, 4.13 Vitamines en mineralen................................................................................. 63
5 Het register voor diergeneesmiddelen voor DA en veehouder...............................63
5.1 Geneesmiddelendepot bij de dierenarts..........................................................64
5.1.1 Definitie depot........................................................................................... 64
5.1.2 Aanvraag depot......................................................................................... 65
5.1.3 Bevoorrading depot................................................................................... 65
5.1.4 Verschaffing en toediening vanuit het depot.............................................66
5.1.5 Administratie van het depot.......................................................................66
5.2 Het toedienen, verschaffen en voorschrijven van geneesmiddelen.................67
5.2.1 Toediening van geneesmiddelen................................................................67
5.2.2 Verschaffing van geneesmiddelen.............................................................68
5.2.3 Voorschrijven van geneesmiddelen...........................................................69
5.3 Geneesmiddelen op het bedrijf........................................................................71
5.3.1 Administratie op het bedrijf.......................................................................71
5.3.2 De keuze van een dierenarts.....................................................................72
5.3.3 Geneesmiddelengebruik op het landbouwbedrijf.......................................73
5.3.4 Het verhandelen van recent behandelde dieren........................................74
5.3.5 Handel in geneesmiddelen.........................................................................75
5.4 Bijzondere geneesmiddelen............................................................................. 75
5.4.1 Psychotrope stoffen en verdovende middelen...........................................75
5.4.2 Antibiotica.................................................................................................. 76
5.4.3 Stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of
productiestimulerende werking...........................................................................77
5.4.4 Bepaalde immunologische middelen.........................................................77
5.4.5 Gemedicineerde veevoeders.....................................................................77
5.5 Sanitel-med...................................................................................................... 78
4
,Inleiding
3 definities
o Farmacologie = leer of kennis van geneesmiddelen
o Farmacologie = interactie tussen geneesmiddelen en een levend
biologisch systeem
o Farmacologie = de verzamelnaam voor farmacodynamie,
farmacokinetiek, farmacotherapie en farmacognosie
Farmacon = stof die na toediening een specifiek effect heeft op het lichaam
Farmacie = ontwikkelen en bereiden van geneesmiddelen
1 Farmacokinetiek en farmacodynamie
Farmacokinetiek = wijze waarop farmacon door het lichaam wordt verwerkt
wat doen wij/het dier met het farmacon?
Farmacodynamie = wijze waarop farmacon op het lichaam inwerkt
wat doet het farmacon met ons/het dier?
1.1 Farmacokinetiek
1.1.1 Algemeen
Geneesmiddelen in het lichaam doorlopen 4 stadia
o Absorptie
o Distributie
o Biotransformatie
o Excretie
Dosering van middelen is afhankelijk van hun concentratie in het lichaam en
de tijd (metabolisatie en uitscheiding)
1.1.2 Absorptie
2 definities
o Absorptie = vermogen van weefsels om van buitenaf komende stoffen
in zich
op te nemen
o Absorptie = opname van stof in circulatie vanuit toedieningsplaats
Bepaalde snelheid
o Toedieningsvorm
o Toedieningsweg
o Fysico-chemische eigenschappen
Bepaalde hoeveelheid
o Komt alle werkzame stof vrij?
o Alle werkzame stof geabsorbeerd?
o First pass effect?
5
, AUC (Area Under Curve)
o Verloop tussen plasmaconcentratie en tijd
o Maat voor de biologische beschikbaarheid van een geneesmiddel
Biologische beschikbaarheid (F)
Mate waarin een geneesmiddel geabsorbeerd wordt en de
algemene circulatie bereikt
hoeveel van de toegediende werkzame stof uiteindelijk
de algemene circulatie bereikt en voor werking
beschikbaar komt ten opzichte van intraveneuze (IV)
toediening
0<F<1
Factoren die absorptie beïnvloeden
o Manier van absorptie
o pH en ionisatiestatus van geneesmiddel
o Absorptieoppervlak
o Bloedvoorziening
o Oplosbaarheid van geneesmiddel
o Geneesmiddelvorm
o Gastro-intestinaal kanaal
o Interactie met andere geneesmiddelen
6
,1.1.2.1 Manieren van absorptie
Passieve niet ionische diffusie doorheen fosfolipidenstructuren
o Passief volgens concentratiegradiënt
o Oplossing celmembraan dus geen energie nodig
o Afhankelijk van grootte, ionisatiestatus en vet-water partitiecoëfficiënt
Poriën – diffusie of ultradiffusie
o Passief volgens concentratiegradiënt
o Doorheen poriën dus geen energie nodig
o Enkel heel kleine moleculen
Actief transport met carriers
o Actief tegen concentratiegradiënt in
o Energie nodig
o Carrier nodig
1.1.2.2 pH en ionisatiestatus van het geneesmiddel
Molecule geneesmiddel
o In niet geïoniseerde vorm makkelijk doorheen membraan
o In geïoniseerde vorm (dus + of - lading) niet doorheen membraan
Rekeninghouden met de pH van het geneesmiddel en de pH van de
omgeving!
Omgeving
Zuur Basisch
Geneesmid
Zwak zuur
del
Opname doorheen membraan “Gevangen in omgeving”
Zwak basisch Opname doorheen
“Gevangen in omgeving”
membraan
1.1.2.3 Absorptieoppervlak
Hoe groter het oppervlak is van de plaats waar absorptie kan gebeuren, hoe groter
de mate is waarin absorptie optreedt.
1.1.2.4 Bloedvoorziening van de plaats waar absorptie plaatsvindt
Hoe groter de bloedvoorziening is van de toedieningsplaats, hoe groter de mate is
waarin absorptie optreedt.
Intramusculair > subcutaan
1.1.2.5 Oplosbaarheid van het geneesmiddel
Vetoplosbaarheid van een geneesmiddel is recht evenredig met de graad van
niet-ionisatie van het geneesmiddel
Hoge vet-water-partitiecoëfficiënt = hoge absorptie
1.1.2.6 Geneesmiddelvorm
Tablet, capsule, zalf, oplossing, ….
7
,1.1.2.7 Gastro-intestinaal kanaal
Wanneer geneesmiddelen oraal worden
toegediend
Invloedsfactoren
o Samenstelling en hoeveelheid van voedsel
o Ledigingstijd van de maag en motiliteit van
de darm
o Irritatie of ontsteking van de
maagdarmwand
First-pass effect
o Na orale toediening wordt een deel van de
geresorbeerde stof gemetaboliseerd door
enzymen in de darmwandcellen,
darmbacteriën of lever
o In lever kan biotransformatie plaatsvinden
Middel wordt omgezet in metaboliet
Kan onwerkzaam of minder werkzaam worden
o Enteropathische kringloop
Opname van stof uit de darm na uitscheiding ervan via gal
1.1.2.8 Interactie met andere geneesmiddelen
Het combineren van geneesmiddelen met andere medicatie of met voedsel kan een
negatief effect hebben op de absorptie ervan.
8
, 1.1.3 Distributie
Distributie = de verdeling van geneesmiddelen in het lichaam van op de
absorptieplaats
naar de actieplaats
Factoren die distributie beïnvloeden
o Concentratiegradiënt
o Eiwitbinding
o Vetoplosbaarheid en ionisatiestatus
o Barrières
o Ziekten
1.1.3.1 Concentratiegradiënt
Hoe grote de concentratiegradiënt (en dus ook het verschil in hoeveelheid), hoe
groter de neiging van het geneesmiddel zich te verplaatsen van het compartiment
met hoge concentratie aan geneesmiddel naar het compartiment met lage
concentratie aan geneesmiddel.
1.1.3.2 Eiwitbinding
Geneesmiddel in bloed gebonden aan eiwit
o Stockage
o Onbeschikbaar voor binding met celreceptoren
Geneesmiddel in bloed dat ongebonden blijft
o Distributie
o Metabolisatie
o Excretie
9
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannelorekriek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.