1. Rechtsstaat
Rechtsnormen: gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn gesteld
Publiekrecht: tussen burgers en overheid (bijv strafrecht)
Strafrecht: welke gedrag strafbaar is
Burgerlijkrecht/privaatrecht: tussen burgers onderling
Rechtspersoon: een vereniging of een bedrijf
Rechtvaardigheid: ons gevoel van opvatting die wij als burgers hebben over goed
en kwaad
Rechtsstaat: rechtssysteem waarin burgers door grondrechten worden beschermd
tegen machtsmisbruik en willekeur
Rechtshandhaving: staat moet ervoor zorgen dat we ons aan de wet houden
Rechtsbescherming: wetten beschermen ons tegen machtsmisbruik van de
overheid
Geweldsmonopolie: om te kunnen handhaven heeft de overheid meer macht dan
wij en mag er indien nodig geweld gebruikt worden
Autoritaire staat: een staat waarin 1 machthebber of een kleine groep bepalen wat
de regels zijn
Dictatuur: regeringsvorm waarin alle macht bij een persoon of een kleine groep
mensen is
Grondwet: grondrechten van de inwoners, hoe de staat is ingericht
Grondrechten: basisrechten die je nodig hebt om een menswaardig leven te leiden
Mensenrechten: regels voor een ieder ter wereld
Klassiek grondrecht: overheid moet deze rechten garanderen
Sociaal grondrecht: overheid kan deze rechten niet garanderen, zoals woonruimte,
gezondheid en werk
Trias politica: wetgevende macht, uitvoerende macht en rechtelijke macht
Wetgevende macht: maakt de wetten. Taak van parlement en de regering
Uitvoerende macht: zorgt voor de uitvoering van goedgekeurde wetten
Rechterlijke macht: doet uitspraak in conflicten en beoordeelt of iemand de wet
heeft overtreden
Checks and balances: staatsmachten controleren elkaar. Controle en balans
Wraking: verzoek om de objectiviteit van de rechter te beoordelen
Legaliteitsbeginsel: de overheid mag alleen de vrijheid van burgers beperken als
die beperkingen in wetten zijn vastgelegd
Rechtszekerheid: alles wat de overheid doet heeft een wettelijke basis. Het zorgt
voor rechtszekerheid
Wetboek van Strafrecht: staan misdrijven en overtredingen in
Misdrijf: ernstige strafbare feiten
Overtreding: minder ernstige strafbare feiten
Criminaliteit: alle misdrijven die in de wet staan
Politie: verzamelt informatie, legt dit vast in een proces-verbaal
Officier van justitie: kan een zaak seponeren, zelf af doen of stapt met de zaak
naar de rechter
Fouilleren: wanneer er een redelijk vermoeden is dat men de wet overtreedt mag de
politie iemand fouilleren
Dwangmiddelen: opsporingsbevoegdheden
Verdachte: een redelijk vermoeden van schuld
, Staande houden: vragen om identiteitsbewijs
Aanhouding: verdachte moet mee naar het politiebureau voor verder onderzoek
Preventief fouilleren: iemand fouilleren zonder dat er sprake is van verdenking
maar omdat iemand zich bevindt in een veiligheidsrisicogebied
Infiltratie: undercover agent in een misdaadorganisatie
Seponeren: afzien van verdere rechtsvervolging
Transactie: de verdachte betaalt een geldbedrag of krijgt taakstraf
Strafbeschikking: lijkt op een transactie, alleen bij een schikking is je schuld
vastgelegd
Vervolgen: officier van justitie stuurt het dossier naar de rechter dan begint een
strafzaak
Rechter: stelt tijdens een rechtszaak vast of de verdachte schuldig is
Onschuldvermoeden: je bent onschuldig totdat de rechter heeft vastgesteld dat het
tegendeel is bewezen
Meervoudige strafkamer: ingewikkelde of zware strafzaken worden hier behandeld,
ook zijn er 3 rechters aanwezig
Zitting: moment waarop rechters de zaak behandelen
Advocaat: iedere verdachte heeft meteen na de aanhouding recht op een advocaat
Gerechtshof: behandelt strafzaken opnieuw na hoger beroep
Hoge Raad: na cassatie behandelt de hoge raad de zaak opnieuw
Wraak en vergelding: misdaad mag niet lonen
Afschrikking: het vooruitzicht van straf moet mensen afhouden van crimineel
gedrag
Voorkomen van eigenrichting: rechter moet straffen niet de burger
Resocialisatie: heropvoeding
Beveiliging van de samenleving: bij ernstige gewelds-zeden delicten
Vrijheidsstraf: gevangenisstraf, maximale is levenslang
Taakstraf: werkstraf
Geldboete: tot bijna 1 miljoen euro
Vervangende hechtenis: elke 50,- die je niet betaalt moet je een dag voor in de
gevangenis zitten
Bijkomende straf: naast de hoofdstraf nog een straf
Voorwaardelijk: proeftijd
Strafrechtelijke maatregel: bedoeld om de schade van het misdrijf te herstellen, bijv
het betalen van de schadevergoeding van een slachtoffer
Terbeschikkingstelling (TBS): bij misdrijven waar de dader psychisch in de war is
kan de dader TBS worden opgelegd
Jeugdstrafrecht: jongeren tussen 12 jaar en 16 jaar
Adolescentenstrafrecht: jongeren tussen 16 jaar en 23 jaar
Mediation: bemiddeling
Burgerlijke rechtszaak: burgers onderling leggen hun conflict voor aan een
onafhankelijke rechter
Geschil: conflict
Eiser: degene die de zaak aan de rechter voorlegt
Gedaagde: de persoon van wie iets wordt geëist en die daarom voor de recht wordt
gedaagd
Dagvaarding: een schriftelijke mededeling aan een persoon dat hij voor de rechter
moet verschijnen
Verweer: de reactie
Vonnis: de uitspraak van de rechter
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller josine2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.34. You're not tied to anything after your purchase.