Samenvatting Statistiek Bedrijfskunde Schakeljaar - Prof. Van Droogenbroeck
19 views 0 purchase
Course
Statistiek (2023741ANR)
Institution
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Samenvatting voor het vak Statistiek voor Bedrijfskunde, zoals gegeven in , op basis van slides en filmpjes. (Met SPSS-oefeningen die in de theorie-lessen (filmpjes) zijn uitgewerkt en notities)
Bevat geen extra SPSS oefeningen (daarvan staan oplossing meestal ook op canvas).
MODULE 1 – INLEIDING TOT DE STATISTIEK
• Kwalitatieve onderzoeksmethoden: data is tekst
- Bv interviews, focusgroepen
• Kwantitatieve onderzoeksmethoden: data bestaat uit cijfers
- = Statistiek
- = een set v tools & technieken die gebruikt wordt voor het beschrijven, organiseren &
interpreteren v informatie of gegevens
- = instrument dat ons helpt om de wereld rond ons heen te begrijpen
• Misconcepties over statistiek etc
- Baby’s lopen gemiddeld aan x maanden … -> varianties rond het gemiddelde
- Oppassen voor misleidende statistiek
ONDERZOEKSPROCES
• Wat je doet:
- genereer een duidelijke onderzoeksvraag, -probleem waarop het onderzoek antwoordt moet geven
- vraag moet ondubbelzinnig geformuleerd zijn, zodat we precies weten wat te onderzoeken: waarin
geïnteresseerd en welke doelgroep bestuderen
• Hoe je het doet:
- Onderzoeksvraag kan voortkomen uit iets dat je vaststelt doordat je de wereld observeert en waar je
meer over wilt weten
- Geen observatie: literatuur bestuderen en leemte zoeken die verder onderzocht kan worden
§ Bv Ben heeft 5 ijswinkels, merkt dat verkoop bij sommige is gedaald en wil oorzaak daarvan
vaststellen. Denkt dat sommige managers geen belang hechten aan klanttevredenheid – wil dit
verder onderzoeken, onderzoeksvraag: verschilt de klanttevredenheid tussen de 5 locaties?
Wat je doet:
• Genereer onderzoeksvraag
• Raadpleeg een theorie:
- = uitleg of set v principes die een breed fenomeen verklaart en die goed onderbouwd
is door herhaaldelijk te zijn getest
- Je doet dat op een populatie:
§ = Theoretische groep waarover je conclusies wilt trekken (bv alle potentiële
klanten)
• Genereer een hypothese:
- = vooropgestelde verklaring voor een vrij beperkt fenomeen of reeks waarnemingen
§ Bv klanttevredenheid verschilt per winkellocatie
• Verzamel data om de hypothe te testen
- Variabele: Alles dat kan worden gemeten en dat kan verschillen (of veranderen of
variëren) tussen entiteiten of in de tijd
- Case: De gegevens uit één bron van één of meerdere variabelen
1
, Statistiek Yinthe Valcke
Een variabele
Case Winkel Q1 Q2 Q3
Een case 1 A 2 5 Ja
2 A 2 3 Nee
Een dataset 3 B 5 3 Ja
4 B 1 1 Ja
5 C 2 1 Ja
6 D 1 2 Nee
7 D 1 3 Nee
Hoe je het doet:
VARIABELEN: KWALITATIEF/KWANTITATIEF, MEETNIVEAU, CONTINU/DISCREET
• Kwalitatief: categorisch
§ Opgebouwd uit categorieën, zoals bv dieren: het kan niet beetje hond, beetje
kat zijn, het is óf hond óf kat …
- Binaire of dichotome variabelen: wanneer het maar 2 dingen benoemt: dood of
levend, roker of niet-roker -> herleiden naar ja of nee
- Nominaal: 1, 2, 3, … : 4 kleuren, 5 vlaggen, 3 chocolades … -> volgorde niet belangrijk
- Ordinaal: Goud, zilver, brons; van heel slecht tot heel goed … -> volgorde vd
nummering belangrijk (goud=1 …)
• Kwantitatief: schaal
- Interval: bv van 2005 -> 2006 = 2014 -> 2015 of van 80° -> 90° = 90° -> 100,
§ geen ratio: 100° =/= 2 x 50°
§ geen 0-punt
- Ratio: heeft een nulpunt, breuk
§ 100 kg -> 150 kg = 0 -> 50 kg
§ 0 kg = gewichtsloos
§ 20 kg = 2 x 10 kg
- Interval & ratio kunnen discreet of continue zijn:
2
,Statistiek Yinthe Valcke
§Discreet: kunnen eindig aantal gehele getallen aannemen, waarden meestal
verkregen door te tellen
- bv. Het aantal lln in een klas, kan geen kommagetal zijn -> enkel
afgebakende getallen
§ Continu: oneindig aantal fractionele waarden, waarden kunnen niet worden
geteld (bv leeftijd tellen: duurt te lang want er zijn jaren, maanden, dagen ..)
- kan wel kommagetallen etc zijn, bv. De temperatuur, leeftijd
! Continue variabelen kunnen in discrete termen worden gemeten: bv leeftijd tellen in jaren
-> daarbij maken we van een continue variabele een discrete
Of omgekeerd: discrete variabelen behandelen alsof ze continu zijn: bv #partners ve vrouw
gestegen v 3,3 naar 3,5 -> continu (beetje zinloos want niemand id steekproef had 3,5
partners)
Meetniveau (meetschaal) = nominaal, ordinaal, interval of ratio
• Direct meetbare variabele: meteen waarnemen, meten (met meetlat, weegschaal …)
- Bv. Leeftijd, hoogte, gewicht
• Indirect meetbare variabele: niet direct meten
- Bv. Depressie, angst, intelligentie, geluk, klanttevredenheid
- = Constructen: kenmerken of eigenschappen die niet direct kunnen worden
gemeten, eigenschappen, belangrijk voor een populatie, conceptueel gedefineerd
(hebben betekenis in theorethische termen, maar niet direct waarneembaar)
-
Bv. Gemeten verband tussen adoptie en het gebruik van online boodschappen, via een
conceptueel framework -> de variabelen zijn contructen
-> bij constructen niet mogelijk om het in te schatten met 1 vraag (zoals wel gaat bij bv
leeftijd) -> om constructen te kunnen meten: hebben operationele definitie nodig (=
procedure of reeks procedures om construct te kwantificeren)
-> Wordt vaak gemeten met een Likertschaal (bv. Performance expectancy)
7-PUNTS (5-PUNTS) LIKERTSCHAAL
Bv. Van 1 (helemaal niet akkoord) tot 7 (helemaal wel akkoord)
• Elke respondent geeft per vraag een score van 1 tot 7 -> zo kunnen we wel een score
plakken op het construct
• Score: door het gemiddelde te nemen vd antwoorden op de stellingen
3
, Statistiek Yinthe Valcke
• Maar: voor we zomaar deze vragen mogen samennemen om construct te meten:
aandacht voor betrouwbaarheid vh meetinstrument:
• Een vd belangrijste daarvan: Interne consistentie betrouwbaarheid:
- Nagaan of de items in de schaal samen eenzelfde construct meten -> zijn de items vd
schaal intern consistent
- Onderzocht dmv de Cronbach’s Alpha analyse:
§ Gebaseerd op uitgangspt dat elk item in een schaal voldoende moet
gecorreleerd zijn met elk ander item in diezelfde schaal -> alpha analyse
gebaseerd op die correlatie (samenhang elk item met andere)
§ Getal tss 0 en 1, hoe hoger, hoe beter de consistentie tss de items
§ Ondergrens: 0,7
§ Uitkomst sterk afhankelijk vh aantal items
- Bv. 3 items, gem intercorrelatie 0,2 -> Cronbach’s alpha = 0,43
- Zelfde construct, maar 20 items -> C alpha = 0,83
- 2e lijkt wel goed, maar is enkel door grote aantal items
- -> nuttig om ook item to total correlation = correlatie tss elk item
afzonderlijk & het construct te onderzoeken
- Zoals in vb:
Construct Klanttevredenheid
(niet meetbaar)
Operationele definitie Antwoorden gegeven
(wel meetbaar) op vragen Q1-Q3
Bij Lickertschaal: zien als interval of als ordinaal? -> interval zou willen zeggen dat als ik aanduid 4
(bv op de vraag of ik die winkel leuk vind) en mijn vriend 2, dat ik die dubbel zo leuk zou vinden, dat is niet
zo -> mensen denken dat het interval is wnr ze invullen maar het is ordinaal, subjectieve vragen -> maar
soms zien we dit als interval om berekeningen mee te doen
VOORSPELLENDE VS. UITKOMSTVARIABELE
Allebei variabelen die dus kunnen variëren en die moeten worden gemeten
Bv. Uitgaan v “klanttevredenheid verschilt per winkellocatie”
• Voorspellende variabele = onafhankelijke, verklarende variabele
- Onafhankelijk: waarde is niet afhankelijk v andere variabelen
- Verklarende: kan worden gebruikt om scores v andere variabele te voorspellen
- Bv: winkellocatie, verklarend: we voorspellen de klanttevredenheid op basis vd winkels
naar waar de klant is gegaan
• Uitkomstvariabele = afhankelijke, verklaarde variabele
- Uitkomst waarin we geïnteresseerd zijn
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yinthevalcke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.16. You're not tied to anything after your purchase.