(1) Leestafel zooien Art. 308 Sr Uitzonderingsgeval wederrechtelijkheid: instemming
gelaedeerde.
Wanneer letsel veroorzakende gedragingen plaatsvinden in een
reguliere sport- of spelsituatie is minder snel sprake van schuld
als bedoeld in art. 308 Sr dan wanneer diezelfde gedragingen
buiten zo’n situatie plaatsvinden. Op een dergelijke spelsituatie
kan geen beroep worden gedaan wanneer sprake is van zeer
gevaarzettend handelen en van een niet door duidelijke
spelregels afgebakend spel.
Noot: de vraag of de aard en de ernst van het letsel vallen binnen
het risico dat het slachtoffer door het deelnemen aan het spel
redelijkerwijze moet worden geacht te hebben aanvaard (in welk
geval het toebrengen van dat letsel niet zonder meer
onrechtmatig zou zijn). Door deelname niet perse aanvaarden
risico.
(1) Sliding Art. 300 lid 1 jo. Uitzonderingsgeval wederrechtelijkheid: instemming
lid 2 Sr gelaedeerde.
De omstandigheid dat een gedraging is verricht in een sport- of
spelsituatie is geen zelfstandige factor om te beoordelen of
sprake is van opzet. In dit geval heeft verdachte door zijn
gedraging bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat aan zijn
tegenspeler pijn of letsel zou toekomen. Daarbij maakt het niet
uit dat het niet de bedoeling van verdachte was om zijn
tegenspeler letsel toe te brengen. Daarnaast is verdachte met
zijn handelen niet binnen de grenzen gebleven van hetgeen
spelers van elkaar hebben te verwachten. Hij heeft gevaarlijk spel
gespeeld, wat een ernstige overtreding van de spelregels
opleverde. Derhalve kunnen de gedragingen worden
gekwalificeerd als mishandeling met zwaar lichamelijk letsel ten
gevolge.
HR: tijdens handelen wel sportsituatie, maar niet binnen de
grenzen gebleven van hetgeen spelers van elkaar hebben te
verwachten en dat de verdachte met zijn actie gevaarlijk spel
speelde, hetgeen bovendien ernstige overtreding van de
spelregels van het voetbal opleverde.
(2) Porsche Art. 287 Sr Voorwaardelijk opzet: contra-indicatie (wilscomponent)
De HR vernietigde het arrest van het Hof omdat het aannemen
van opzet een nadere motivering behoefde, zeker nu het
voorwaardelijk opzet in casu behalve de kans op de dood van
anderen tevens die op de dood van de dader zelf zou moeten
omvatten, hetgeen als ‘op de koop toegenomen’ gevolg nogal
onwaarschijnlijk is te achten. Bovendien had de dader tijdens de
fatale rit enkele eerder ingezette inhaalmanoeuvres ook
afgebroken, waaruit kon worden afgeleid dat in zijn voorstelling
de manoeuvre die uiteindelijk wel tot de botsing leidde, niet tot
een botsing zou leiden. De afgebroken inhaalmanoeuvres
vormden dus in casu relevante indicaties tégen de aanname van
voorwaardelijk opzet, hoezeer de uiterlijke verschijningsvorm van
de gedragingen van de verdachte voor het overige ook heeft
, mogen duiden op opzettelijke levensberoving. Wilscomponent=
aanvaarding= op de koop toenemen niet indien contra-
indicatie.
(2) HIV-besmetting I Art. 287 Sr Voorwaardelijk opzet: risicocomponent (aanmerkelijke kans)
Voorwaardelijk opzet houdt in dat de dader ‘zich willens en
wetens blootstelt aan de aanmerkelijke kans’ dat een bepaald
gevolg intreedt of een bepaalde omstandigheid zich voordoet.
Kwantitatieve invulling begrip.
De HR stelt verder dat, voor de beantwoording van de vraag of
de gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het
leven roept, afhankelijk is van de omstandigheden van het geval,
waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de
omstandigheden waaronder deze is verricht. Er is geen grond de
inhoud van het begrip ‘’aanmerkelijke kans’’ afhankelijk te stellen
van de aard van het gevolg. Het zal in alle gevallen moeten gaan
om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is
te achten.
(2) Vuurwerkbom op Voorwaardelijk opzet: risicocomponent (aanmerkelijke kans)
ME-bus
Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg — zoals hier zwaar
lichamelijk letsel — is aanwezig indien de verdachte bewust de
aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat dat gevolg zal intreden.
Het zal moeten gaan om een kans die naar algemene
ervaringsregelen aanmerkelijk is te achten.
Uit bewijsvoering kan niet zonder meer worden afgeleid dat de
verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat
verbalisant zwaar lichamelijk letsel zou oplopen.
Mede gelet op hetgeen door de verdediging in dat opzicht is
aangevoerd — samengevat inhoudende dat een ME-bus een
gepantserd voertuig is en dat de kans dat zwaar lichamelijk letsel
zou worden toegebracht aan C. door het op die bus gooien van
‘een exploderend voorwerp’ daarom niet aanmerkelijk was —
had het Hof zijn oordeel nader dienen te motiveren. De
bewezenverklaring is daarom ontoereikend gemotiveerd.
(2) Roekeloosheid I Art. 175 WVW Roekeloosheid in de zin van art. 175 WVW 1994.
Voor het aannemen van roekeloosheid moet sprake zijn van een
buitengewoon onvoorzichtige gedraging van de verdachte
waardoor een zeer ernstig gevaar in het leven is geroepen. De
verdachte moet zich daarvan ook bewust zijn geweest:
1. Buitengewoon onvoorzichtige gedraging
2. Ernstig gevaar
3. Bewust moest of behoorde van te zijn
(2) Roekeloosheid II Art. 6 jo. 175 Culpa: roekeloosheid
WVW
De HR oordeelde dat het Hof terecht uit het samenstel van
, bewezenverklaarde gedragingen heeft geconcludeerd dat sprake
is van roekeloosheid.
(2) Black-out Art. 6 WVW Schuld in de zin van art. 6 WVW 1994.
Bewijsvoering culpa
In dit arrest formuleert de HR als uitgangspunt dat het bij het
vaststellen van de culpa aankomt ‘op het geheel van gedragingen
van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige
omstandigheden van het geval’. De HR benadrukt bovendien dat
de ernst van het gevolg van de overtreding niet op zichzelf
leidend kan zijn voor het vaststellen van de culpa.
Niet in zijn algemeenheid valt aan te geven of één
verkeersovertreding voldoende kan zijn voor de
bewezenverklaring van schuld in de zin van art. 6 WVW 1994.
Daarvoor zijn verschillende factoren van belang, zoals de aard en
de concrete ernst van de overtreding en de omstandigheden
waaronder die is begaan. Er kan niet reeds uit de ernst van de
gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met (een) wettelijke
gedragsregel(s) in het verkeer worden afgeleid dat sprake is van
schuld.
De HR oordeelde hierover dat het geheel van gedragingen van de
verdachte ‘in beginsel de gevolgtrekking (kan) dragen dat de
verdachte zich aanmerkelijk onoplettend en/of onachtzaam heeft
gedragen en dat het verkeersongeval aan de schuld van de
verdachte als bedoeld in art. 6 WVW te wijten is. Dat kan in
concreto evenwel anders zijn indien omstandigheden zijn
aangevoerd en aannemelijk zijn geworden – bijvoorbeeld dat de
verdachte ten tijde van het ongeval in verontschuldigbare
onmacht verkeerde – waaruit volgt dat van schuld in
vorenbedoelde zin niet kan worden gesproken. De verdachte had
verklaard dat ze plotseling en onvoorzien een ‘black-out’ heeft
gehad. Het Hof had op dit verweer moeten ingaan, omdat bij
aanvaarding ervan zou moeten worden geoordeeld dat de
verdachte niet verwijtbaar heeft gehandeld.
Stappenplan voor het vaststellen van culpa:
1. Heeft de betrokkene aanmerkelijk onachtzaam of
onvoorzichtig gehandeld? Deze vaststelling wordt
primair gebaseerd op een waardering van de uiterlijke
handelingen van de verdachte aan de hand van de ter
plaatse geldende zorgvuldigheidsnormen.
2. Is de handeling verwijtbaar? Het culpoze gedrag is
verwijtbaar indien het voor de betrokkene vermijdbaar
is geweest; verwijtbare vermijdbaarheid.
(3) Letale Causaal verband: redelijke toerekening (causaliteit is
longembolie aangenomen).
De HR evenwel achtte het optreden van een dodelijke
longembolie na als gevolg van een botsing bekomen ernstige
letsels niet van zodanige aard ‘dat het overlijden van het
slachtoffer redelijkerwijze niet meer als gevolg van de botsing
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noawilten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.