Voltijd opleidingen
STUDIEJAAR 2013-2014
TENTAMEN : Technische Analyse 1 (TAN-1)
VERSIE (indien van toepassing) : Minor Beleggen DIEP
STUDIEGIDSCODE : 6612TAN1TS
OPLEIDING + JAAR : jaar 3/4
DATUM : 4 APRIL 2014
TIJDSTIP (van - tot) : 11.45-13.45 uur
AANTAL BLADZIJDEN (incl. voorblad) : 8
TOEGESTANE HULPMIDDELEN : geen
(bijv. aantekeningen, boek)
GEBRUIK REKENMACHINE : niet toegestaan
(markeren wat van toepassing is)
DOCENT(EN) : F.Daams
Aanwijzingen omcirkel het juiste antwoord bij de mc-vragen. Gebruik de
invulruimte bij de open vragen. ALLES INLEVEREN na afloop.
Normering mc-vragen: 16 x 4 = 64 ptn
open vragen: 6 x 6 = 36 ptn
totaal 100 ptn. Cijfer = aantal punten/10
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Gegevens NAAM:
500-nr.:
OPLEIDING:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
VEEL SUCCES !
, Vraag 1
Technische analyse is op drie veronderstellingen gebaseerd. Welke hoort daar niet bij.
a. Koersen bewegen zich in trends
b. De markt kent 3 trends
c. De geschiedenis herhaalt zich
d. In de koersen zit alle informatie verdisconteerd of verwerkt.
Vraag 2
Door gebruik te maken van 2 (of meer) voortschrijdende gemiddeldes wordt:
I. De ruis vergroot
II. Het lagging effect vergroot
a. I is juist en II is onjuist
b. II is juist en I is onjuist
c. I en II zijn juist
d. I en II zijn onjuist
Vraag 3
De overeenkomst tussen de Dow-theorie en het Elliot-wave theorie is o.a.:
a. Beiden waren altijd uit op het ontdekken van de secundaire trend
b. Het handelen op signalen uit een index
c. Beide theorien zijn van toepassing op marktindices
d. Beide theorien bevatten dezelfde golfstructuur
Vraag 4
I. Het Momentum is een “leading”indicator
II. Voor de berekening van de MFI wordt ook de openingskoers gebruikt
a. I is juist en II is onjuist
b. II is juist en I is onjuist
c. I en II zijn juist
d. I en II zijn onjuist
Vraag 5
De Random Walk- theorie:
a. Zegt dat er geen vaste lijn in de koersontwikkeling zit
b. Zegt dat beleggers rationele beslissingen nemen
c. Is een self-fulfilling prophecy
d. Is een langetermijnbeleggingsmethode
Vraag 6
Welke uitspraak is juist?
a. Bij het Momentum wordt gebruik gemaakt van een trendlijn
b. Bij de SMA wordt gebruik gemaakt van een triggerlijn
c. Bij de ROC wordt gebruik gemaakt van een evenwichtslijn
d. Bij de BWI wordt gebruik gemaakt van een krachtenlijn
2
STUDIEJAAR 2013-2014
TENTAMEN : Technische Analyse 1 (TAN-1)
VERSIE (indien van toepassing) : Minor Beleggen DIEP
STUDIEGIDSCODE : 6612TAN1TS
OPLEIDING + JAAR : jaar 3/4
DATUM : 4 APRIL 2014
TIJDSTIP (van - tot) : 11.45-13.45 uur
AANTAL BLADZIJDEN (incl. voorblad) : 8
TOEGESTANE HULPMIDDELEN : geen
(bijv. aantekeningen, boek)
GEBRUIK REKENMACHINE : niet toegestaan
(markeren wat van toepassing is)
DOCENT(EN) : F.Daams
Aanwijzingen omcirkel het juiste antwoord bij de mc-vragen. Gebruik de
invulruimte bij de open vragen. ALLES INLEVEREN na afloop.
Normering mc-vragen: 16 x 4 = 64 ptn
open vragen: 6 x 6 = 36 ptn
totaal 100 ptn. Cijfer = aantal punten/10
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Gegevens NAAM:
500-nr.:
OPLEIDING:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
VEEL SUCCES !
, Vraag 1
Technische analyse is op drie veronderstellingen gebaseerd. Welke hoort daar niet bij.
a. Koersen bewegen zich in trends
b. De markt kent 3 trends
c. De geschiedenis herhaalt zich
d. In de koersen zit alle informatie verdisconteerd of verwerkt.
Vraag 2
Door gebruik te maken van 2 (of meer) voortschrijdende gemiddeldes wordt:
I. De ruis vergroot
II. Het lagging effect vergroot
a. I is juist en II is onjuist
b. II is juist en I is onjuist
c. I en II zijn juist
d. I en II zijn onjuist
Vraag 3
De overeenkomst tussen de Dow-theorie en het Elliot-wave theorie is o.a.:
a. Beiden waren altijd uit op het ontdekken van de secundaire trend
b. Het handelen op signalen uit een index
c. Beide theorien zijn van toepassing op marktindices
d. Beide theorien bevatten dezelfde golfstructuur
Vraag 4
I. Het Momentum is een “leading”indicator
II. Voor de berekening van de MFI wordt ook de openingskoers gebruikt
a. I is juist en II is onjuist
b. II is juist en I is onjuist
c. I en II zijn juist
d. I en II zijn onjuist
Vraag 5
De Random Walk- theorie:
a. Zegt dat er geen vaste lijn in de koersontwikkeling zit
b. Zegt dat beleggers rationele beslissingen nemen
c. Is een self-fulfilling prophecy
d. Is een langetermijnbeleggingsmethode
Vraag 6
Welke uitspraak is juist?
a. Bij het Momentum wordt gebruik gemaakt van een trendlijn
b. Bij de SMA wordt gebruik gemaakt van een triggerlijn
c. Bij de ROC wordt gebruik gemaakt van een evenwichtslijn
d. Bij de BWI wordt gebruik gemaakt van een krachtenlijn
2