Ik heb zelf een 7,5 gehaald met deze beknopte samenvatting. Er staat alle stof in wat er van je verwacht wordt op het tentamen om op zeer efficiënte wijze het vak te behalen.
Hollisme = empathie & identificatie met sociale groep nodig (doen/leven als locals)
Semiotisme = GEEN empathie nodig (woorden/beelden bestuderen)
Behaviourisme = filosofie achter de psychologie. 1) kritische etnografie = dialoog tussen etnograaf en
de onderzochten 2) auto-etnografie = onderzoeker gebruikt eigen ervaringen (werken voor
organisatie die je onderzoekt) 3) Netnografie = cultuur bestuderen via internet (virtuele etnografie)
TRIANGULATIE = meer dan 1 ding in onderzoek doen
1) Methoden triangulatie = combineren verschillende methoden van dataverzameling (open
interviews, observatie, verzamelen documenten)
2) Bronnen triangulatie = dezelfde methode dataverzameling, MAAR meerdere soorten bronnen
3) Onderzoekers triangulatie = met meerdere onderzoekers dezelfde waarneming doen en
hetzelfde materiaal analyseren en interpreteren
5 ELEMENTEN ACTIEONDERZOEK
1) Purpose&value choice = wetenschappelijk onderzoek naar nieuwe kennis én praktische
probleemoplossing
2) Contextuele focus = focussen op bredere context
3) Change-based data and sense-making = data die consequenties trackt v.d. verandering
4) Participatie in het onderzoeksproces = probleemervaarders actief betrokken met onderzoeker
5) Knowledge diffusion = kennis verspreid volgens de kanalen v.d. geaccepteerde
wetenschappen
BENADERINGEN ACTIEONDERZOEK
1) Positivistisch (classical) = empirisch
- Actieonderzoek is sociaal experiment
- Methode om theorieën uit te testen in de echte wereld
- Validiteit & betrouwbaarheid, objectief waarneembare werkelijkheid
2) Interpretatief (contemporary) = betekenis geven aan iets
- Sociale werkelijkheid is sociale constructie (subjectieve werkelijkheid)
- Verschijnselen begrijpen door waarden die mensen eraan toekennen
- Betekenis geven aan realiteit d.m.v. taal
3) Kritisch = zelf reflectief onderzoek door participanten, de rationaliteit & rechtvaardigheid van
hun eigen doen te laten verbeteren
o Dubbele-hermeneutiek = actoren interpreteren communicatie handelingen (1 e
hermeneutiek, en sociale wetenschappers interpreteren deze interpretatie
(dubbele hermeneutiek)
o Kritisch realisme = de wereld wordt gezien als een bestaande onafhankelijkheid
door de kennis die wij erover hebben
4) Participerend = onderzoekers betrokken als onderzoeksonderwerpen & co-onderzoekers
5) Action science = verschil tussen wat mensen zeggen en doen (espoused theories). Verschil
tussen gedrag en overtuigingen van de beoefenaars
, Validiteit = gemeten wat je wilde meten?
Betrouwbaarheid = resultaten hetzelfde als je onderzoek
herhaalt?
Deductief = vanuit bestaande theorie naar verschijnsel
Inductief = vanuit verschijnsel naar bestaande theorie
Abductieve redenering = bepalen van best passende verklaring
Etnografie = inzichten in menselijke, sociale & organisatie
aspecten uit bedrijven. OOK diep begrip verkrijgen van mensen
en hun cultuur
3 METHODES DATA-ANALYSE
1) Hermeneutiek = betekenis van teksten begrijpen
2) Semiotiek = leer van tekens
3) Narratieve analyse = Eigen werkelijkheid creëren d.m.v. levensverhalen. OOK boodschappen
van mensen worden goed verteld
1) Casestudy = bestuderen van dragers van een sociaal verschijnsel gedurende een bepaalde
periode d.m.v. databronnen met uiteindelijke uitspraken over patronen & processen
- Enkelvoudige casestudy = bestuderen van 1 drager van een sociaal verschijnsel (e.g. 1
organisatie, 1 afdeling)
Idiosyncratisch = gericht op specifieke bijzonderheden & details
- Meervoudige casestudy = meerdere casussen in onderzoek betrokken
Methode van verschil (difference) = casussen lijken veel op elkaar m.u.v. het te verklaren
verschijnsel
Methode van overeenstemming (agreement) = casussen verschillen veel van elkaar, behalve
het te verklaren verschijnsel
2) Veldstudie (veldverslag, fieldnote) = participerende observatie centraal. Langdurig deel
uitmaken van gemeenschap, hierdoor verschijnsel van binnenuit kennen (emic perspective)
3) Interviewstudie = verschijnsel begrijpen d.m.v. kennis direct betrokkenen (inductief &
positivistisch)
Grounded-theory benadering = theorie ontwikkelen over een bepaald onderwerp of een
verzameling gerelateerde onderwerpen (nadruk op interviews, inductief)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thomasdenotter2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.