Maatschappijleer samenvatting H1
Par 1: wie lost onze problemen op?
4 kenmerken maatschappelijk probleem: GMMG
1. Het gaat groepen mensen aan.
2. Het hangt samen met het gevolg van maatschappelijke veranderingen.
3. Het bestaat verschillende meningen over de oorzaken en over de aanpak.
4. Het vraagt om een gemeenschappelijke oplossing.
Een maatschappelijk probleem wordt een politiek probleem als het probleem aandacht krijgt
van de politiek.
Een probleem aanpakken hangt vaak samen met verschillen in waarden, normen en
tegengestelde belangen.
Waarde: een principe dat mensen waardevol en belangrijk vinden in het leven.
Norm: een verwachting over hoe mensen zich behoren te gedragen.
Naast waarden en normen beïnvloeden ook belangen, opvattingen en het gedrag van
mensen. Belangen hebben vaak te maken met het voordeel dat mensen ergens bij hebben.
Staat: een omgrensd grondgebied waarop mensen wonen en waarbinnen een hoogste gezag
geldt.
Een staat heeft 3 kenmerken:
1. Beschikking over een omgrensd grondgebied.
2. Het grondgebied wordt bewoond door een groep mensen, een volk.
3. De staat heeft de hoogste macht, de soevereiniteit over dat gebied en de bevolking.
Soevereiniteit: hoogste gezag dat in democratische staten door de overheid namens het volk
wordt uitgeoefend.
Overheid: instantie die het soevereine gezag uitoefent.
4 mogelijke taken van de overheid: cogo
1. Het handhaven van de openbare orde en veiligheid.
2. De ontwikkeling van de samenleving bevorderen (onderwijs).
3. Activiteiten coördineren (aanleg spoorwegen & elektriciteitsleidingen).
4. Verdelen van materiële en immateriële goederen.
Macht: vermogen om iets gedaan te krijgen, om invloed uit te oefenen.
Machtsbases: factoren waar macht gebaseerd op is (functie, kennis, ervaring).
Invloed: het effect dat optreedt als iemand zijn macht gebruikt.
Macht is een belangrijk kenmerk van de politiek:
De politiek heeft macht, ze hebben invloed om een plan uit te oefenen.
Gezag: legitieme macht, macht die door anderen erkend en aanvaard wordt.
, Verschil macht en gezag:
Gezag is gelegitimeerde macht. Macht die door anderen wordt erkend & geaccepteerd.
Geweldsmonopolie: alleenrecht van de overheid op het legitiem gebruik van geweld.
Politiek: het beleid van de overheid, inclusief de totstandkoming en de effecten van dat
beleid.
Met overheidsbeleid wordt bedoeld dat de overheid bepaalde doelen wil bereiken.
Bij politiek gaat het om het beleid dat voor de hele samenleving wordt gemaakt en dat dus
voor ieder van ons geldt.
Actoren: individuen of groepen die invloed proberen uit te oefenen op het politieke
besluitvormingsproces.
Par 2: beslissen we zelf?
2 soorten referendum (volksstemming):
1. Raadplegend referendum, de uitslag is een advies.
2. Beslissend referendum, de uitslag is definitief.
Dictatuur: staatsvorm waarbij de macht in een land in handen is van één persoon of kleine
groep. Er is geen scheiding tussen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.
Democratie: bestuur over een land met veel inspraak van de inwoners.
3 kenmerken democratie:
1. Er zijn regelmatig vrije en geheime verkiezingen, ‘vrij’ wil zeggen dat iedereen mag
stemmen en zich kandidaat mag stellen en dat iedereen vrij toegang heeft tot de
media. Bij ‘geheime’ verkiezingen kan niemand erachter komen op welke partij
iemand gestemd heeft.
2. De grondrechten van de burger zijn in een grondwet vastgelegd.
3. Er is een onafhankelijke rechterlijke macht, die geen verantwoording aan de overheid
hoeft af te leggen.
Indirecte democratie: bestuursvorm waarbij het volk niet zelf over allerlei zaken beslist maar
de beslissingen overlaat aan gekozen vertegenwoordigers.
De Staten-Generaal wordt ook wel volksvertegenwoordiging of parlement genoemd.
In de Staten-Generaal zitten onze vertegenwoordigers, die de bestuurders op landelijk niveau
controleren en samen met hen de wetten maken. De bestuurders moeten verantwoording
afleggen aan het parlement. Ze moeten bovendien het vertrouwen hebben van de
meerderheid van de Kamer. Als dit vertrouwen ontbreekt, moeten de bestuurders aftreden
vertrouwensregel: een regering kan alleen regeren als ze het vertrouwen van het parlement
heeft.
Gedecentraliseerde eenheidsstaat: staat waarbinnen de landelijke overheid bepaalde
bevoegdheden aan lagere organen overdraagt (aan bijv. provincies en gemeenten).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romytempelman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.