Samenvatting Biodiversiteit en functie (dierkunde)
19 views 2 purchases
Course
Biodiversiteit en functie
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Dit is een volledige samenvatting voor het onderdeel plantkunde, van het vak Biodiversiteit en functie . Alle hoofdstukken ( van 1 tot 11) is samengevat. Ik heb het examen in januari gehaald, dus misschien kan deze samenvatting wel helpen :)
Hoofdstuk 1: prokaryoten
1.Prokaryoten
- Overal voor, behalve de streken die te zuur, te droog, te zout, te koud of te warm zijn voor de
meeste andere organismen.
- Microscopisch klein (0.5 -5 µm). Afmeting wordt gecompenseerd door hun aantal
- Het aantal prokaryoten in een handvol grond is groter dan het aantal mensen dat ooit op
aarde heeft geleefd
- Genetische diversiteit is enorm
1.1 ATP als energiebron
- leven op aarde draait op energie
- energievoorziening in de cel?
→ ATP (adenosine trifosfaat) is sleutelmolecule
Van ATP naar ADP
1.2 Aanpassing aan de omgeving
Ze kunnen zich goed aanpassen aan de omgeving.
Bv:
1) Rode kleur in zoutmijnen door prokaryoten.
Rode kleur = Rhodopsine = membraan pigment, zet lichtenergie om in ATP
Halofiel: compenseert voor het waterverlies door osmose door actief K+ ionen binnen te
pompen.
→Door osmose en diffusie kan bacteriën niet overleven in een zoute omgeving.
EX: hoe werkt halofiel en bacterien -> uitleg over koppeling me water
2) Is een extremofiel:
- Bestand tegen extreme stralingen
- Bestand tegen extreme hoge T°
- Bestand tegen extreme lage T°
- …
Figuur B: hoge T° Figuur C: lage T°
Salt lake city Figuur A: tegen
stralingen
1) Lichtgevende bacteriën
Leven in symbolische ..
Organisme die samenleven met bacteriën die voor licht zorgen.
Symbiose: deel in partnerschap, voordeel aan elkaar hebben
, 2) Magneto tactische bacteriën
Gaan naar de aardmagnetische (bodem)
Zuurstofarm leven
3) Kabel bacteriën
Multi cellulaire bacteriën
1.3 De structuur van het celoppervlak
- Structurele, functionele en genetische aanpassingen liggen aan de basis van het succes van
prokaryoten
- 1e organisme die de aarde koloniseerden
- natuurlijke selectie
- grote diversiteit aan adaptaties (veranderingen, aanpassingen)
- De meeste prokaryoten zijn eencellig, maar sommige soorten zijn kolonievormend (tijdelijk
of permanent)
- Ø: 0,5 – 5 µm (↔ eukaryote cellen 10 – 100 µm, dus EUK zijn groter)
→2 uitzonderingen : Thiomargarita namibiensis (750 µm) , Epulopiscium (700 µm)
Waarom zijn PRO zo klein?
- Optimale oppervlakte/volume ratio voor opname voedsel door osmose
- Extreem grote prokaryoten hebben veel instulpingen en hebben daardoor een betere
oppervlakte/volume ratio
- Extreem grote prokaryoten leven in een voedselrijke omgeving (endosymbiont):
Epulopiscium
- Grote vacuole omgeven door cytoplasma: T. namibiensis
Grote variëteit aan vromen.
De 3 meest voorkomende vormen zijn:
1. rond : solitair (cocci), in paren (diplococcen), in ketens (streptococcen)
2. staafvormig : solitair (bacilli), in ketens (streptobacillen)
3. spiraalvormig (spirocheten), komma-vormig tot kurkentrekkervormig
Rond (cocci) Staafvormig Spiraalvormig
(bacilli) 2µm 5µm
Belangrijkste eigenschappen van prokaryote cellen is de celwand 1 µm
- Behoud celvorm
- Fysische bescherming
- Vermijdt dat de cel barst in een hypotonische omgeving
- Verstevigd door Peptidoglycan: netwerk van gemodifieerde suiker-polymeren
- Cross-linked met korte polypeptiden (kleine eiwitten) = mantel waaraan andere moleculen
aan gekoppeld worden
- Archaea = grote variëteit aan polysacchariden maar geen peptidoglycan
, Gram-kleurig
• Op basis van deze kleuring kunnen wetenschappers
bacteriële soorten in twee grote groepen opdelen
• kleuring gekoppeld aan de samenstelling van de celwand
• Gram-positieve of Gram-negatieve
Gram +
dikke peptidoglycanlaag die de violette kleurstof in het cytoplasma opsluit.
Niet wegwassen met alcohol dus +
Gram –
dunne peptidoglycanlaag en het bevindt zich in een laag tussen de plasmamembraan en een
buitenmembraan
Wel wegwassen met alcohol dus -
Lipopolysaccharide
Outer
Protein Protein
Gram- negative
bacteria
Gram+
bacteria
De celwand is omgeven door een capsule
Capsule: is een kleverige laag bestaande uit polysachariden of eiwitten
De capsule zorgt voor:
- aanhechting
- Bescherming tegen ontwatering
- Afschermen voor het immuunsysteem van de host
Fimbriae of pili: zijn uitsteeksels die niet bij alle soorten voorkomen en uit proteïnen bestaan
Functie:
- Dient om te kleven aan een substraat
- Kolonie vormen
- Proteïnestructuur
- Termen worden gemengd gebruikt (fimbriae wanneer meerdere)
- Voortplanting door het aanhechten van 2 cellen (sex pili)
Fi
Fimbriae
Fig 2
, 1.5 Beweging EX: hoe, wrm verplaatst?
- ½ van alle prokaryoten kan gericht bewegen
- Taxis: random beweging of gericht bewegen
o chemotaxis : de eigenschap om naar of weg van een chemische stof te bewegen
(positieve chemotaxis, negatieve chemotaxis)
o voiding
o zuurstof
o toxische stof
o membranen van eigen soort
- Door flagella (ev. flagellum) die evenredig verdeeld zijn over het celoppervlak of
geconcentreerd zijn aan één of beide uiteinden.
- structureel en functioneel verschillend van eukaryote flagella
o grootte
o structuur
o functie, aandrijving
1.6 Interne organisatie
- Prokaryote cellen hebben geen complexe organisatie
- Gespecialiseerde membrane voor specifieke metabole functies bv;
o Respiratie
o Fotosynthese
- Meestal instulpingen van plasmamembraan
Hydrophilic head WATER Plasmamembraan: Dubbellaag door de schikking van fosfolipiden in een
waterig milieu.
Hydrophobic tail
N-terminus EXTRACELLULAR
SIDE
Figuur is een membraan met er tussenin eiwitten (= aaneenschakeling van
aminozuren)
Membraan: bestaat uit een dubbele laag fosfolipiden.
CYTOPLASMIC Eiwitten worden altijd in het paars weergegeven!
Helix
C-terminus SIDE
1.7 genoom
Structureel verschil met eukaryoot genoom:
- Meestal minder DNA Chromosome
- Circulair genoom (eukaryoten: lineair genoom)
- één of meerdere plasmiden: kleine cirkelvormigen stukken DNA, autonome replicatie, klein
aantal genen
- Minder eiwittten
- Geen nucleus of kernmembraan, DNA los in het cytoplasma maar wel nucleotide
- Kleinere ribosomen, eiwitten, RNA inhoud is verschillend van EUK ribosomen
DNA replicatie, transcriptie, translatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudBioch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.50. You're not tied to anything after your purchase.
