100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvattingen boek: Farmacotherapie in de apotheek $12.41   Add to cart

Summary

Samenvattingen boek: Farmacotherapie in de apotheek

9 reviews
 545 views  25 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze download bevat: duidelijke/overzichtelijke samenvattingen van de hoofdstukken uit het boek Farmacotherapie in de apotheek. Het document is al gebundeld. ISBN nummer is: 9789031398720.

Preview 4 out of 62  pages

  • No
  • H1 t/m 7, h8 voor de helft, h9 t/m h11, h13 t/m h22
  • February 17, 2018
  • 62
  • 2015/2016
  • Summary

9  reviews

review-writer-avatar

By: elmnaouar1 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: Moroccangirll • 4 year ago

review-writer-avatar

By: cheng_dkl • 5 year ago

review-writer-avatar

By: kimderuijter98 • 5 year ago

review-writer-avatar

By: farmastudent93 • 5 year ago

reply-writer-avatar

By: farmastudent93 • 5 year ago

Translated by Google

It is a pity that Chapter 12 is not included

review-writer-avatar

By: aschutten • 6 year ago

review-writer-avatar

By: bujitumaartje • 6 year ago

Translated by Google

CLEARLY

Show more reviews  
avatar-seller
Boek: Farmacotherapie in de apotheek.

Inhoud
Hoofdstuk 1: Pijnstillers......................................................................................................................2
Hoofdstuk 2: Reumatische aandoeningen..........................................................................................5
Hoofdstuk 3: Slapeloosheid, angst en onrust......................................................................................7
Hoofdstuk 4: Misbruik en verslaving.................................................................................................10
Hoofdstuk 5: Middelen tegen allergische aandoeningen..................................................................12
Hoofdstuk 6: Aandoeningen van het maag-darmkanaal...................................................................14
Hoofdstuk 7: Anticonceptie en overgangsklachten...........................................................................17
Hoofdstuk 8: Huidmiddelen..............................................................................................................20
Hoofdstuk 9: Cardiovasculair risicomanagement..............................................................................22
Hoofdstuk 10: Diabetes mellitus.......................................................................................................25
Hoofdstuk 11: Hart- en vaatziekten..................................................................................................28
Hoofdstuk 13: Beïnvloeding van de weerstand en de afweer...........................................................31
Hoofdstuk 14: Infectieziekten...........................................................................................................36
Hoofdstuk 15: Aandoeningen van de luchtwegen............................................................................42
Hoofdstuk 16: Urinewegen...............................................................................................................45
Hoofdstuk 17: Schildklieraandoeningen...........................................................................................47
Hoofdstuk 18: Neurologie.................................................................................................................48
Hoofdstuk 19: Geneesmiddelen bij psychiatrische aandoeningen....................................................52
Hoofdstuk 20: Kwaadaardige aandoeningen....................................................................................54
Hoofdstuk 21: Oogaandoeningen.....................................................................................................57
Hoofdstuk 22: Vitamines en mineralen.............................................................................................60

,Hoofdstuk 1: Pijnstillers.
1.1 Pijnstillers worden analgetica genoemd. Het wordt gebruikt bij verschillende soorten
pijn zoals hoofdpijn, kiespijn, menstruatiepijn, buikpijn.
1.1.1 Pijn ontstaat door weefselbeschadiging. Stoffen die worden vrijgemaakt prikkelen de
zenuwuiteinden. Pijn is een signaal dat er iets mis is. De aard van de pijn en de plek waar
de pijn gevoeld word is belangrijk voor de emotionele beleving. Bij ernstige ziekten kan
er echter weinig pijn zijn. Het wordt onderscheid in acute en chronische pijn.
Bij acute pijn is de oorzaak meestal duidelijk en word goed gereageerd op pijnstillers. Er
wordt gekeken naar de klacht.
Bij chronische pijn bestaat de pijn al langer en is de oorzaak niet altijd bekend en niet
snel iets aan te doen.
Patiënten moeten goed op de hoogte zijn van de werking en dosering van het
geneesmiddel.
Pijnbestrijdingsmethoden bij chronische pijn:
 Acupunctuur. (naalden)
 Chirurgische ingrepen in het zenuwstelsel.
 Zenuwblokkade.
 Hypnose.
 Gedragstherapie.
 Kalmeringsmiddelen.
Onbeperkte pijnbestrijding kunnen leiden tot hinderlijke bijwerkingen omdat het
waarschuwingssignaal wordt onderdrukt.
1.2 Analgetica (pijnstillers) worden onderverdeeld in 2 groepen: opioïden en niet-opioïden.
1.2.1 Niet-opioïden zorgen ervoor dat stoffen geen zenuwprikkeling geven. Worden bij lichte of
matige pijn gebruikt. Bij deze groep horen ook middelen die koorts dempend
(antipyretisch) zijn of ontstekingsremmend (antiflogistisch).
Er zijn 3 groepen niet-opioïden:
 Paracetamol: Eerste keus middel en heeft pijnstillend en koorts dempende
werking. Kan soms overgevoeligheid als bijwerking veroorzaken en heeft geen
interacties. Contra-indicatie zijn ernstige leverfunctiestoornissen. Het middel is
wel erg giftig bij chronisch gebruik en bij overdosering kunnen onherstelbare
leverbeschadigingen optreden, waarna een patiënt komt te overlijden. Mensen
met bloedstollingsmiddelen kunnen paracetamol gebruiken. Is verkrijgbaar als
tablet, zetpil en drank.
 NSAID’s zijn prostaglandinesynthese remmers. Ze remmen de aanmaak van
prostaglandines die een functie hebben bij het ontstaan van pijnprikkels en
doorgave ervan. Ook beschermen ze het maagslijmvlies. Hebben een pijnstillende,
koorts dempende en ontstekingsremmende werking. Veelvoorkomende
bijwerkingen zijn maagklachten en langdurig gebruik kan leiden tot een
maagzweer. De werking maakt het maagslijmvlies gevoeliger. Moet vaak in
combinatie met maagbeschermers worden gebruikt. Bekende preparaten zijn:
acetylsalicylzuur (Aspirine), carbasalaatcalcium (Ascal), diclofenac (Voltaren),
ibuprofen (Advil) en naproxen (Aleve). Maagbeschermers dienen zeker gebruikt
te worden als:
De patiënt ouder dan 70 jaar is.
De patiënt medicatie gebruikt die ook maagbloedingen kunnen
veroorzaken. (cumarines, SSRI’s of corticosteroïden.
De patiënt in het verleden al eens een maagbloeding heeft gehad.
 Combinatiepreparaten hebben meerdere werkzame pijnstillende bestanddelen.
Het heeft dan een sterkere werking. Bestaat meestal uit paracetamol of
acetylsalicylzuur met bijvoorbeeld: codeïne (behoort tot de opioïden. Versterkt

, de werking van niet-opioïden), coffeïne (versterkt de werking van paracetamol of
acetylsalicylzuur), propyfenazon.
1.2.2 Opioïden hebben een sterke pijnstillende werking en veroorzaken een andere beleving
van pijn. Door veelvoorkomende en ernstige bijwerkingen zijn ze voornamelijk geschikt
voor gebruik bij hevige acute pijn. Word ook toegepast bij hevige chronische pijn als die
niet voldoende reageert op gewone pijnstillers. Er zijn verschillende werkingssnelheden:
 LAO (long-acting opioïden): Hebben een langzame, gereguleerde afgifte.
 SAO (short-acting opioïden): Hebben een korte, directe werking binnen 30 tot 40
minuten.
 ROO (rapid-onset opioïden): Hebben een snelle werking binnen 10 tot 15
minuten.
Stoffen die worden afgeleid van de stof morfine worden ook wel morfinomimetica
genoemd. Het zijn stoffen die de werking van morfine kunnen nabootsen. Vernauwen de
luchtwegen en beïnvloeden de ademhaling. Moet altijd gecombineerd worden met een
laxeermiddel door de bijwerking obstipatie of verstopping. Andere bijwerkingen zijn
sufheid en ademhalingsdepressie.
Bij gewenning is steeds meer geneesmiddel nodig voor hetzelfde effect. Ook is er gevaar
voor verslaving.
Morfine wordt het meest gebruikt. Orale en rectale toediening heeft een wisselende
opname per persoon. Orale toediening is daarom niet geschikt voor behandeling van
acute pijn. Parenterale toediening geeft snelste en sterkste pijnstilling.
Oxycodon werkt twee keer zo sterk als morfine. Wordt toegepast bij chronische, hevige
pijn en bij kankerpatiënten.
Codeïne werkt minder sterk dan morfine en heeft minder bijwerkingen. Wordt altijd
gecombineerd met niet-opioïden.
Fentanyl wordt toegepast bij chronische pijnstilling in de vorm van een pleister.
Tramadol wordt gegeven bij chronische, matig-ernstige pijn. Valt niet onder de
Opiumwet.
Methadon wordt toegepast bij heroïne- en morfineverslaafden.
1.3 Anestheticum is een stof die tijdelijk gevoelloosheid of verdoving veroorzaakt. Wordt
gebruikt voor narcose of plaatselijke verdoving.
Lokale anesthetica hinderen tijdelijk de prikkeloverdracht langs de zenuwbanen. Er
ontstaat plaatselijk gevoelloosheid. Kan worden toegepast bij het trekken van een kies,
hechten van een wond of bij een injectie.
Ook kan een groter deel van het zenuwstelsel blokkeert worden. Dit is beter dan narcose
omdat er geen bewustzijnsverlies is. Is mogelijk bij een beperkt aantal ingrepen.
1.3.1 Er zijn verschillende toepassingsgebieden: oppervlakteanesthesie (geconcentreerde
oplossing op slijmvliesoppervlakken als voorbereiding voor een onderzoek),
infiltratieanesthesie (huid en weefsel worden gevoelloos gemaakt door een injectie maar
maakt grotere oppervlakken gevoelloos dan nodig zijn, epinefrine wordt toegevoegd
zodat bloedvaten vernauwen en het anestheticum zich minder verspreid),
geleidingsanesthesie (door injectie in of bij een zenuw wordt een groter gebied
gevoelloos gemaakt), epidurale anesthesie (door injectie in epidurale ruimte van
ruggenmerg word onderlichaam gevoelloos gemaakt).
Lidocaïne word veel gebruikt en is verwerkt in veel vormen zoals aanstipvloeistof tot
crème. Ook injecties worden gebruikt voor infiltratie- of geleidingsanesthesie.
1.4.1 Bij NSAID’s is een contra-indicatie het hebben of gehad hebben van een maagzweer
(ulcus pepticum). Een andere contra-indicatie is astma. Er kan een astma aanval uitgelokt
worden als iemand overgevoelig is voor een van de stoffen.
NSAID’s hebben een interactie met antistollingsmiddelen. Er kan een bloeding ontstaan
of er kan een versterkte werking optreden. De trombosedienst moet dan geïnformeerd
worden.
Combinatie met middelen tegen depressie (SSRI’s) kunnen ook bloedingen versterken.

, 1.4.2 Patiënten met aandoeningen aan de luchtwegen zijn gevoelig voor de werking van
morfinomimetica. De contra-indicatie astma en COPD wordt meestal genegeerd.
Gewenning wordt wel snel veroorzaakt.
1.4.3 De contra-indicaties bij lokale anesthetica zijn epilepsie en hartritmestoornissen (alleen
bij parenterale toediening). Geneesmiddelintolerantie is een soort allergische reactie.
1.6 Veel pijnklachten kunnen met zelfzorgmiddelen worden behandeld. Op de KNMP zijn
zelfzorgstandaarden die beschrijven welke vragen aan de patiënt moeten worden
gesteld, eerste keusmiddelen en wanneer de patiënt naar de dokter moet.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rianne25. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.41  25x  sold
  • (9)
  Add to cart