Samenvatting van alle stof van sociale psychologie behandeld in week 4: Hoofdstuk 6 (Cognitive Dissonance and the Need to Protect Our Self-Esteem), Hoofdstuk 7 (Attitudes and Attitude Change) en Hoofdstuk 9 (Group Processes).
Summary Social Psychology (500214-B-6) - Grade 10
Social Psychology 10th Edition By Elliot Aronson; Timothy D. Wilson; Robin M. Akert; Samuel R Sommers 9780134641287 Chapter 1-13 Complete Guide .
All for this textbook (11)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Psychologie
Sociale Psychologie
All documents for this subject (87)
Seller
Follow
pleunvandenboogaart
Reviews received
Content preview
HOOFDSTUK 6 – Cognitive Dissonance and the Need to Protect Our Self-Esteem
LO 6.1 ‘Explain what cognitive dissonance is and how people avoid
dissonance to maintain a positive self-image’
Cognitive dissonance = het ongemak dat mensen voelen als ze zich gedragen op
een manier die hun zelfwaardering bedreigt, wanneer twee cognities tegenstrijdig
zijn, of wanneer je gedrag tegenstrijdig is met je houding. Drie manieren om te
verminderen:
- Gedrag veranderen en het in lijn brengen met de dissonante cognitie (stoppen
met roken).
- Proberen ons gedrag te rechtvaardigen door een van de dissonante cognities
te veranderen (gedachte dat roken slecht voor je gezondheid is veranderen
naar dat dat wel meevalt).
- Proberen ons gedrag te rechtvaardigen door nieuwe cognities toe te voegen
(zeggen dat roken het risico waard is omdat het zo lekker is).
Postdecision dissonance = dissonantie na het nemen van een beslissing, die je
vermindert door de waarde van de gekozen optie te vergroten en de waarde van de
afgewezen optie(s) te verminderen.
Lowballing = strategie waarbij een verkoper een klant ertoe aanzet een product te
kopen tegen lage kosten, vervolgens beweert dat het een fout was, en de prijs hoger
is. Vaak zal de klant het product alsnog kopen, voor de hogere prijs terwijl ze dit niet
zouden doen als de prijs in eerste instantie zo hoog was.
Justification of effort = de neiging om iets waarvoor je hard hebt gewerkt meer te
waarderen.
Als je ervoor kiest om een veeleisende of onaangename ervaring door te gaan om
een bepaald doel te bereiken, wordt dat doel aantrekkelijker.
Externe rechtvaardiging (justification) = verklaring voor dissonant persoonlijk
gedrag buiten het individu.
Interne rechtvaardiging (justification) = vermindering van dissonantie door iets
aan jezelf te veranderen.
Hoe lager de externe rechtvaardiging, hoe hoger de behoefte voor interne
rechtvaardiging hoe meer dissonance.
Counterattitudinal behavior = handelen op een manier die in strijd is met je
persoonlijke overtuiging. Hoe kleiner de externe rechtvaardiging hiervoor is, hoe
meer je het zelf ook gaat geloven.
The Ben Franklin Effect = als je iemand die je niet aardig/ leuk vindt een favor doet of
helpt, ga je die persoon aardiger/ leuker vinden.
Mensen geven de vijanden onmenselijke namen, om wreedheid naar hen toe te
rechtvaardigen.
Als mensen immorele daden begaan, zullen zij hun eigen gedrag proberen te
rechtvaardigen.
Insufficient punishment = dissonantie die ontstaat wanneer je te weinig externe
rechtvaardiging hebt om je tegen een gewenste activiteit te verzetten, wat ertoe
leidt dat je de verboden activiteit devalueert.
Als je wil dat iemand iets één keer doet/ niet doet, beste strategie = grote beloning
of zware straf.
, Als je wil dat iemand toegewijd wordt voor bepaalde houding of gedrag, beste
strategie = hoe kleiner de beloning of straf, hoe groter de uiteindelijke verandering in
de houding zal zijn.
Hypocrisy induction = opwekken van dissonantie door individuen uitspraken te
laten doen die in strijd zijn met hun gedrag en hen vervolgens te herinneren aan de
inconsistentie tussen wat de uitspraken en hun gedrag. Hiermee worden individuen
tot meer verantwoordelijk gedrag geleid.
In collectivistische samenlevingen komt dissonantie reducerend gedrag minder vaak
voor. In deze culturen is de kans groter dat we gedrag tegenkomen dat gericht is op
het handhaven van de groepsharmonie en is de kans kleiner dat mensen hun eigen
persoonlijke wangedrag rechtvaardigen. Wel is de kans groter dat mensen
dissonantie ervaren wanneer hun gedrag anderen beschaamt of teleurstelt.
LO 6.2 ‘Describe recent advances and extensions of cognitive dissonance
theory’
Self-affirmation theory = bedreigingen voor je zelfwaarde (door dissonance)
verminderen door jezelf te bevestigen op gebieden niet gerelateerd aan de
bedreiging (“ik ben dan wel rookverslaafd, maar ik ben tenminste ook een hele
goede chefkok”).
Self-evaluation maintenance theory = dissonantie wanneer iemand beter
presteert dan jij op bepaald gebied. Drie voorwaarden:
1. Je bent hecht met deze persoon.
2. Deze persoon presteert beter dan jij.
3. Het gebied is centraal voor je zelfwaarde.
Kan verminderd worden door (1) minder hecht met deze persoon te worden, (2) je
gedrag te veranderen zodat jij beter presteert, of (3) te besluiten dat het gebied toch
niet zo belangrijk voor je is.
LO 6.3 ‘Summarize ways to overcome dissonance and the pros and cons of
having high self-esteem’
Veel mensen vinden het lastig om als achteraf blijkt dat ze fout zaten, dit toe te
geven narcisten: overmatige eigenliefde en een gebrek aan empathie voor
anderen.
Terror management theory = zelfwaarde dient als buffer en beschermt tegen
angstaanjagende en depressieve gedachten over je eigen sterfelijkheid.
Hoog zelfbeeld is over het algemeen goed: maakt je optimistisch over je toekomst en
laat je harder werken voor wat je wil in het leven. Te hoge zelfwaarde: narcisme, wat
gepaard gaat met gebrek aan empathie voor anderen. De beste combinatie is om
een goed gevoel over onszelf te hebben, maar ook om van onze fouten te kunnen
leren en om voor anderen te zorgen.
HOOFDSTUK 7 – Attitudes and Attitude Change
LO 7.1 ‘Describe the types of attitudes and what they are based on’
Attitudes zijn evaluaties die je maakt van mensen, objecten en ideeën. Drie
componenten:
1. Cognitief gebaseerde attitude: attitude gebaseerd op je overtuigingen
over eigenschappen van het attitude object.
2. Affectief gebaseerde attitude: attitude meer gebaseerd op je gevoelens en
waarden dan op je overtuigingen over de aard van het attitude object.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pleunvandenboogaart. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.