gegeven door Mr. Van Bunder in MT2 logopedie en audiologie. Alles wat je moet weten voor het examen staat erin. Ik was van de eerste keer geslaagd met deze samenvatting.
mondeling. Je krijgt de 8 examenvragen op voorhand, die los je op, studeer je en 3 of 4 op het examen oplossen.
“Leg uit hoe je als logopedist/audioloog aan de slag gaat met een bepaald patroon.”
Niks van buiten kennen.
Beoordeeld op persoonlijke verwerking, niet op reproductie. Zelf de leerstof kunnen hanteren.
Examenvragen:
Model wordt gegeven.
“Leg uit wat dit model inhoudt en waar het voor staat” 30% (beperken tot de hoofdlijn. Bondig, maar volledig)
“Bespreek op welke manier dit model voor u als toekomstige logopedist van toepassing is. Goed onderbouwen.”
70%
Verwacht een reflectie/bespreking hiervan. Voorbeelden mogen, maar volstaan niet.
Hoe voorbereiden?
- Leerpaden volgen op geroosterde momenten
- Naar les komen
- Examenvragen na elke les beantwoorden en bijhouden
Lessen:
Leerpaden kijken, toepassing in de les. Schriftelijke neerslag na elke fysieke les uploaden op Chamilo.
0. Inleiding
- Doorheen je leven evolueer je als persoon. Je bent op je 40 een ander persoon dan toen je 20 was
- Je wordt door de maatschappij in bepaalde rollen geduwd waar je je naar moet gedragen. Die veranderen
doorheen het leven, dus je verandert constant als persoon
- Door al die tijd zijn er een aantal eigenschappen die hetzelfde blijven: persoonlijkheid.
Persoonlijkheidspsychologie: wetenschap van de persoonlijkheid. Persoonlijkheidstypes in groepen indelen.
Buiten de wetenschap, want de verschillende modellen kunnen niet bewezen worden.
0.1 Behavioristisch en cognitief model
Bandura:
- Heeft sociaal leren bestudeerd
- Nemen kinderen die agressie zien, die agressie over?
- Bobo-pop (zie ppt)
Behaviorisisch model:
- Enkel afgaan op waarneembaar gedrag
- Alle menselijk functioneren verklaren door reacties op stimuli
(sociaal) cognitief model:
- Prikkels waaraan betekenis wordt toegekend
- Aan de hand van die betekenis handelen
- Bv: niet kwaad worden op een student omdat die praat, maar omdat je denkt dat die niet oplet, doordat je
die betekenis toekent aan het praten.
- Bv: hond van Pavlov. Kent betekenis toe aan bel.
- De betekenis die je toekent aan een stimulus heeft te maken met je persoonlijkheid
, - Zelfeffectiviteit: de manier waarop je over jezelf nadenkt heeft een effect op hoe je je voelt en gedraagt.
Self-fulfilling prophecy
0.2 Humanistisch model
Maslow:
- Behoeftepiramide: model om het belang van behoeftes te strucureren (zie ppt)
Rogers:
- Grondlegger van client-centered therapy
- Model ontwikkeld waarbij hij nadenkt over de mens als wezen die de beste versie van zichzelf wil worden
zelfontplooiing
0.3 Trekmodel:
- Big five
- Verschillende bipolaire assen waarop iedereen zichzelf kan plaatsen
o Openness
o Conscientiousness
o Extraversion
o Agreeableness
o Neuroticism
- Verwetenschappelijkte versie van de theorie van de lichaamssappen
0.4 Psychoanalytisch model
Freud:
- Persoonlijkheid bestaat uit 3 verschillende delen (innerlijk conflict):
o Es: behoefte direct willen bevredigen
o Über-ich: resultaat van socialisatieprocessen. Opvoeding
o Ich: bewuste deel van de persoonlijkheid dat ervoor moet zorgen dat er compromissen worden
gemaakt tussen es en über-ich
- Constant conflict tussen es en über-ich
0.5 Fenomenologisch model
- Continuïteit normaliteit en abnormaliteit
- Door psychisch afwijkende mens iets leren over de normale mens van binnenuit
- Bv wanen/hallucinaties. Probeer hierin te kruipen. Wat is de structuur hierachter, wat betekent dit voor die
persoon? zo leren hoe de normale mens in elkaar zit
- Mensen manipuleren. Bv de aan- en afwezigheid van mensen manipuleren. Bv: mama roepen omdat je
“dorst hebt”, maar je wil haar eigenlijk gewoon zien. Iedereen manipuleert op een bepaalde manier.
1. Trekmodel
1.1 Inleiding
- = Big 5 model
- Model waarbij nature een grote rol speelt
- Meest voorkomende benadering
- Interactie tussen kind en opvoeder
- Goodness of fit:
o De mate waarin zowel kind als omgeving op elkaar afgestemd geraken
o Invloed van omgeving is belangrijk, maar kind is geen passieve ontvanger, maar creëert eigen
omgeving mee
- Gaat 5 trekken van onze persoonlijkheid vinden die heel gelijkend zijn bij de meeste mensen
- Voornamelijk tot stand gekomen door statistische analyses nl factoranalyse 5 factorenmodel
- Trekbenadering = trait approach
, Trekken:
- Relatief stabiele persoonlijkheidseigenschappen, dus verandert fundamenteel niet bv: je buist op een toets.
De kan gemotiveerd zijn om de volgende keer harder werken, boos worden, … je gaat vaak gelijkaardig
reageren op verschillende situaties. Die verschillen in reactie kan je toeschrijven aan iemands
persoonlijkheid.
- Achter gedrag staat persoonlijkheid bv: een gemotiveerd persoon gaat anders op situaties reageren dan
iemand met weinig motivatie
- Vroeg observeerbaar
- Zijn als latente kernen aanwezig tijdens de gehele ontwikkeling
Definitie: trekken zijn stabiele, interne factoren die iemands gedrag consistent maken over situaties, en
verschillend van het gedrag van anderen in vergelijkbare situaties.
o Stabiel: over tijd
o Intern: afleidbaar uit gedrag
o Consistent: over vergelijkbare situaties
o Individueel verschillend: verschillen per persoon
1.2 Methoden
Men kan 3 benaderingen gebruiken om een persoonlijkheidsmodel op te stellen:
Lexicale benadering:
- Natuurlijke taal
- Inventaris maken van woorden die gebruikt worden om persoonlijkheidskenmerken te beschrijven
- 2 criteria om model te reduceren en praktisch te maken:
o Frequentie van de synoniemen
o Crossculturele universaliteit
Statistische benadering:
- Factoranalyse w toegepast
o Statistische analyse datareductie
- Vertrekpunt: wat als we het terrein van individuele verschillen aflijnen door items uit bestaande
persoonlijkheidsvragenlijsten samen te analyseren
o Welke woorden betekenen min of meer hetzelfde? aantal persoonlijkheidskenmerken reduceren
om uiteindelijk tot 5 te komen
- A-theoretisch model
o Zit niet veel in
o Je vertrekt van lexicale analyse en zo bereken je de 5 factoren
o Je hebt daar zelf niets ingestoken zoals “het onbewuste is belangrijk” of “alles is aangeleerd”
Theoretische benadering:
- Je vertrekt vanuit bepaalde theorieën
- Persoonlijkheidskenmerken worden afgeleid uit de theorie
- Standpunt van expert is belangrijk
o Model is gebaseerd op intellectuele autoriteit
- Voorbeelden:
o Freud: orale en anale persoonlijkheid
o Maslow: zelf-actualisatie
o …
- Ook op basis van observaties, maar eerder klinische observaties
Persoonlijkheidsmodellen vertrekken vaak vanuit de observatie van mensen met psychische problemen. Dit
is niet het geval bij 5 factorenmodel. Hierbij wordt het meest gebruik gemaakt van de lexicale- en statistische
benadering
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hogentstudent2003. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.