Complete samenvatting van het vak: De Stad als Marktplaats. Het vak is onderdeel van de Master Grootstedelijke Vraagstukken en Beleid. De samenvatting bevat de uitwerking en aantekeningen van de colleges, verplichtte literatuur en de uitwerking van de leerdoelen.
Stad als marktplaats
“De dynamiek van de stedelijke economie”
Master: Grootstedelijke Vraagstukken & Beleid
Docent: Dr. Thomas Swerts
Vak-code: FSWS-612
Taal: Nederlands
Leerdoelen van het vak:
1. Theorieën en empirisch onderzoek over sociaaleconomische ontwikkelingen en uitdagingen
in steden bespreken.
2. De impact van de opkomst van het kapitalisme, globalisering, globale migratie en post-
industrialisering op stedelijke economieën analyseren.
3. Recente debatten over stadsontwikkeling, ongelijkheid, diversiteit, duurzaamheid en
verslimming duiden en kritisch becommentariëren in relatie tot de stedelijke economie.
4. De dynamiek van stedelijke economieën in Europese en Noord-Amerikaanse steden met
elkaar vergelijken en contrasteren.
5. Theoretische inzichten uit de literatuur toepassen op lopende discussies over stedelijke groei
en verval.
6. Een kleinschalig buurtonderzoek opzetten en de bevindingen hiervan samenvatten en op een
overzichtelijke manier presenteren.
Overzicht van de colleges:
1. De industriële stad: Steden en de opkomst van het kapitalisme
2. De politieke economie van grootsteden: Stedelijke ontwikkeling en groeicoalities
3. Globale steden: Mondialisering en de verdeelde stedelijke arbeidsmarkt
4. Stedelijke schaduw-economieën: Drugshandel, zwartwerk en sekswerk
5. De postindustriële stad: Cultuur, consumptie en de creatieve industrie
6. De diverse stad: Arbeidsmigratie, etnisch ondernemerschap en vrouwen op de arbeidsmarkt
7. De duurzame en slimme stad? Recente ontwikkelingen in de stadseconomie
8. Actualiteitencollege
,College 1: De industriële stad; Steden en de opkomst van het
kapitalisme
Inhoud van het college:
1. Economische functies van steden (Weber)
2. Arbeidsverdeling als motor van industrialisatie (Smith)
- Extra: sociale impact doorgedreven arbeidsverdeling (Durkheim)
3. Industrialisatie als drijvende kracht van urbanisatie (Marx)
4. Levensomstandigheden arbeidersklasse (Engels)
- Focus op Rotterdam: Paul van de Laar
Context van het college: opkomst van het kapitalisme en de industriële stad
- Schok overgang van rurale naar een verstedelijkte samenleving
- Maatschappelijke afbraak en vernieuwing
- Industriële revolutie drijft urbanisering naar ongekende hoogten
- Opkomende sociale wetenschappen trachten deze overgang te begrijpen
- De stad niet expliciet op voorgrond, maar impliciet decor voor deze sociale veranderingen.
1. Economische functies van steden (Max Weber)
Wie was Max Weber?
Max Weber (1864-1920) is de grondlegger van de rationele keuzebenadering. Weber richt zich op het
begrijpen (verstehen) van sociaal handelen en richt hierbij zich voornamelijk op de individuele
handelingen (interpretatieve traditie). Weber onderscheidt 4 type handelingen, waardoor sociale
actie ontstaat: doel rationeel (o.b.v. verwachtingen van andere), waarde rationeel (geloof), affectief
(emoties) en traditioneel handelen (gewoontes). Het bekendste werk van Weber richt zich op het
kapitalisme en religie. Weber stelde dat het kapitalisme geen gevolg was van spanningen tussen de
bezittende en bezitting loze klassen, maar van religie.
Boek van Max weber; The City (1921)
- Middeleeuwse stad als voorloper van industriële stad
- Sociale relaties in steden maken de ‘moderne’ samenleving meer mogelijk
- Stad doorgaans kwantitatief gedefinieerd
- Economie als essentiële karakteristiek van ‘de stad’
Max Weber en de stad
Ideaaltypen stedelijke economieën:
1. Consumentenstad
2. Productiestad
3. Handelsstad
Max Weber en politieke economie
3 essentiële elementen van een stedelijke gemeenschap
1. Fusie fort en marktplaats
2. Autonoom gerechtshof
3. Politieke vertegenwoordigers verkozen door stadsbewoners.
Weber streeft naar ideaal typen. Wat maakt een stad, wat zijn eigenschappen. Belang sociale groepen
die zichzelf organiseren en hun eigen belangen nastreven. De overheid neemt hierbinnen geen grote
rol in.
1
,2. Arbeidsverdeling als motor van industrialisatie (Adam Smith)
Wie was Adam Smith?
Adam Smith (1723-1790) was een Schotse moraalfilosoof en een pionier op het gebied van
de politieke economie. Adam Smith was één van de belangrijkste figuren van de Schotse verlichting.
Hij is de auteur van ‘The Wealth of Nations’, dit wordt beschouwd als zijn belangrijkste werk voor de
moderne economie. Smith heeft een grote impact gehad op stadssociologie.
Boek van Adam Smith; Division of Labor (1776)
Arbeidsverdeling maakt welvaart mogelijk door het verhogen van de hoeveelheid werk. Het zelfde
aantal mensen hebben een hogere productiviteit. Hiervoor waren 3 oorzaken:
1. Toegenomen behendigheid van elke individuele arbeider
2. Tijdwinst
3. Faciliterende werking van machines voor productie.
Voorbeeld pinmaker: een pinmaker kan alleen slechts 1 pin per dag maken, door arbeidsverdeling en
het opdelen van het productieproces in 18 onderdelen kunnen 10 personen er samen
48.000 maken.
Natuurlijke arbeidsverdeling en stedelijke competitie
- Elk individu heeft de natuurlijke neiging om een beroep uit te oefenen dat vaardigheden en
welvaart van de natie maximaliseert.
- Geen nood aan regulering van ‘natuurlijk’ systeem omdat optimale welvaarsuitkomst vanzelf
bereikt wordt (kleine overheid, vrije economie).
- Industriële productie gedijd beter in steden dan op het platteland
- Stedelijke economie biedt kansen aan ondernemers.
- De ‘invisible hand’ is hierbij belangrijk, de vrije economie.
Extra: Sociale impact arbeidsverdeling op stedelijke gemeenschap (Durkheim)
Wie was Emile Durkheim?
Durkheim (1858-1917) was de grondlegger van het functionalisme. De sociologie moet sociale feiten
onderzoeken. Door gebruik te maken van sociale feiten kan de sociologie als wetenschap beschouwd
worden. Vroeger werd doormiddel religieuze kaders de sociale werkelijkheid onderzocht. Durkheim
wil verandering onderzoeken op basis van de wetenschap.
Afwijkend gedrag is de verandering in solidariteit van mechanisch naar organische solidariteit. Een
maatschappij ontstaat door het individu en wordt in stand gehouden door het individu. Om de
samenleving bij elkaar te houden zijn er verschillende soorten wetten, namelijk: repressive law
(afwijkend gedrag bestraffen)en restitution law (handhaven van de sociale stabiliteit door het
oplossen van problemen en herstellen van het sociale evenwicht).
Uitleg uit het college over Durkheim:
Durkheim stelde dat objectieve, wetenschappelijke studie van ‘sociale feiten’ is doel van sociologie
(sociaal realisme). Een sociaal feit is de doorgedreven arbeidsverdeling. Durkheim stelt dat de
samenleving op twee manieren van solidariteit kan zijn ingericht, mechanische solidariteit of
organische solidariteit. Bij mechanische solidariteit zijn de verschillen tussen individuen klein, mensen
hebben hetzelfde bewustzijn en emoties. Bij een samenleving gebaseerd op organische solidariteit
zijn mensen afhankelijk van elkaar, doordat ze allemaal andere, aanvullende posities innemen.
2
, Arbeidsverdeling en stedelijke dynamiek
- Premoderne tijdperk: weinig territoriale mobiliteit, mensen zoeken geen werk buiten de
eigen stad.
- Industriële tijdperk: Steden groeien door massale migratie van platteland naar stad. Effect:
verzwakken van de sociale controle en morele grip op het individu.
- Beroepsmilieu wordt basis van sociale organisatie in de stad. Op basis van je beroep krijg je
een plaats binnen de samenleving. Mensen gaan in buurten wonen op basis van het beroep
dat je uitoefent.
- Steden zijn plaatsen van groei, creativiteit en innovatie.
3. Industrialisatie als drijvende kracht van urbanisatie (Karl Marx)
Wie was Karl Marx?
Karl Marx (1818-1883) is de grondlegger van de conflicttheorie, de arbeidersbeweging en het
communisme. Marx zag een klassenstrijd ontstaan door de overgang van de feodalisme naar de
moderne tijd. Het feodalisme is de gelaagde machts-, bestuurs-, en samenlevingssystemen.
Bij verandering zal er altijd een overheersende klasse en een onderdrukte klasse ontstaan. Volgens
het marxisme moet de klassenstrijd uiteindelijk leiden tot een communistische maatschappij, waarbij
er een einde komt aan de uitbuiting door het kapitalisme van de werkende klasse.
Communisme: een klasseloze maatschappij waarin alles wat geproduceerd wordt van de staat is.
Socialisme: maatschappij gebaseerd op gelijkheid, solidariteit en sociale rechtvaardigheid.
Marx richtte zich op:
- Belangrijk werk van Marx: The german ideology (1846)
- Histrorisch materialisme: verklaren opkomst van de steden vanuit economische
machtsverhoudingen.
- Arbeidsverdeling aan de basis van het bestaan van twee klassen in steden.
- Individu dient zich te ontwerpen aan de arbeidsverdeling.
Marx bestudeerde veranderende klasse-verhoudingen doorheen de tijd.
Evolutie van stedelijke klasse-verhoudingen
Middeleeuwse stad:
- Ongeorganiseerde arbeidsmigranten platteland – georganiseerde macht van de ‘meesters’.
- Daar ingezet waar het best belangen van de meester dienen.
- Nog steeds sterk geïnvesteerd in job
- Sociale strijd tussen burgerij (vroege ‘bourgeoisie) en adel.
Industriële stad:
- Nieuwe arbeidsverhoudingen tussen arbeider en kapitalist in manufacturen
- Handel en fabrieken creëren nieuwe dominante klasse ‘big bourgeoisie’.
- Grootindustrie verspreid zich door universalisering van competitie van tussen naties
(wereldgeschiedenis).
De negatieve gevolgen van industrialisatie
- Buitensporige groei van ‘onnatuurlijke’ grote industriële steden. Het platteland moet het
afleggen tegenover commerciële steden.
- Verdeelde steden: Klasse-verhoudingen tussen bourgeoisie en proletariaat domineren in elke
natie.
- Proletariaat wordt leidende klasse in strijd voor communistische samenleving.
- Uitkomst is historisch gedetermineerd.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sociologiestudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.53. You're not tied to anything after your purchase.