100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Kinder en jeugdpsychopathologie samenvatting (GGZ2021) $22.46   Add to cart

Summary

Kinder en jeugdpsychopathologie samenvatting (GGZ2021)

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Kinder en jeugdpsychopathologie samenvatting (GGZ2021)met college uitwerking.

Preview 3 out of 19  pages

  • December 10, 2023
  • 19
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Taak 12
De morele ontwikkeling (Kohlberg)


Taak 12:
Definieer de componenten van moraliteit:
Shaffer, D.R., & Kipp, K. (2014, 9th edition). Developmental Psychology. Childhood & Adolescence. Chapter 13: Aggression,
Altruism, and Moral Development. Toelichting: Het gaat daarbij om het gedeelte dat handelt over morele ontwikkeling (pp.
511-527).
Moraliteit zijn een aantal principes of idealen die een individu helpen onderscheid te maken tussen goed en fout, op dit
onderscheid te kunnen reageren en gevoelens van trots of schuld te kunnen hebben. Veel theoretici zien internalisatie –
verschuiving van extern gestuurde acties naar gedrag dat door interne standaarden en principes wordt gestuurd – als de
meest cruciale stap naar morele volwassenheid.

Moraliteit = een reeks principes of idealen die het individu helpen om goed van kwaad te onderscheiden, hiernaar te
handelen, en trots te voelen bij deugdzaam gedrag en schuld (of andere onaangename emoties) bij gedrag dat in strijd is met
hun normen.

Internalisatie = het proces waarbij men de eigenschappen of normen van andere mensen overneemt en deze normen als de
hunne beschouwt.

Moraal affect = het emotionele component van moraliteit, met inbegrip van gevoelens zoals schuld, schaamte en trots in
ethisch gedrag.

Moreel redeneren = het cognitieve component van moraliteit; het denken dat mensen vertonen bij het beslissen of
verschillende handelingen juist of verkeerd zijn.

Moreel gedrag = het gedragscomponent van moraliteit; acties die in overeenstemming zijn met iemands morele normen in
situaties waarin men in de verleiding komt om deze te schenden.

Meestal worden drie componenten onderscheiden:
1. Een affectieve component (moral affect), die bestaat uit gevoelens die betrokken zijn bij het onderscheid tussen goed en
fout en die motiveren tot morele gedachten en acties.

Affectieve componenten van morele ontwikkeling:
Het lijkt erop dat peuters al een bewustzijn ontwikkelen als ze gehecht zijn aan warme en responsieve ouders, die zoveel
mogelijk positieve emotionele gebeurtenissen met hun kind delen. In de context van een mutually responsive
relationship (een relatie met wederzijds respect voor doelen en behoeften) vertonen peuters vaak commited
compliance (naleving op basis van de behoefte van het kind om samen te werken met een reagerende ouder die
bereid is met hem of haar samen te werken), waarin ze:
→ Gemotiveerd zijn om aan eisen en regels van ouders te voldoen
→ Sensitief zijn voor emotionele signalen van ouders als zij stellen of ze iets goed of fout hebben gedaan
→ De reacties van hun ouders internaliseren zodat ze eigen worden gemaakt

Meer in sensitieve ouders ontwikkelen vaak situational compliance (naleving voornamelijk gebaseerd op de macht van
een ouder om het gedrag van het kind te beheersen), die gebaseerd is op een vermogen van de ouders om het gedrag
van het kind volledig te sturen. Wanneer je kind minder goed gehecht is zal het de regels niet meer volgen wanneer het
gezag figuur weg is, veilig gehechte kinderen blijven de regels wel volgen.

Freuds theorie van moraliteit:
Freuds theorie van moraliteit suggereert dat kinderen hun superego, dat morele normen bevat, ontwikkelen tijdens de
fallische fase (leeftijden 3 tot 6) door identificatie met de ouder van hetzelfde geslacht. Deze identificatie helpt bij het
oplossen van het Oedipus- of Electra-complex. Freud stelde voor dat meisjes mogelijk zwakkere superego's hebben dan
jongens omdat ze niet dezelfde castratieangsten ervaren. Hoewel Freud het belang van morele emoties en het
internaliseren van morele principes benadrukte, ontbreekt empirische ondersteuning voor veel aspecten van zijn
theorie.

Wederzijdse responsieve relatie = ouder-kindrelatie gekenmerkt door wederzijdse responsiviteit naar elkaars behoeften
en doelen en gedeeld positief affect.
Toegewijde gehoorzaamheid = gehoorzaamheid gebaseerd op het enthousiasme van het kind om samen te werken met
een responsieve ouder die bereid is geweest om met hem of haar samen te werken.

Situatie toegewijde gehoorzaamheid = gehoorzaamheid die voornamelijk gebaseerd is op de macht van een ouder om
het gedrag van het kind te controleren.

,2. Een cognitieve component (moral reasoning), die betrekking heeft op de manier waarop we goed en fout
conceptualiseren en het maken van beslissingen over hoe te handelen.

➔ Piaget
De ontwikkeling van moral reasoning die kinderen laten zien hangt vooral af van hun cognitieve groei en sociale
ervaringen. Door de ervaringen leren kinderen steeds beter om te gaan en een begrip te ontwikkelen voor regels,
wetten en interpersoonlijke verplichtingen. Wanneer kinderen deze nieuwe inzichten verwerven, dan gaan ze door een
opeenvolgende variant van een reeks van morele etappes, elke etappe verbeterd of vervangt de voorgaande gedachte
en leidt uiteindelijk tot een steeds meer volwassen perspectief op morele kwesties.

Onderzoek van Piaget naar morele ontwikkeling focuste zich op twee aspecten van moral reasoning: respect voor regels
en opvattingen over gerechtigheid.

Door verschillende verhaaltjes voor te leggen aan kinderen kon Piaget drie morele fasen voor morele ontwikkeling
formuleren:
1. The premoral period (eerste 5 jaar): de eerste vijf levensjaren hebben kinderen nog weinig tot geen respect voor
en bewustzijn van sociale regels. Ze maken hun eigen regels en zien vormen van een spel vooral als manieren om
plezier te maken.

2. Heteronomous morality (5 – 10 jaar): tussen de vijf en tien jaar ontwikkelen kinderen een sterk respect voor
sociale regels als ze deze fase ingaan. Kinderen geloven nu dat regels zijn opgeleid door autoritaire figuren als
politie, leraren of ouders, en denken dat deze regels heilig zijn en niet kunnen veranderen. Heteronome kinderen
denken dat er altijd een goede en foute kant is (moral absolutes), en dat ‘goed’ altijd het volgen van de regels is.
Straffen hoeven volgens deze kinderen geen verband te hebben met iets dat ‘fout’ is gegaan. Heteronome
kinderen zijn voorstander van expiatory punishment: straf voor zichzelf, zonder aandacht voor de relatie met de
aard van de verboden daad. Daarnaast gelooft het heteronome kind in immanent justice – het idee dat schending
van de sociale regels altijd bestraft zal worden.

3. Autonomous morality (10+ jaar): rond de tien jaar bereiken kinderen deze fase, waarin ze zich realiseren dat regels
uit te dagen zijn, en soms zelfs veranderd kunnen worden. Een chauffeur die te hard rijdt vanwege een medisch
noodgeval is niet meer fout, zoals heteronome kinderen wel vinden. Straffen moet ook betrekking hebben op de
fout; iemand die een raam breekt hoort geen billenkoek te krijgen (zoals heteronome kinderen denken), maar zou
daarvoor moeten betalen.

➔ Kohlberg en morele ontwikkeling
Kohlberg liet kinderen een aantal morele dilemma’s oplossen. Hij was niet zo geïnteresseerd in de keuze zelf, maar meer
in de onderliggende rationaliteit, oftewel de structuur van moral reasoning. Bijvoorbeeld vragen als ‘zou Heinz het ook
voor een vreemde moeten stelen?’ of ‘als Heinz niet van zijn vrouw zou houden, zou hij het dan ook stelen?’ moesten
deze structuur blootleggen. Hij onderscheidt verschillende morele levels.

, Model van Kohlberg:




Kohlberg denkt dat cognitieve groei niet als enige bijdraagt aan een morele ontwikkeling:
ook het tegenkomen van personen of gebeurtenissen is belangrijk, omdat deze cognitieve disequilibria kunnen
veroorzaken, waarbij kinderen hun viewpoint moeten evalueren en wellicht moeten aanpassen. Onderzoek laat zien dat
iedereen bovenstaande fasen in dezelfde volgorde doorloopt.

3. Een gedragscomponent (moral behaviour), die laat zien hoe we ons daadwerkelijk gedragen.

De gedragscomponent van morele ontwikkeling (sociale leertheorieën):
Sociale leertheoretici als Bandura zijn vooral geïnteresseerd in de gedragscomponent van moraliteit; wat we echt doen
als we met verleiding in aanraking komen. Ze stellen dat morele gedragingen op dezelfde wijze ontwikkelen als sociale
gedragingen; via reinforcement en punishment, en door observationeel leren. Ze stellen ook dat moreel gedrag sterk
wordt beïnvloed door de specifieke situatie waarin iemand zich bevindt.

De doctrine of specificity is een viewpoint dat door de meeste behavioristen (sociale leertheoretici) wordt gedeeld. Het
houdt in dat moral affect, moral reasoning en moral behavior evenveel of zelfs meer afhangen van de specifieke situatie
waarin iemand zich bevindt dan van geïnternaliseerde morele principes. Echter; veel morele gedragingen (zoals
wel of niet spieken op een toets) zijn consistent over de tijd. Er is dus zeker enige consistentie of coherentie. Je kunt
echter niet verwachten dat zelfs de meest ‘morally mature’ individuen zich in alle situaties perfect consistent gedragen.

Doctrine of specificity = een opvatting gedeeld door veel sociale leertheoretici die stelt dat morele affect, moreel
redeneren en moreel gedrag evenzeer of meer afhankelijk kunnen zijn van de situatie waarmee iemand wordt
geconfronteerd dan van een geïnternaliseerde reeks morele principes.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittboumans. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $22.46. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79650 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$22.46
  • (0)
  Add to cart