In Vlaanderen werd woeste gronden geschikt gemaakt voor landbouw. Vaak gebeurde dat
omdat een edelman of een klooster daar opdracht toe gaf. Zo nam de hoeveelheid
landbouwgrond toe. Naast de ontginningen zorgden ook enkele veranderingen in de
landbouw voor toenemende opbrengsten. In plaats van ossen spanden de boeren paarden
voor de ploeg. Paarden zijn gehoorzamer en houden het zware werk langer vol. Door
effectiever te mesten hield de grond het langer vol. Zij konden elk jaar 2/3 van de akkers
inzaaien, in plaats van de helft.
Deze vernieuwingen in de landbouw, de ontginningen en de bevolkingsgroei vonden in
Nederland het eerst in Vlaanderen plaats. Daarna breidden ontginningen zich in de 11 e en
12e eeuw uit naar het noorden het oosten. Ook in Noord-Italië kwam er landbouwgrond bij
door ontginningen. Daardoor groeide de bevolking sterk.
De toename van de voedselproductie en de bevolkingsgroei legden in Vlaanderen en in
Noord-Italië de basis voor grote economische veranderingen. Niet iedereen hoefde meer in
de voedselproductie te werken. De specialisten in een ambacht gingen wonen op een plek
waar veel mensen kwamen en waar zijzelf en hun voorraden veilig waren. De hoeveelheid
handel en nijverheid nam steeds verder toe, net als de omvang van de steden. De
maatschappij veranderde van een landbouwsamenleving in een landbouw stedelijke
samenleving.
Handelaren organiseerde zich steeds vaker in koopmansgilden. Ze gingen samenwerken om
elkaar bij te staan op reis en om het nodige kapitaal voor handelsreizen bijeen te krijgen. Het
organiseren van een Hanze was een volgende stap in die samenwerking. De steden die in
een Hanze samenwerkten, gaven elkaars handelaren bescherming en allerlei
handelsvoorrechten.
In Noord-Frankrijk werden jaarmarkten georganiseerd. Deze vormden in de 13 e eeuw het
hoogtepunt van de interregionale handel, omdat er producten uit verschillende gebieden,
zoals de Hanzesteden, Vlaanderen en het Middellandse zeegebied, werden verhandeld.
In de 14e eeuw werden de jaarmarkten minder belangrijk. Oorlogsgeweld maakte Noord-
Frankrijk onveilig. Hoge belastingen opgelegd door de koning, verminderde de winsten. De
handel over zee werd steeds belangrijker. Zoals Genua en Venetië Azië aan Europa koppelde,
zo vormde Brugge de schakel tussen de Hanze en Zuid-Europa.
In de 15e eeuw konden schepen Brugge steeds moelijker bereiken doordat het water tussen
de stad en de open zee verzandde. Antwerpen nam de havenfunctie van Brugge over en
groeide in de 16e eeuw uit tot de belangrijkste handelsstad van de Nederlanden.
Edelen bevorderden de groei van de steden in hun gebied. Als een stad dankzij nijverheid of
handel rijk werd, leverde hen dat namelijk veel belastinginkomsten op. Daarom stichtten de
edelen steden en gaven ze extra vrijheden aan dorpen die tot marktplaats waren
uitgegroeid. Daarmee wilden zij bereiken dat zich daar ambachtslieden en handelaren
vestigden. Een versterkte stad met trouwe burgers kon zich bovendien helpen het
grondgebied te verdedigen. Zulke vrijheden en voorrechten lokten veel mensen aan, ook
vanaf het plattenland. Doordat horigen van het plattenland naar de stad vertrokken, dreigde
,een tekort aan horigen op de domeinen. De adel kon dit alleen voorkomen door ook voor de
horigen de belastingen te verlagen en de verplichtingen te verminderen.
In ruil voor de belastingen aan de graaf of hertog, of in ruil voor leningen als hij in financiële
problemen zat, eisten burgers stadsrechten. Door die privileges mocht de Vlaamse graaf in
de Vlaamse steden niet meer rechtspreken. De burgers hadden dankzij hun privileges meer
invloed op het bestuur van de stad dan de boeren in de dorpen. Daar bleef het bestuur in
handen van de adel.
Wie eenmaal schepen was, bleef dat tot zijn dood. Het stadsbestuur kwam zo in handen van
een kleine groep patriciërs die soms de macht misbruikte. Arme burgers moesten meer
belasting betalen en vaak bestraft bij misdrijven. Meer dan eens kwamen in Vlaanderen het
gemeen, de stedelingen kwamen in opstand tegen deze situatie. De graaf zat in 1241
verlegen in geld, burgers uit Brugge wilde in ruil daarvoor de macht van de patriciaat
beperken. Hij gaf toe en bepaalde dat elk jaar nieuwe schepenen moesten worden gekozen
en de stadbestuurders mochten geen familie zijn. De handwerkersgilden kregen een
stadsraad die schepenen kon controleren.
Tussen 1000 en 1300 enorme groei van het aantal steden
Doel van de Hanze:
- Handelssteden zorgen voor elkaar
- Bescherming tegen concurrentie
Brugge als centraal punt voor handel uit zuiden en noorden van Europa.
, §4.2 staten ontstaan
PowerPoint staatvorming en centralisatie politiek bekijken
Franse hertogen en graven gedroegen zich erg zelfstandig ten opzichte van de koning, hun
leenheer. Willem de Veroveraar, de hertog van Normandië, veroverde in 1066 heel Engeland
en liet zich tot koning van Engeland kronen. Als koning gehoorzaamde hij niet aan de Franse
koning.
Een eeuw later was Filips 2 koning van Frankrijk. Hij werkte intensief aan de staatsvorming
van Frankrijk. Als een leenman overleed, benoemde hij geen nieuwe leenman, maar hij
voegde het leen bij de kroondomeinen. Zo namen zijn inkomsten steeds meer toe. Hij
versterkte ook de band met de rijke steden in Zuid-Vlaanderen door ze stadsrechten te
geven. In ruil daarvoor kreeg hij meer belastinginkomsten en had hij in de steden trouwe
aanhangers.
De opvolgers van Filips 2 probeerden in de 13e eeuw met steun van de steden de invloed van
de adel te verkleinen. Edelen die hun machtpositie bedreigd zagen, begonnen tientallen
oorlogen om uitvoering van de koninklijke plannen te voorkomen. De grootste tegenstander
van de Franse koning was Engeland. De Engelse koning bezat grote gebieden in Zuidwest-
Frankrijk en in Normandië. Hoewel het officieel leengebieden van de Franse koning waren,
had de Engelse koning er in de praktijk macht. Dat wilde de Franse koning veranderen. Het
gevolg van de staatsvormingspolitiek en de strijd om de Franse troon was het uitbreken van
de honderdjarige oorlog (1337-1453).
Rond 1400 bestuurde de Franse koning alleen nog het zuidoosten van zijn land. Zijn
machtigste leenman, de hertog van Bourgondië, was bondgenoot van Engeland geworden
en had zelfs Parijs veroverd. Het boerenmeisje Jeanne d’arc zorgde voor een ommekeer.
De oorlog kostte een vermogen. De Franse koning was daarom genoodzaakt een goed
belastingstelsel op te zetten. Met het geld dat dat opleverde, kon hij een groter leger van
huursoldaten betalen en dat leger bovendien moderniseren met geweren en kanonnen. Het
belastingstelsel werd opgezet door ambtenaren. Door de centralisatie en de uniformering
beperkte de koning de invloed van de ongehoorzame adel. Bij deze modernisering van de
Franse overheid speelden de steden een belangrijke rol. De koning eiste van de stedelingen
belasting, of hij leende van hen geld. Ze kregen daardoor privileges op het gebied van handel
en bestuur. Er zat wel gevaar in, namelijk als steden té zelfstandig werden, konden ze
verdere centralisatie en uniformering van het bestuur in de weg staan.
Tijden de honderdjarige oorlog stond de hertog van Bourgondië aan de kant van de
Engelsen. Een reden daarvoor was dat de hertog van Bourgondië er voordeel van had als
Frankrijk verzwakte. Hij wilde namelijk aan de noord- en oostgrens van Frankrijk een eigen
staat richten. De hertog ging de ene na de andere oorlog aan en steeds minder edelen
wilden hun leven riskeren in dei ogenschijnlijk eindeloze reeks oorlogen. Er zat voor de
hertog niet anders op dan een leger van huursoldaten te maken. Zo kon hij zelfstandig zijn
gang gaan.Om de soldaten te betalen verhoogde hij de belastingen en de steden onder druk.
Hertog Karel de Stoute stelde in 1473 een centrale raad in:Parlement van Mechelen. De raad
maakte wetten en deed aan rechtspraak. De wetten die zij maakte golden voor iedereen. Het
particularisme stond lijnrecht tegenover het beleid van centralisatie en uniformering.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophieklomp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.