100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting wc2, periode 1.2 $4.82
Add to cart

Summary

samenvatting wc2, periode 1.2

 72 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

De samenvatting van werkcollege 2, in periode 1.2. pijn en pijnbestrijding anatomie&fysiologie en pathologie

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • H6.16
  • February 26, 2018
  • 6
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Werkcollege 2
Pijn en pijnbestrijding; anatomie&fysiologie (blz. 290-294)

Pijn = een onplezierige, sensorische en emotionele ervaring die gepaard gaat met feitelijke of mogelijke
weefselbeschadiging (IASP)
Nocisensoren = pijnsensoren
 De belangrijkste pijnsensoren worden gevormd door de onbedekte uiteinden van zenuwbanen, die overal in
het lichaam lopen (perifere zenuwstelsel).
 Reageren op verschillende pijnstimuli: verhoogde druk weefsel, extreme warmte/kou, irriterende stoffen
- Één ding gemeen: weefselschade
o Bij weefselschade wordt bradykinine gevormd
o Dit zet het onstekingsproces ingang
Somatische pijn
Somatische pijn kan uitgaan van huid, spieren of gewrichten.
Oppervlakkige somatische pijn
 pijn scherp en stekend, vaak ‘gillen’ van pijn
 Bovenste huidlagen of de slijmvliezen
 Kortdurend (door snelle AS-vezels, geleid de pijn snel naar het ruggenmerg)
Diepe somatische pijn
 Branderig, zeurend of jeukend.
 Diepere huidlagen of spieren/gewrichten
 Langdurig (door langzame C-vezels)
Fantoompijn
 Chronisch pijngevoel hebben in hun (niet meer bestaande) ledemaat
 Oorzaak niet duidelijk

Viscerale pijn
 Ontstaat door prikkeling van de nocisensoren in de organen borst- en buikholte. Net als diepe somatische
pijn: dof en knagend.
 Meest voorkomende oorzaken: extreme rek, bloedeloosheid en spierkrampen
 Reist zelfde route als somatische pijn, daarom pijn in de hersenen nog wel misverstaan
- Referred pain (afgeleide pijn)

Pijn geleiding
Zowel oppervlakkig/diepe somatische pijn als viscerale pijn maken via synapsen (één richting) contact met
zenuwcellen in het dorsale gedeelte van het ruggenmerg. Prikkels worden verwerkt eb via opstijgende banen in het
ruggenmerg onder andere doorgegeven naar de thalamus (spinothalamische banen). Hiervandaan lopen veel
verbindingen naar lymbisch systeem, waardoor pijngewaarwording ontstaat.
 Afdalende banen vanuit de medulla oblongata (verlengde merg) blijken een remmende invloed te hebben op
de overdracht van de pijnprikkel
- Stimulatie leidt tot vrijkomen endorfinen en enkefalinen, die de impulsoverdracht in de synapsen
remmen
 De ‘poort theorie’ voegt een andere prikkel erbij toe. Door bijvoorbeeld wrijving komen er impulsen van de
tastsensoren (dikkere vezels, snellere pijn geleiding). Als dit overheerst sluit de poort en wordt de
pijngewaarwording minder.

Pijnbeleving
 Iedereen heeft dezelfde pijndrempel: wanneer een bepaalde prikkel een bepaalde intensiteit heeft bereikt,
neemt iedereen pijn waar.
 De reactie op pijn is individueel
 De beleving van pijn speelt ook een rol (acute situatie voel je minder pijn)
 Bij langdurige aantal pijnprikkels te verwerken, wordt de gevoeligheid voor pijn sterk vergroot =hyperalgesie.
(bvb. Bij een hete douch na verbranding van zon)

, Werkcollege 2


Pijnbestrijding
 Analgesie = pijnbestrijding en anesthesie = gevoelloos maken
 Perfire analgetica
- NSAID’s (Non-steroidal-anti-inflammatory-drug)
o Acetylsalicylzuur, ibuprofen, naproxen en diclofenac etc.
o Remmen het enzym cyclo-oxygenase, waarvan 2 vormen bekend zijn:COX1 en COX2
- COX2-remmers
o Remmen het tweede type cyclo-oxygenase
o Veel cardiale bijwerkingen
- Paracetamol
o Werking niet helemaal duidelijk, werkt ook koortsverlagend
 Lokale anesthetica
- Lidocaïne
o Blokkeert natriumpoorten in de zenuwcellen, waardoor deze niet kunnen depolariseren en er
geen actiepotentialen kunnen worden opgewekt
o Ook soms als antiaritmicum of bij epidurale anesthesie
- Bupivacaine
o Epidurale anesthesie
 Centrale analgetica
- Morfine en morfinomimetica
o Pethidine
o Blokkeren impulsoverdracht in de synapsen van de pijpbanen in ruggenmerg, zoals de
endorfinen dat doen
o Bijwerking: ademdepressie

Ontstekingsreactie; pathologie (blz.94-97)
Wat is ontstekingsreactie?
= een lokale reactie van het lichaam op cel- en weefselbeschadiging
 Oorzaken weefselbeschadiging: micro-organismen, verbranding, allergie, chemische stoffen, wonden,
maligniteiten
- Als micro-organismen de oorzaak vormen, zal dit ook terug te vinden zijn in de ontsteking. > steriele
ontsteking (meest voorkomende)

Zodra er weefselbeschadiging optreedt
 komen ontstekingsmediatoren (interleukine, histamine en prostaglandines) vrij. Deze zetten lokaal de
ontstekingsreactie in gang.
 Andere ter plekke gevormde stoffen komen in het bloed
- Bereiken specifiek witte bloedcellen die de antilichaamvorming reguleren (lymfocyten)
 Uit beenmerg worden granulocyten gemobiliseerd
- De granulocyt kan zich vormen zodat het passeren van de bloedvatwand gemakkelijk is

1. Aanhechting leukocyten aan vaatwand
2. Vervolgens wordt pseudopodia gevormd waarmee de leukocyt zich tussen enotheelcellen door kan wringen
(diapedese)
3. Leukocyten gaan naar ontstekingsgebied
4. Fagocyteren (lichaamsvreemd in cel opgenomen, gedood en afgebroken wordt) de granulocyten de
beschadigde factoren

Deze directe afweer is meestal zeer effectief. De granulocyten zijn niet kieskeurig alles wat niet in het lichaam thuis
hoort wordt aangevallen.
 Naast granulocyt is er ook een monocyt bij de directe of niet-specifieke afweer betrokken
 Komt later in ziektebeeld aan

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jessie2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82
  • (0)
Add to cart
Added