Economie 5e jaar
1e trimester
1 OV1: HOE KOMT DE PRIJS OP EEN COMPETITIEVE MARKT TOT STAND?
1.1 De competitieve markt
Competitieve markt: markt gekenmerkt door volkomen concurrentie
=> Theoretisch model!
Hoog aantal vragers en aanbieders
=> hoe groter het aantal partijen hoe kleiner de individuele markt
Transparantie van de markt
=> perfect zicht op de voorwaarden die van toepassing zijn
Openheid van de markt
=> toetredingsbarrières:
Juridisch= patenten(octrooi), vergunningen
Economisch= hoog startkapitaal
Aard van het product
=> product perfect homogeen (gelijk)
De markt: fictieve plaats waar de vraag naar en het aanbod van goederen en diensten elkaar
ontmoeten en voor een bepaalde marktprijs transacties worden gesloten
Price maker: bepaalt zelf prijs
Price taker: volgt prijzen (op een competitieve markt, bv. Beurs, veiling)
1.2 Aanbod
=> productie blijven opdrijven tot MK = MO door winstmaximalisatie
=> MK = MO => Punt van Cournot
=> aanbodcurve = MK vanaf snijpunt met GK, stijgend verloop
MK: Daalt eerst door efficiënter werken en goedkopere productie
Stijgt dan doordat er op korte termijn te weinig kapitaal is, door een plaatsgebrek, elkaar
voor de voeten lopen
Snijdt GK in het minimum; zolang MK kleiner is dan GK, zal GK dalen. Vanaf dat MK groter is
dan GK, zal GK stijgen
Aggregate aangeboden hoeveelheid: som van de individuele aangeboden hoeveelheden
Artikel “Boter is het nieuwe goud”
Aanbod daalt zwak
=> TW is groter op kaas dan op room
Vraag stijgt sterk
=> populariteit in BE, nieuwe markten (ZO-Azië)
=> sterke stijging van de boterprijs
1.3 Vraag
=> verloopt dalend
Beweging langs de curve: prijswijziging
Verschuiving van de curve zelf: externe oorzaak
, 1.4 Marktevenwicht
Adam Smith: zelfsturende werking van de markt: Invisible hand
=> In een competitieve markt werkt een aanbod- of vraagtekort zichzelf weg
Marktevenwicht: aangeboden en gevraagde hoeveelheid
Wiskundig berekenen
Geg. Vergelijking: 2 vgln aan elkaar gelijkstellen (=evenwicht), grafiek maken door 2 punten
willekeurig te kiezen
Y 2−Y 1
2 punten geg.: Y −Y 1 = ( X− X 1) (= vgl) + aan elkaar gelijkstellen
X 2−X 1
Extra: A-overschot van 500 => Qa = Qv + 500
Bepaling aanbod of vraag bij geg. Vergelijking
Aanbod
W: Positieve rico
EC: hogere p resulteert in hogere Q
Vraag
W: Negatieve rico
EC: hogere p resulteert in lagere Q
1.5 Verschuivingen van de curves
Simultane gebeurtenissen: verandering van de vraag- en aanbodcurve
2 OV2: WAT IS DE INVLOED VAN PRIJSWIJZIGINGEN OP DE QA EN QV?
2.1 Wat is de prijselasticiteit
=> Alfred Marshall lichtte dit voor het eerst toe in 1881
=> De prijselasticiteit van de vraag geeft weer hoe sterk de gevraagde hoeveelheid wijzigt
ten gevolge van een wijziging in de prijs.
p
(¿ ¿ 1− p0 )
p gem
(q 1−q 0)
q gem
Evp=E ap=
¿
Evp altijd negatief door een omgekeerd verband tussen prijs en Qv
Eap altijd positief
=> Elasticiteit in woorden: laat je de prijs met 1% stijgen dan zal de gevraagde
hoeveelheid met x% stijgen/dalen
=> gebruik van absolute waarden om elasticiteit te bepalen
Soorten (in)elasticiteit
GROOTTE VAN GEVOLG VAN
ELASTICITEIT PRIJSWIJZIGING
|E vp|=|E ap|=0 Perfect inelastisch Q wijzigt niet
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BartGu. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.