Oefententamenvragen MAW-NL: Inleiding methodenleer 2024 {AFGEROND MET CIJFER 7,5]
8 views 0 purchase
Course
Inleiding methodenleer (424501B5)
Institution
Tilburg University (UVT)
Book
Social Research
Hoi allemaal! Na vijf keer het tentamen te hebben geprobeerd, heb ik het eindelijk gehaald met behulp van deze oefententamenvragen. Op mijn account staat ook een document met een samenvatting dat alle stof beslaat, dus neem zeker een kijkje. Als het mij is gelukt, gaat het jou ook lukken! Veel succ...
Research Methodology for International Students: Summary
All for this textbook (11)
Written for
Tilburg University (UVT)
Sociologie
Inleiding methodenleer (424501B5)
All documents for this subject (4)
Seller
Follow
rubiluneta
Reviews received
Content preview
Vragen over hoorcolleges 1 & 2
Vraag 1 (5 min)
Welke van de volgende hypotheses is niet consistent met het conceptueel model hiernaast?
a) Er is een indirect e ect van het aantal gewerkte uren op de werkprestatie van werknemers.
Het aantal gewerkte uren zou een positief e ect hebben op de fysieke gezondheidsproblemen
van werknemers en dit zal vervolgens een negatief e ect hebben op de werkprestatie.
b) Hoe ouder een werknemer is, des te lager diens werkprestatie. Dit e ect wordt gedeeltelijk
gemedieerd door problemen met de fysieke gezondheid.
c) In totaal is er een negatief e ect van zowel leeftijd als aantal werkuren op werkprestatie.
d) Hoe meer werkuren, des te sterker het indirecte e ect van leeftijd op werkprestatie via
problemen met de fysieke gezondheid.
Vraag 2 (4 min)
Welk type verband tussen de variabelen wordt aangehaald in de hypotheses hieronder? “We
verwachten een negatief verband tussen het percentage arbeidskrachten in de landbouw en het
aantal mobiele telefoons per 1000 personen. Dit kan worden verklaard door de welvarendheid van
een land in acht te nemen: hoe rijker een land is, hoe meer mensen een telefoon kunnen betalen;
en, hoe rijker een land is, hoe kleiner de kans dat er veel arbeidskrachten in de landbouw werken
gezien de industrialisering van rijkere landen.”
a) Mediatie
b) Moderatie
c) Schijnverband (spurieus verband)
d) Bivariaat verband
Vraag 3 (3 min)
Welk type verband wordt aangehaald in de hypothese hieronder? “Het positieve e ect van het
eten van chocolade op overgewicht is sterker voor oudere dan voor jongere individuen.”
a) Mediatie
b) Moderatie
c) Schijnverband (spurieus verband)
d) Bivariaat verband
Vraag 4 (3 min)
Een studie bevat informatie op 4 verschillende niveau’s: studenten die verdeeld zitten over
verschillende klassen van verschillende scholen in verschillende steden doorheen het land. Wat is
de eenheid van analyse in de volgende hypothese? “Het aantal kinderen in de klas heeft een
negatief e ect op het gemiddelde welzijn van de docent van de klas.”
a) Studenten
b) Klassen
c) Scholen
d) Steden
ff ff ff ff ff ff ff ff
, Vragen over hoorcollege 3
Vraag 5 (5 min)
Een onderzoeker wil hebzucht onder studenten onderzoeken. Ze zoekt in de literatuur naar een
schaal (i.e., een reeks van vragen) die gebruikt kan worden om dit concept te meten. Helaas komt
ze geen schaal tegen die ze geschikt acht. Daarom besluit ze zelf een aantal vragen te bedenken
om het concept hebzucht te meten. De schaal die ze maakt moet ze natuurlijk valideren voordat
ze die gebruikt in haar onderzoek. Welke van de volgende methoden is het minst geschikt om de
validiteit van de nieuwe schaal van de onderzoeker te evalueren?
a) Face validiteit
b) Criterium gerelateerde validiteit
c) Constructvaliditeit d.m.v. bestaande groepen
d) Constructvaliditeit d.m.v. correlaties met andere variabelen
Vraag 6 (5 min)
In welk van de volgende situaties is criteriumgerelateerde validiteit een mogelijke en raadzame
methode om toe te passen?
a) Het valideren van de vraag op welk partij iemand heeft gestemd in verkiezingen die de dag
ervoor hebben plaatsgevonden.
b) Om een onderzoeker meer inzicht te geven in de redenen waarom respondenten een bepaald
antwoord op een kennisvraag hebben gegeven.
c) Nagaan of de vraag “Vindt u deelnemen aan dit onderzoek belangrijk”, die wordt gesteld aan
het einde van een vragenlijst, valide is.
d) Tijdens het evalueren van een methode die dient om vast te stellen of sollicitanten geschikt
zijn voor de functie waarnaar ze hebben gesolliciteerd.
Vraag 7 (5 min)
We kunnen spreken van sociaal wenselijk antwoorden als studenten de vraag “Hoe leuk vind je
deze cursus op een schaal van 1 (= helemaal niet leuk) tot 10 (= heel erg leuk)?” allemaal
positiever beantwoorden dan hoe ze de cursus daadwerkelijk beleven. Welk meetprobleem doet
zich in zo’n geval voor?
a) Het leidt tot een probleem met de betrouwbaarheid, omdat de antwoorden dan systematisch
vertekend zijn.
b) Het leidt tot een probleem met de betrouwbaarheid, omdat de antwoorden dan willekeurig
(random) vertekend zijn.
c) Het leidt tot een probleem met de validiteit, omdat de antwoorden dan systematisch
vertekend zijn.
d) Het leidt tot een probleem met de validiteit, omdat de antwoorden dan willekeurig (random)
vertekend zijn
Vraag 8 (7 min)
Bepaal het meetniveau van de volgende zes variabelen:
(a = nominaal, b = ordinaal, c = interval, d = ratio)
1. De volgorde van het klassement van een voetbalcompetitie.
2. Het aantal alcoholische consumpties dat iemand heeft gedronken afgelopen avond.
3. Ik vind de cursus Inleiding Methodenleer erg vermakelijk.
❑ Volledig eens
❑ Beetje eens
❑ Neutraal
❑ Beetje oneens
❑ Volledig oneens
4. Wat is je leeftijd?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rubiluneta. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.