnen van het strafprocesrecht
Voornaamste bron = Wetboek van strafvordering
Wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van
Strafvordering
1
, Samenvatting Strafvordering
Hoofdstuk 2: Vorderingen die uit een misdrijf ontstaan
De strafvordering
De strafvordering is niet hetzelfde als een burgerlijke vordering
o Strafvordering komt van het OM en wordt voor de strafrechter voorgelegd
o Burgerlijke vordering is een vordering voor schadevergoeding
o Strafvordering + burgerlijke vordering mogen samen gevorderd worden
De uitoefening van de strafvordering:
o Het Openbaar Ministerie: art. 28 quater, lid 2 Sv
Wie is het Openbaar Ministerie
= staande magistratuur
= Procureur + vervangende substituten + gewone substituten + criminologen
+ stagairs + administratieve werknemers + parketgetuigen
Kenmerken van het Openbaar Ministerie
Hiërarchisch opgebouwd -> Procureur staat bovenaan en blijft
eindverantwoordelijke voor zijn mensen
Ondeelbaar -> het ambt vordert
Onafhankelijk -> in eer en geweten hun werk onafhankelijk doen
De burgerlijke partij
Het slachtoffer van een misdrijf kan een klacht indienen waarbij hij vraagt dat de pleger van
het misdrijf vervolgd wordt en eventueel gestraft zal worden.
# De burgerlijke partijstelling: het slachtoffer vraagt vergoeding voor de opgelopen schade.
Anderen: zijn bepaalde besturen.
Tegen wie wordt de strafvordering uitgeoefend?
Tegen een persoon: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon: art. 41 bis SW =
straffen van een rechtspersoon
Begrippen
De verdachte In het stadium van heel het onderzoek
De ‘inverdenkinggestelde’ In het gerechtelijk onderzoek en wordt hij
formeel in verdenking gesteld worden door
onderzoeksrechter
De beklaagde – de beschuldigde Is wanneer de zaak aanhangig is voor de
rechtbank = beklaagde en bij het hof van assisen
= beschuldigde
De burgerrechtelijk aansprakelijke partij Persoon die burgerlijk aansprakelijk is voor de
schade aangericht door de beklaagde
Wijze van uitoefening van de strafvordering:
Openbaar Ministerie
o Van ambtswege: door eigen waarneming of door een proces-verbaal
o Aangifte: iemand geeft zichzelf aan
o Klacht: gebeurt door de persoon die een misdrijf heeft gehad
2
, Samenvatting Strafvordering
Hinderpalen bij de uitoefening van de strafvordering:
Schorsing van de strafvordering ingevolge de persoon van de verdachte # parlementaire
onverantwoordelijkheid en parlementaaire onschendbaarheid
Schorsing van de strafvordering ingevolge een prejudicieel geschil # prejudiciële vragen
en prejudiciële geschillen
Verval van de strafvordering:
Overlijden van de verdachte: art. 20 V.T.SV.
Ontbinding of vereffening van een rechtspersoon
Amnestie
Opheffing van de strafwet
Minnelijke schikking: art. 216 bis SV.
Bemiddeling in strafzaken of strafbemiddeling: art. 216 ter SV.
Dading = een transactie of akkoord tot het betalen van een geldboete
Onmiddellijke inning bij verkeersovertredingen (wordt niet gedaan door het OM)
De administratieve geldboete
De verjaring van de strafvordering: is de termijn waarbinnen de strafvordering moet
beëindigd worden, anders vervalt ze. Termijnen: art. 21 en 21bis V.T.Sv.
Stuiting = de termijn gaat opnieuw in– schorsing van de verjaring = termijn wordt
geschorst
Het rechtelijk gewijsde – non bis in idem
De burgerlijke vordering art. 3,3 bis en 4 V.T.Sv.
Het slachtoffer van een misdrijf kan zijn rechten laten gelden en een eis tot
schadevergoeding indienen zowel voor de strafrechter bij wie de zaak in behandeling is,
als in een aparte vordering voor de burgerlijke rechtbank
Slachtoffer kan twee eisen stellen:
o Teruggave van goederen: als je iPhone gestolen wordt en je vindt die terug kan je die
terugvragen
o Schadevergoeding
De burgerlijke vordering voor de strafrechter
Voor de strafvordering is ingesteld
o Burgerlijke partijstelling bij onderzoeksrechter: art. 63 Sv.
o Rechtstreeks dagvaarden voor vonnisgerecht
De strafvordering is reeds ingesteld: art. 67 Sv.
o Meestal bij begin van de zitting
Na de uitspraak over de strafvordering => Rechter houdt ambtshalve de burgerlijke
belangen aan
De burgerlijke vordering voor de burgerlijke rechter
De strafvordering werd (nog) niet ingesteld
De strafvordering wordt ingesteld tijdens of voor de burgerlijke vordering
o ‘le criminel tient le civil en état’ = burgerlijke rechter wacht op het vonnis van de
strafrechter, alvorens uitspraak te doen
o Seponering heeft geen enkel gevolg voor de burgerlijke vordering
Hoofdstuk 3: Opsporing en onderzoek van strafbare feiten
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jillpollaris2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.06. You're not tied to anything after your purchase.