Hoofdstuk 1: Inleiding: Bronnen
en structuur
1. De bronnen van het vennootschapsrecht
Voornaamste rechtsbronnen:
Wetgeving = wetboek = centrale bron
Rechtspraak
o Omvat uitspraken van verschillende rechtbanken en hoven
o Uitspraak heeft alleen gevolgen tussen partijen en zijn dus niet verbindend
Gewoonte
o Is gebaseerd op gevestigde gebruiken die als algemeen verbindende
rechtsregels worden aanvaard
Voorbeeld: vermoeden van passieve hoofdelijkheid tussen ondernemers ten
aanzien van hun SE
2. Overgangsbepalingen
Bij invoering van nieuw wetboek uitermate belangrijk
Wetgever bepaalt wanneer welke bepalingen van toepassing zijn
Nieuwe vennootschappen Inwerkingtreding: 1 mei 2019
Geldt ook voor bestaande vennootschappen die
worden omgezet in andere vennootschap
Bestaande vennootschappen Inwerkintreding: 1 januari 2020
Vanaf 1 januari 2020 tot 1 januari Bij 1ste statutenwijziging volledig conformeren aan
2024 het WVV
Uitzondering!
Voor statutenwijziging wegens toegestaan
kapitaal
Of uitoefening van warrants of conversie van
converteerbare obligaties
Dwingende bepalingen Zijn van toepassing vanaf 1 januari 2020
Nieuwe regels geschillenregeling Onmiddellijk vanaf 1 mei 2019 van toepassing
Nieuwe regels Toepassing op feiten van na de inwerkingtreding
bestuurdersaansprakelijkheid van nieuw WVV
Verenigingen Blijven onderworpen aan art. 1 oude vzw-wet
Krijgen tijd tot 1 januari 2029 om statuten te
wijzigen
,Hoofdstuk 2: inleidende
begrippen
1. Het begrip vennootschap, vereniging en stichting
Vennootschap: art. 1:1 WVV
Vereniging: art. 1:2 WVV
Stichting: art. 1:3 WVV
1.1. Een contract – meerhoofdigheid – eenhoofdigheid
Ontstaat altijd op basis van: contract, schriftelijke of mondelinge overeenkomst
Tussen twee of meer personen
Algemene geldigheidsvereisten zijn van toepassing: art. 1108 oud Bw.
1.2. Inbreng
Partijen verbinden zich om iets in gemeenschap te brengen
Inbreng is de handeling waarbij persoon iets ter beschikking stelt van een op te richten of
een bestaande vennootschap: art. 1:8 WVV.
Oogmerk om een vennoot te worden
Of aandeel in vennootschap te vergroten
Inbreng kan bestaan uit: art. 1:8, §2 e.v. WVV.
Geld
Natura: is inbreng van lichamelijk of onlichamelijk goed
Nijverheid: is verbintenis om arbeid of diensten te presteren en vorm bijzondere
vorm van inbreng in natura
Inbreng in geld of natura kan in eigendom of in genot gebeuren
Eigendom: goederen in eigendom overgedragen aan vennootschap
Genot: alleen sprake van terbeschikkingstelling -> vennootschap kan goederen
gebruiken en opbrengst genieten zonder eigenaar te worden: art. 1:8, § 3 WVV.
Iedere vennoot is aan de vennootschap verschuldigd wat hij heeft beloofd:
art. 1:9, §1 WVV.
Niet nakomen van belofte tot inbreng van geldsom kan aanleiding geven tot betalen van
intresten vanaf de dag waarop geld betaald moest worden
Gebeurt van rechtswege en zonder dat verdering noodzakelijk is :
art. 1:9, §2, 1 WVV.
Inbreng van nijverheid = arbeid
Zij moeten rekenschap geven van alle winsten die zij gemaakt hebben door hun
nijverheid
Mogen vennootschap niet beconcurreren en geen activiteiten ontwikkelen die
vennootschap schaden of waarde van inbreng kunnen verminderen:
art. 1:9, §2, 3° WVV.
Vennoot kan beslissen om inbreng te doen van eigendom
Tenzij anders is overeengekomen draagt vennootschap het risico van zekere zaak:
art. 1138 oud BW.
Als gaat om vervangbare zaken dan is risico voor vennootschap vanaf de
terbeschikkingstelling: art. 1:10, §1 WVV.
, Inbreng van genot
Als zaken niet door gebruik of niet bestemd zijn om te worden verkocht -> blijft
risico voor de vennoot aan wie ze toebehoren: art. 1:10, §2 WVV.
Risico is voor de vennootschap als de zaken door gebruik tenietgaan of bestemd
waren om te verkopen: art. 1:10,§2 WVV.
1.3. Voorwerp – welbepaalde activiteiten
Vennootschap: wordt opgericht om bepaald voorwerp te realiseren door welbepaalde
activiteiten uit te oefenen
Vereniging en stichting: streven een belangeloos doel na
1.4. Rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel
(on)rechtstreeks vermogensvoordeel is uiteindelijke bedoeling van personen die
vennootschap oprichten
Rechtstreeks vermogensvoordeel is in geld opneembaar
Onrechtstreeks vermogensvoordeel is niet in geld opneembaar
Onderscheid tussen vennootschap en vereniging/stichting
Is het al dan niet uitkeren van een vermogensvoordeel
Vennootschap mag dit doen
Vereniging/stichting mag dat niet
Art. 1:4 WVV geeft weer wat verstaan wordt onder een ‘onrechtstreekse uitkering
van een vermogensvoodeel’
2. Waarom opteren voor een vennootschap?
Ondernemer kan starten als natuurlijke persoon of kan activiteiten onderbrengen in
vennootschap
Starten als natuurlijke persoon
Bestaat geen scheiding tussen persoonlijk vermogen en ondernemingsvermogen
Volledige vermogen zal instaan voor de risico’s en eventuele schulden van de
onderneming
Elke zelfstandige kan een verklaring van onbeslagbaarheid voor zijn woning
aanvragen
o Akte wordt opgemaakt door een notaris en wordt overgeschreven op het
kantoorrechtszekerheid
o Geldt voor beroepsschulden
o Alleen hoofdverblijfplaats wordt beschermd
Starten als vennootschap
Vennootschap met volkomen rechtspersoonlijkheid
o Zijn de nv, cv en de bv
o Geen sprake meer van vermenging van vermogens = afgescheiden vermogen
o Onderneming zal juridisch gezien volledig zelfstandig functioneren
o Rechtspersoon heeft eigen rechten en plichten
o Voordeel van beperkte aansprakelijkheid en fiscaal voordeliger
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jillpollaris2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.61. You're not tied to anything after your purchase.