examen
- open vragen
- meerkeuze vragen (juist- fout / ja-nee)
- geen giscorrectie , soms meerdere antwoorden en moeten ze allemaal aangeduid
zijn voor juist te zijn
woensdag 20/09/2023
gebruikt ppt “lesweek 1 : waarom eten we ?” dia 1 tot dia 36
cursus p1 tot 12 midden
determinanten (biologisch -hoger en verzadiging , fysiologische , hedonistische determinant-
5 soorten) , gedragswiel + uitleg + niveaus voorbeelden , relatie voeding-ziekte , trends
inzake voedingsgewoonten in belgie , kennis van voeding doorheen de eeuwen
1.inleiding
in dit hoofdstuk gaan we zien dat het proces over de regeling van honger en verzadiging
best wel goed in elkaar zit
1.2 biologische determinant : honger en verzadiging : de signalen en het (niet altijd)
luisteren ernaar
het lichaam geeft ons meerdere signalen wanneer de tijdelijke of langdurige reserves aan
voedingsstoffen zijn opgebruikt of wanneer ze zijn aangevuld
deze signalen zijn afkomstig van de
1. bloedbaan
- laag bloedglucosegehalte = ontstaan van hongergevoel
- bloedglucosegehalte daalt na ong 4 uur
- tussentijds wordt glucosegehalte op peil gehouden door glycogeenvoorraad in de
lever
- glucagon in de lever zorgt voor omzetting van glycogeen naar glucose
2. maag
- hongergevoel wordt gestimuleerd door zien, ruiken en proeven van voedsel
- verzadigingsgevoel wordt gestimuleerd door een volle maag : vezels , eiwitten en
vetten remmen de maagontlediging
- ghreline wordt geproduceerd in de maag , = een hormoon dat het hongergevoel
stimuleert
- de ghrelinespiegel stijgt wanneer er niet gegeten wordt en daalt na een maaltijd
3. darmen
- het hormoon CKK wordt geproduceerd in de darmen en is een verzadigingshormoon
- CKK remt de maaglediging en de eetlust
- het hormoon PYY wordt geproduceerd in het laatste deel van de darm
- + de uitleg van incretines
, 4. lever
- het hormoon incretines wordt geprduceerd in de darm en de lever
- dit hormoon stimuleert de insulinesecretie en remt de glucagonproductie waardoor
een daling van de glucosespiegel plaatsvindt
- dit hormoon zorgt voor een remming van de maaglediging
5. vetweefsel
- vet stimuleert de afgifte van CKK
- het hormoon leptine wordt geproduceerd in het vetweefsel
- dit hormoon doet het tegengestelde van ghreline
-> resultaat : signalen worden samengevoegd in de hypothalamus (de hersenen) en
geïnterpreteerd als “honger” en “eet” of “verzadiging” en “stop met eten” (=internaliteit)
MAAR er zijn heel veel signalen die dit proces verstoren (externaliteit)
bijkomende begrippen en vragen bij dit stukje uitleg over de signalen
° welke hormonen zijn verzadigingshormonen? CKK , incretines , PYY & leptine
° welke hormonen zijn hongerhormonen? ghreline & glucose
> CKK : cholecystokinin
> PYY : peptide YY
> glycogeenvoorraad : energievoorraad die omgezet kan worden naar glucose
> glucagon : hormoon ten hoogte van de lever die zorgt voor omzetting van glycogeen naar
suiker
> internaliteit : het goed luisteren naar interne signalen (alle signalen die van het lichaam
kopen)
> externaliteit : het luisteren naar externe signalen dat het luisteren naar interne signalen
een beetje overtreft
internaliteit en externaliteit toegepast op een voorbeeld
kinderen passen hun energie-inname aan aan hun energiebehoefte op basis van honger-en
verzadigingssignalen. in het algemeen worden we met de leefijtd minder gevoelig voor onze
fysiologische signalen en meer gevoelig voor externe signalen bv. etensgeuren , het zien
van voedsel rondom ons , “het is etenstijd”
overzicht van de factoren die honger en verzadiging beïnvloeden
° wat is cortisol en oestrogeen? de vrouwelijke hormonen, de oestrogeenproductie verandert
in de menstruatiecyclus waardoor je meer of minder honger hebt.
,honger en verzadiging zou in balans moeten zijn , zolang we hier goed naar luisteren zou
ons gewicht ook in evenwicht moeten zijn.
proces van honger tot na de inname van bloed
1. bloedbaan
- een dip in de c van glucose ih bloed wordt meestal gevolgd door voedsellinname
2. maag
- waneer voedsel de maag bereikt zet deze uit (ook niet oneindig natuurlijk dus maar
tot het niveau van verzadiging)
- rekreceptoren in de maagwand geven een signaal van verzadiging met de
boodschap “ er gaat voedsel worden verteerd en energie worden opgenomen”
3. hormonen
- waneer voedsel het bovenste deel van de dunne darm bereikt , wordt het hormoon
CKK afgescheiden , dit vergemakkelijkt de vertering en het verzadigingssignaal
verder versterkt
- het hormoon glucogon wordt uit de lever vrijgemaakt waardoor de c van glucose in
ons bloed weer doet stijgen
4. vetweefsel
- het hormoon leptine vanuit het vetweefsel gaat in ons bloed circuleren en op de
hersenen inwerken
- hoe meer leptine er aanwezig is in het bloed , hoe meer verzadigd men zich voelt
1.3 eten is zoveel meer dan dat… bijkomende determinanten
“waarom eten we en wat eten we?”
dit is voor
- 50% fysiologisch bepaald
- 50% hedonisch bepaald
1.3.1 bijkomende determinant : hedonistisch eetgedrag
1. economische determinant
- kostprijs , inkomen , beschikbaarheid
- de mate van de kotsprijs van een product zal bepalen of dit iemand weerhoudt van
dit te eten of niet
- een onevenwichtig eetpatroon wordt vaker vastgesteld bij mensen met een laag
inkomen , een stijging van het inkomen is echter geen garantie voor een meer
evenwichtige voeding
- bv. rekening houden met de prijsverschillen tussen verschillende winkels (kostprijs)
- bv. grootwarenhuis en bakker (beschikbaarheid)
2. fysieke determinant
- beschikbaarheid , opvoeding
- bv. een oude mevrouw die op het platteland woont heeft moeite met bij bepaalde
winkels te geraken (geografische ligging van bepaalde winkels & transportmiddelen,
beschikbaarheid)
- bv je raad kruiden aan maar je bent meer geld aan naft kwijt voor de kruiden te gaan
halen dan dat de kruiden kosten (beschikbaarheid)
, - bv. als de ouders thuis in de avond een zak chips open doen gaan kinderen niet fruit
nemen (opvoeding)
3. sociale determinant
- cultuur , familie , eetpatroon , omgeving , sociaal milieu
- sociaal milieu : het voedingspatroon scheelt naargelang de sociale klasse (meestal
een ongezonder eetpatroon bij lagere klassen , gezond eetpatroon is niet
gegarandeerd bij midden of hogere klassen)
- cultuur : de keuze van een bepaald voedingsmiddel kan cultureel bepaald zijn
- familie : attitudes en gewoontes ontwikkelen zich door de interactie met anderen
- omgeving : waar men eet kan een effect hebben op wat men eet , het aanbod van
voedingsmiddelen kan hierbij een bel rol spelen
- eetpatroon : het eten van een tussendoortje kan effect hebben op de energie-
nutriënten inname , een doordachte keuze van het tussendoortje kan de
energiebalans perfect in evenwicht houden
- bv. multiculturele eetgewoonten turks / marokkaans eten veel zoetigheden zoals
suikerfeesten (cultuur)
- bv. afhankelijk van samen eten en niet samen eten (familie)
- bv. ontbijten of niet ontbijten als je in een rush zit ipv het de dag ervoor al klaar te
zetten (eetpatroon)
4. psychologische factoren
- stemming , stress , schuldgevoelens
- stemming : een determinant dat ons eetgedrag beïnvloed
- stress: kan de keuze in voedingsmiddelen en/ of de hoeveelheid beïnvloeden alsook
vermindering of stijging van eetlust veroorzaken
- schuldgevoelens : we kunnen ons schuldig voelen omdat we niet eten wat we
denken dat we moeten eten
- bv. net wel of net geen voeding eten (stress voor een wedstrijd)
- bv niet eten omdat je daarstraks al chocolade gegeten hebt (schuldgevoelens)
5. attitude tegenover voedings
- geloof in je eigen vaardigheden en kennis van voeding
- een opleidingsniveau kan invloed hebben op het eetgedrag van volwassenen
extra
politieke factoren
- niet in de hand
- bv. iemand die je aanrijdt.
- wel in de hand
- bv. mensen met eetstoornissen willen alles onder controle hebben of vluchtelingen
die zich uithonger als stoornissen
1.3.2 het gedragswiel (geen cursus van)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anlemichiels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.21. You're not tied to anything after your purchase.