100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen Internationaal privaatrecht (JUR-4IPRNED) Mastervak $17.41   Add to cart

Class notes

College aantekeningen Internationaal privaatrecht (JUR-4IPRNED) Mastervak

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide aantekeningen internationaal privaatrecht (JUR-4IPRNED) (Mastervak). Het boek werd ook deels verwerkt in mijn aantekeningen.

Preview 4 out of 116  pages

  • December 10, 2023
  • 116
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Rick verhage
  • All classes
avatar-seller
Week 1

Hoorcollege 1 (maandag 4 september 2023)

Indeling IPR:

- Rechtsmacht: geschil met internationale dimensie wodt voorgelegd aan de Nederlandse
rechter soms. Is die Nederlandse rechter wel bevoegd? Dat onderdeel noemen we
rechtsmacht, Brussel I is van belang en als die niet vena toepassing is dan onze Nederlandse
bepalingen 1 – 14 Rv.
- Conflictenrecht: toepasselijk recht. Stel Nederlandse is bevoegd over een geschil met
internationale demensie, welk recht moet dan worden toegepast? Dit betekent het
conflictenrecht, verwijzingsregels staan centraal. Voor overeenkomsten in Rome I
verordening, Rome II gaat over verbintenissent uit de wet, als er geen verdragen zijn dan
hebben we eigen verwijzingsregels die in Boek 10 zijn opgenomen.
De uitdaging is om uit de verschillende bronnen, casus o te lossen.
- Als we het hebben over rechtsmacht dan gaat het over een Nederlandse rechter, nu de
erkenng en tenuitvoerlegging. Een vonnis door een buitenlandse rechter, kan dat ten uitvoer
worden gelegd in NL? Echterscheiding van een rechter uit Marooko, kan dat hier worden
tenuitgevierd.



Bronnen en internationaliteit

- Bronnen: verdragen door Haagse verdragen, Trustverdrag en Forumkeuze verdrag
(rechtsmacht en erkenning en tenuitvoerlegging)
- EU- recht (belangrijkste rechtsbron): belangrijk deel van het IPR is vastgesteld in Europese
regelingen, Rome I en Rome II en Brussel I en insolventieverordening.
Verwijzingsregels van Lidstaten kunnen in strijd zijn met EU waarden, zoals vrijheid van
vestiging en andere economische vrijheid. Inspire Art: NLse wet kan onverbindend zijn. IPR
regels van lidstaten kunnen een inbreuk maken op Economische vrijehid van het EU recht.
- Nationaal recht: Als er geen internationale regel voor handen is, dan moeten we op zoek
gaan in onze eigen regels, 6:247 lid 4, Boek 10 BW/



Internationaliteit

Dit vak heet IPR, niet omdat het internationaal recht is. Soms is het, het wel denk aan verdragen. Het
vak heeft als object een internationale rechtsverhouding. Het object van het IPR zijn internationale
rechtsverhouding.

Rechtsverhouding

Welk recht is van toepassing op een internationale rechtsverhouding.

Hoe lost het IPR problemen op? Niet door zelf een oplossing te geven, bijv het huwelijk is inderdaad
ontbonden. Het IPR lost problemen op door verwijzing naar een stelsel van nationaal recht. Het geeft
niet oplossingen maar zegt voor het antwoord op die vraag, verwijs ik naar dat stelsel van nationaal
recht.

,Je bent boven met een internationale rechtsverhouding, deze moeten we kwalificeren. Het IPR is
onderverdeeld in verwijzingscategorieën. Het goederenrecht, familierecht, allemaal
verwijzingscategorieën. Hiervoor hebben we verwijsregels, voor OD hebben we Rome I.

Last probleem is, hoe moeten we een rechtsverhouding kwalificeren, onderbrengen?

Je moet de basis prinzipes kennen. Rechtshouding moeten we kwalificeren, het gaat het om
overeenkomstenrecht, OD ect. Stel het gaat over overeenkomsten recht, dan zoeken we naar welke
verwijzingsregel erbij hoort. Kijk naar de aanknopingspunten, bijv gaat het over de vraag of een bv
rechtsgeldig is opgericht, dan moet je naar het recht van de statutaire zetel kijken. Is een roerende
zaak rechtsgeldig overgedragen dan goederenrecht, dan kijk je naar de plaats van legging, het recht
van het land waar de zaak zich bevindt (situs). Dat zijn aanknopingspunten.

Je hebt ook een subjectieve aanknopingspunten, dat zijn de partij wil. Het door de partijen zelf
gekozen recht.

Stel rechtsverhouding en die breng je onder een verwijzingscategorie, dan naar aanknopingsfactor
kijken en aan de hand daarvan kan je vaststellen wat het toepasselijk recht is.

Stel partijen kiezen voor Duits recht, dan is Duits recht van toepassing.

Verwijzing

- Verwijzing die leidt tot het toepasselijk recht, wordt verder besproken. De verwijzing is een
gekanaliseerde verwijzing. Als je op het niveau van de verwijzingscategorieën, als je
kwalificeert als overeenkomstenrecht, dan moet je alleen kijken naar de regels van
overeenkomstenrechten. Als op een koopovereenkomst Engelse recht is van toepassing dan
alleen Engels recht is dan geen Engelse goederenrecht is van toepassing.

Als je op het eerste niveau kwalificeert als overeenkomsten recht dan kwalificeer je dat zo en kijk je
alleen naar die regels.

- De verwijzing naar de onderste balk is naar de regels van materieel recht, regels van
Burgerlijk recht. Het is geen verwijzing naar de IPR van dat recht dat van toepassing wordt
verklaard. Stel npls, Duits recht is van toepassing op vererving. Daar is laatste woonplaats
van erflater, stel Duits recht zegt wet van ligging is van toepassing, zaak ligt in NL of
Zwisterland dan verwijst Duitse IPR naar het recht van dat stelsel. Dat accepteren we niet in
onze IPR, als recht X is van toepassing dan is recht X van toepassing met uitsluiting van IPR
van dat land. Geen herverwijzing (renvoi).

Docent pakt Rome I, art 20. Uitsluiting herverwijzing (renvoi). Er is een uitzondering dat van erfrecht
van toepassing. Komt niet aan orde.

Kwalificatie

- Het kwalificatieprobleem: bij de vraag hoe een rechtsverhouding gekwalificeerd moet
worden, moet kwalificatie op een autonome manier worden gedaan. Het kan zomaar zijn dat
wat wij als een contractuele rechtsverhouding op basis van een autonome kwalificatie als
iets anders. VB: lidmaatschapsverhouding tot de vereniging is een contractuele verhouding,
in andere lidstaten zegt het is een vennootschapsrechtelijke rechtsverhouding. Hof van
Justitie deed uitspraak: verhouding moet worden gezien als vennootschapsrecht. Wat
volgens de systematiek van Nederlands recht overeenkomstenrecht hoeft niet zo te zijn
volgens autonome interpretatie.

, - Er is onderscheid tussen primaire en secundaire kwalificatie; kwalificatie kan op het laagste
niveau een probleem geven, die gekanaliseerde verwijzing, dan moet rechter alleen bijv
overeenkomsten regels. Maar wat zijn dat, hoe bepaald je dat? Het kan zij dat Frans recht
van toepassing is op een overeenkomst en het gaat om een regel die zegt verbintenissen
worden omgezet tot natuurlijke verbintenissen. Autonome uitleg van Rome I zegt alleen die
regels van Frans recht, die als overeenkomstenrecht worden gezien van toepassing zijn
(ingewikkeld).

Rome I; rechtskeuze Rome I kent een universeel toepassingsgebied, dat betekent dat het steeds
van toepassing is, wanneer een rechter moet oordelen over welk recht van toepassing is.

Als een Japanse partij en ander partij zeggen recht van zuid Korea is van toepassing en het komt
voor Nlse rechter dan past hij Rome I toe.

In tegen stelling van Brussel I is Rome I universeel van toepassing.

Belangrijkste verwijzingsregels.

- Art 3 Rome I: volledige vrijheid. Subjectieve verwijzingsregel, partijen kunnen een
rechtskeuze maken. Zij kunnen zeggen deze overeenkomst wordt beheerst door Duits recht.
Vrijheid van rechtskeuze.
- Art 3 Rome I; variaties van de rechtskeuze.
Forumkeuze (12 considerans) kan uitdrukkelijk of stilzwijgend. Er is een verschil tussen keizen
tussen bevoegdheid van een Nlse rechter en toepasselijkheid van NLs recht. Nee, uit een
forum keuze op zich kan je niet afleiden dat partijen een rechtskeuze wilden doen. Als
partijen voor bevoegdheid van Nlse rechter kiezen en in hun contract regelmatig naar
Nederlandse bepalingen, dan wel stilzwijgend keuze voor toepasselijkheid Nls recht.

- Partijen kunnen een partiele rechtskeuze maken. Komt nooit voor. Wat je tegenkomt is dat
partijen zeggen art 1 tot 20 door NLs recht beheerst en de rest door Frans recht. Of deze
overeenkomst door Nederlands recht en die door Frans recht.
- Vooraf (in de akte vastgesteld) of achteraf een rechtskeuze doen. Bijvoorbeeld via de mail of
mondeling en daarna op schrift stellen. Dat kan ook. Je kan een rechtskeuze ten procese
vastleggen. Ze gaan een rechtskeuze maken voor een procedure. Rechtskeuze achteraf (of
wijziging van de rechtskeuze) doet zich vaak voor tijdens een over de overeenkomst
aanhangig gemaakt rechtsgeschil. In dit verband wordt doorgaans gesproken van een
processuele rechtskeuze.

Rome I: gevolgen rechtskeuze

Objectief toepasselijk recht is het recht dat zonder rechtskeuze van toepassing zou zijn. Regels van
regelend recht en dwingend recht worden door vrijheid van rechtskeuze opzij gezet.

Beperkingen rechtskeuze

- Internationaliteit, (art 3 lid 3 Rome I)
- Bij consumenten- en arbeidspvereekomsten art 6 en 8 Rome I.
- Voorrangsregels 9 rome I
- Openbare orde.



Internationaliteit, (art 3 lid 3 Rome I)

, Rechtsverhoudingen moeten echt internationaal zijn.

- Art 1, in gevallen waarin.. dit is een lichte internationaliteitseis. Ook al is een contract
objectief gezien met een land verbonden. Stel wij allemaal NLs object is woning bevindt zich
in NL. Dit is geheel met NL verbonden. Stel rechtskeus voor Engels recht, dan is het toch een
internationaal contract.
- Art 3 lid 3: interne gevallen. Rechtskeuze zet normaal niet alleen het regelend recht opzij en
dwingend recht, maar 3 lid 3 zegt dat als het enige internationale element van een contract
alleen de rechtskeuze is, dan heeft rechtskeuze niet tot gevolg dat daarmee het dwingend
recht opzij wordt gezet. Dus nu wordt het dwingende NLs recht niet opzijgezet. Anders kan je
dwingend recht makkelijk omzeilen, en zal dat niet nodig zijn.
- Art 3 lid 4: als beide partijen in een lidstaat zijn gevestigd en het hele contract verbonden is
met EU. Dan kan een rechtkeus geen afbreuk doen aan het Europese contracten recht. Er
wijn dwingende EU-regels, als een contract gezien geheel verbonden is met de EU, interne
markt, dan kan je niet ontkomen door te kiezen voor het recht van een niet lidstaat.

Consumenten- en arbeidsovereenkomsten

Art 6 en 8 Rome I

- Bescherming van de consument/ werknemers. NLse contractenrecht, vrijheid van
rechtskeuze staat voorop maar bescherming is belangrijk want er is dwingend recht op dat
niveau.
- Rechtskeuze is geldig maar doet geen afbreuk aan dwingende bepalingen van de sociale
omgeving van de werknemer of consument.
- Toepasselijk recht art 6 Rome I. Als art 6 van toepassing is, dan biedt art 6 al bescherming
door vrijheid van rechtskeuze ( 6 lid 1). Voor de formele geldigheid van
consumentenovereenkomsten ( 6 lid 2). Bescherming die consument heeft ogv lidstaat wordt
niet opzij gezet.
- Bevoegde rechter 17- 19 Brussel I, stel Amazon zegt ik dagvaard je alleen voor Amerikaanse
rechter dan kan dat niet. Woonplaats van consumenten.

Vraag 1: welke overeenkomsten?
- Art 6 lid 1: in beginsel alle consumentenovereenkomsten niet alleen koop.

Vraag 2: wanneer bijzondere bescherming van toepassing?

- Wanneer wederpartij of verkoper zijn activiteiten ontplooit in het land van de consument.
Rechtskeuze wordt opzijgezet. Denk aan overeenkomsten gesloten via het internet.
Bescherming geldt ook wanneer iemand activiteiten richt op NL, zoals Amazon. Amazon
accepteert dat Nederlandse consumenten, overeenkomsten sluiten. Wij kunne beroep doen
op art 6. Al heel snel wordt consument beschermd.

- Vraag 3: rechtsgevolgen?

- Bescherming treedt in werking, rechtskeuze blijft geldig maar doet geen afbreuk aan
dingende regels die consumenten beschermen.


Art 8 Roem I: Voor arbeidsovereenkomsten geldt dit ook

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Milan1998. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $17.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$17.41
  • (0)
  Add to cart