Oorspronkelijk ontstaan
Afgeleid ontstaan
- Dekolonisatie = kolonie verwerft juridische onafhankelijkheid
- Secessie = bevolkingsgroep scheidt zich met bepaald grondgebied af van een
bestaande staat
- Dismembratio = staat valt uiteen in verschillende staten
- Fusie = verschillende staten richten samen 1 nieuwe staat op of laten de ene
opgaan in de andere
2) Ontstaan van België
a. Val van Napoleon – congres van Wenen (1815)
Plan voor Europese vrede
Creatie van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden als bufferstaat in het centrum
van Europa om de Franse macht onder controle te houden (als gevolg van de Franse
revolutie)
Zuidelijke Nederlanden (= huidig Belgisch grondgebied)
Maakte eerst deel van Frankrijk, dan toegevoegd aan Noordelijke Nederlanden
b. Verenig Koninkrijk der Nederlanden (1815)
Staatshoofd = Willem I
Zuidelijke provincies snel ontevreden
- Politieke vertegenwoordiging
- Inmenging in kerk (onderwijs)
- Beknotting persvrijheid
- Toen reeds: taalconflict
- Economische en socio-culturele tegenstellingen
‘Monsterverbond’ van zuidelijke elites = verzet tegen bewind Willem I
Voorlopig bewind = regering
Periode ontstaan van België:
- Belgische onafhankelijkheid – 4 oktober 1830
- Belgische grondwet – 7 februari 1831
- Eedaflegging Leopold – 21 juli 1831
,3) Grondwet
Definitie
- Basis van de Belgische rechtsorde
- Basisovereenkomst tussen overheid en burger
- Meest fundamentele rechtsregel – ‘hoogste wet’ van het land
Enkel internationale regelgeving kan boven de grondwet staan
Inhoudelijk
- Organisatie & werking staatsorganen = hoofdlijnen staatsstructuur
- Te respecteren grondrechten = grenzen aan de uitoefening van de staatsmacht
Functies
- Juridisch = rechtsregels, die verder worden uitgewerkt in allerlei wetten en
uitvoeringsbesluiten
- Symbolisch
Grondwet 1831
- Op verschillende vlakken breuk met verleden
- Vooruitstrevenden catalogus van grondrechten
Herhaaldelijk gewijzigd
- Eind 19e eeuw – begin 20e eeuw = kiesrecht
- Vanaf 1970 = geen staatshervormingen
- Na WOII = opname van nieuwe grondrechten
17 februari 1994 – gecoördineerde Grondwet
Bijzondere, complexe procedure tot herziening van de Grondwet
- Art. 195 Gw.
- Inspraak/betrokkenheid burgers
Geen Vlaamse Grondwet, wel zekere ‘constitutieve autonomie’
- Bevoegdheid aangelegenheden te regelen die constitutioneel (= grondwettelijk)
zijn
1) Staat
= rechtssubject, met specifieke kenmerken
a. Grondgebied
(Onder)grond
Waterwegen – (territoriale) zee
Luchtruim
Voor België
- Vastgelegd in verdrag van Maastricht
b. Bevolking
Staat oefent op duurzame wijze gezag uit over een groep van personen
Klassiek onderscheid: eigen ‘onderdanen’ vs. ‘vreemdelingen’
c. Effectieve overheid
= overheid die in staat is wetten te maken, te besturen en recht te spreken
Voor België
- Federale overheden, deelstatelijke overheden, lokale overheden, rechtscolleges,
etc
- Soevereiniteit
= de bevoegdheid om nationaal intern de eigen rechtsorganisatie te bepalen
o Extern: gelijkheid, non-interventie
o Intern: eigen rechtsordening bepalen
= art. 33 Gw. – art. 34 Gw.
d. Onafhankelijkheid
= overheid is in staat op eigen gezag relaties te onderhouden met andere staten
Voor België
- Bv. lidmaatschap VN, diplomatie, sluiten talloze verdragen
- Art. 167 Gw. = koning heeft de leiding van de buitenlandse betrekking, maar de
gemeenschappen en gewesten zijn bevoegd om verdragen te sluiten over de
materies die ander hun bevoegdheden vallen
- ! Deelstaten zijn niet onafhankelijk of afzonderlijk rechtssubject van
internationaal recht
, e. Internationale erkenning
Erkenning door voldoende andere staten
- Erkenning = bevestiging van het bestaan van andere (nieuwe) staat
Politieke voorwaarde
Voor België
- Conferentie van Londen
- Verdrag van Londen (1839)
Staatsvormen
1) Graad van individuele vrijheid
Politiestaat Rechtsstaat
o Overheid kan eenzijdig optreden o Regels komen democratisch tot stand
o Overheid is niet gebonden door eigen o Overheid is gebonden door eigen regels
regels + voldoende actiemiddelen om misbruik
van gezag te vermijden
o Geen onafhankelijke rechterlijke macht
o Garantie grondrechten
o Onafhankelijke rerchterlijke macht
Examenvraag!! Krantenkop met de vraag ‘waarom praten we hier over een
politiestaat…’
2) Graad van politiek vrijheid
Autoritair regime (Liberale) democratie
o Concentratie van macht o Bevolking neemt deel aan het politieke
beleid
o Geen vrije, eerlijke verkiezingen
o Vrije, eerlijke verkiezingen
o Eenheidspartij
o Politiek pluralisme
o Uitschakelen politieke oppositie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nikkidelaurier69. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.96. You're not tied to anything after your purchase.