De gezonde mond Macro:
1. Orthodontie
2. Orale kinesiologie: Functie en werking van het kauwstelsel
3. Radiologie: Eigenschappen röntgen
4. Radiologie: Beelvorming
5. Radiologie: Straling en veiligheid
6. Radiologie: Detector en digitaal beeld
De gezonde mond micro
Orale Biochemie:
- 1. Speeksel
- 2. Afweer en speeksel
- 3. Smaak
- 4. Mucinen
- 5. Speeksel en wondgenezing
- 6. Zuren bufferingen en pellicle
Orale Celbiologie:
- 1. Mucosa
- 2. Dentine pulpa complex en regeneratie
Parodontologie:
- 1. Het Parodontium
,Orthodontie
Extra-oraal:
- Profiel en liprelatie wordt altijd opgeschreven, de rest alleen als het afwijkend is.
- Je bekijkt het gezicht vanuit transversaal, verticaal en sagittaal.
- En Face is de voorkant van het gezicht.
- En Profil is de zijkant van het gezicht.
-Profiel:
Disto-profiel: Als de kin kuil (plica) iets verder naar achteren ligt dan de punt van onder de neus
Neutro-profiel: het kin kuiltje (plica) ligt op 1 lijn/net iets achter die van onder de neus. (normaal)
Mesio-profiel: Het kin kuiltje (plica) ligt voor het punt onder de neus.
-Opbouw van het gelaat:
Normaal: Gezicht kan je in 3 gelijke stukken indelen: van haarlijn tot wenkbrauwen, wenkbrauwen
tot onder de neus en van onder neus tot de onderkant kin.
Longface: Niet alle stukken zijn gelijk, het onderste deel is groter.
Shortface: Niet alle stukken zijn gelijk, het onderste deel is kleiner.
- Normaal: Onderkaak maakt een normale hoek t.o.v. BK.
- Divergent: Onderkaak groeit naar beneden t.o.v. BK.
- Convergent: Onderkaak groeit horizontaal t.o.v. BK.
-Liprelatie:
Neutro-liprelatie: Lippen liggen op de zelfde lijn of onderlip net iets achter bovenlip.
Disto-liprelatie: Onderlip ligt achter boven lip
Mesio-liprelatie: Onderlip ligt voor bovenlip.
-Asymmetrieën: Kijk vooral naar de symmetrie van de kinpunt, die kan afwijken naar links of rechts.
-Mediaanlijnverschuiving BF:
Mediaanlijn is de lijn recht door je gezicht, deze vergelijk je met het contact punt tussen 11 en 21.
Je schrijft op: MLV BF ..mm naar rechts/links t.o.v. mediaan. (gemiddelde maten: Onderincisief 5mm
premolaar 7 mm)
- Mediaanlijnverschuiving OF:
Vergelijk het contactpunt tussen de 31 en 41 met het contactpunt tussen de 11 en 21.
Je schrijft op: MLV OF ..mm naar rechts/links t.o.v. BF
-Lachlijn/zichtbare gingiva: Hoeveel mm gingiva zichtbaar bij lachen. Heet een gummysmile.
-Lipsluiting:
Gesloten: Normaal
Open: lippen sluiten niet dicht op elkaar bij ontspannen sluiting.
-Mentalisgewoonte:
Spier bij je kin zodat je je mond dicht kan doen, als je deze aanspant, zie je dit als pitjes op je kin.
Betekent dus dat diegene moeite doet om zijn mond dicht te houden. Ook wel bekend als
sinaasappelhuid.
,Intra-oraal:
Occlusies bekijken
- Molaar-conclusie:
Neutro-occlusie: Vaste punt is de mesio-buccale knobbel van de molaar 6 boven. Die moet vallen in
het buccale fissuur van de molaar 6 onder.
Disto-occlusie: Onderkaak is naar achteren verschoven. Hoeveel is het verschoven: druk je uit in pb
(premolaarbreedte/ per 1 knobbel.)
Mesio-occlusaal: Onderkaak is naar voren geschoven
- Cuspidaat-conclusie:
Neutro-occlusie: Knobbel van 3 boven valt precies tussen de cuspidaat en premolaar.
Disto-occlusie: Onderkaak is naar achteren verschoven. Hoeveel is het verschoven: druk je uit in pb
(premolaarbreedte/ per 1 knobbel.)
Mesio-occlusaal: Onderkaak is naar voren geschoven.
Probleem van disto-occlusie is dat je bij overjet je tanden gaan groeien tot ze de antagonist
tegenkomen. Hierdoor kunnen de tanden van de onderkaak uitgroeien waardoor je bij dichte beet op
je tandvlees bijt.
Probleem bij mesio-occlusie is dat je onderinsicief de bovenincisief afslijt en die dus
mindermooi/kwetsbaarder worden. Hierdoor krijg je een negatieve overjet of omgekeerde
frontbeet.
Overjet: Horizontale afstand tussen de incisief van je onder en boven tanden.
( 1-4 mm is normaal, >4 is vergroot, <0 mm is een omgekeerde/negatieve overjet).
Overbite: Verticale afstand tussen de incisief randen van OK en BK.
(0-4 mm is normaal, >4 mm is diepe beet, <0 mm is openbeet).
Doorbraaktijden en volgorde van de elementen:
Doorbraak melkgebit: Kind 0,5-2,5 jaar en krijgt 20 elementen:
Centrale snijtanden: 5-8 maanden
Laterale snijtanden: 8-10 maanden
Eerste molaren: 10-16 maanden
Hoektanden: 16-20 maanden
Tweede molaren: 20-30 maanden
Eerste wisselfase: Kind 6-8 jaar:
- M1 breekt door
- Wissel van I1 en I2
Intertransitionele fase/rustfase: Kind 8-10 jaar: Gebeurt niets zichtbaars in de mond.
Tweede wisselfase: Kind 10-12 jaar:
- c en p wisselen
- als laatst breekt M2 door
Blijvende gebit: 12+
- Rond 16-22 komen eventueel je m3 door.
Afwijkende wisseling: Vergelijk de linker en rechter kaakhelft met elkaar.
Het duurt gemiddeld 6 maanden van moment van doorbreken tot in occlusie. Als 1 dus
doorgebroken is links en rechts nog niets is dan zit er al een half jaar verschil tussen, dit is niet
normaal
, Ruimte in de mond:
Spacing:
In het melkgebit moeten er spleetjes met ruimte tussen de tanden zitten. Als een kind dit niet heeft
voor het wisselen is er een probleem, want dan is er niet genoeg ruimte voor de permanente
elementen.
Ugly duckling:
Omdat er weinig ruimte in de bovenkaak is gaan de wortels van de doorgekomen incisieven naar
elkaar toe staan en de kronen van de incisieven gaan uit elkaar staan. Dit groeit later weer goed,
doordat de cuspidaten doorkomen en die ruimte tussen de incisieven wordt daardoor dichtgeduwd.
Je moet dus niet dat op dat moment corrigeren, want dan zorg je voor verschuiving naar distaal van
je cuspidaten.
Leeway space:
Ruimte die je krijgt door het wisselen. Doordat c en m1 en m2 van het melkgebit breder zijn dan de C
en P1en P2 van het permanente gebit.
Bij jongens: 1,2 mm BK en 2,1mm OK.
Bij meisjes: 1,5mm BK en 2,6 mm OK.
Flush terminal plane:
Gelijk eindvlak. De melk 5 staan recht op elkaar. Als de 6 doorbreekt dan krijg je een 0,5pb disto-
occlusie. Dit is op 6jarige leeftijd normaal want door de leewayspace, groei van onderkaak en
wisseling krijg je uiteindelijk een neutro-occlusie. Als je op 6 jarige leeftijd een neutro-occlusie hebt
dan krijg je later een mesio-occlusie.
ALD (Arch length discrepancy):
Verkeerde hoeveelheid ruimte in je mond voor de blijvende elementen, waardoor ze niet in een
ideale stand kunnen staan.
Beschikbare ruimte: Gebogen lijn door contactpunten van 5en en 6en.
Benodigde ruimte: alle maten mesio-distaal van de tanden bij elkaar opgeteld.
Als je dit van elkaar aftrekt dan krijg je bij:
Negatief=ruimtegebrek, Positief= Ruimteoverschot, 0= past precies.
Bij ruimtegebrek/crowding:
Mild: past net niet
Matig: Er past 1 element niet in
Ernstig: er past meer dan 1 element niet in.
Opschrijven waar de crowding plaatsvindt: Ruimtegebrek ten plaatse van de …
Afwijkingen in doorbraak bij:
- Als doorbraak uit blijft
- Als er en verschil tussen de antimeren van meer dan 6 maanden is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rogann. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.