Aansprakelijkheidsrecht jurisprudentie 2017-2018
Lijst met verplichte jurisprudentie (bekend verondersteld)
HR 17 januari 1958, ECLI:NL:HR:1958:AG2051, NJ 1961/568 (Tandartsen)
[Tandartsen]: Doornbos oefent praktijk uit in Tilburg zonder dat hij over vereiste diploma’s beschikt.
Andere tandarts is er niet blij mee en vordert schadevergoeding en staking van activiteiten o.g.v. OD
omdat Doornbos de wet overtreedt. Hof wijst vordering af. De Hoge Raad geeft er echter een andere
draai dan het hof aan. De Hoge Raad stelt namelijk dat er wel sprake is van strijd met een
ongeschreven verkeersnorm wegens de correctie Langemeijer. Doordat Dorenbos zonder vergunning
werkt, concurreert hij met de andere tandartsen en brengt hij hen voorzienbaar schade toe, nu de
tandartsen wel de moeite hebben genomen om aan de wettelijke vereisten te voldoen. Bij een
ongeschreven verkeersnorm is de relativiteitseis niet van toepassing, derhalve is er sprake van een
onrechtmatige daad, zij het dat dit komt door strijd met een ongeschreven verkeersnorm.
Correctie Langemeijer: Wanneer een wettelijke norm geen bescherming biedt tegen de geleden
schade, kan niettemin aansprakelijkheid bestaan. De regel die door P-G Langemeijer is geformuleerd
luidt als volgt: “Wanneer een wettelijke plicht is geschonden die niet strekt tot bescherming tegen de
schade zoals de benadeelde die heeft geleden, kan door hetzelfde gedrag tevens een ongeschreven
norm zijn geschonden die wel strekt tot bescherming tegen de geleden schade. Bij de vraag of dat
laatste het geval is, kan de schending van de wettelijke norm van betekenis zijn”
HR 5 november 1965, ECLI:NL:HR:1965:AB7079, NJ 1966/136 (Kelderluik)
[Kelderluik]: sjouwerman had in gang een kelderluik laten openstaan, meneer wilde naar wc maar hij
viel in gat en brak been. HR heeft aantal criteria gesteld die gaan over gevaarzetting.
criteria in samenhang beoordelen:
1. de mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en
voorzichtigheid kan worden verwacht => hoe groot is de kans dat iemand onvoorzichtig zal zijn?
2. de hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan?
3. de ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben
4. de mate van bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen => Eerste 3 criteria afzetten
tegen de 4e (tijd, moeite, geld). Moet wel effectief zijn => [Jetblast], bij ernstige schade mag je meer
verwachten dan wanneer de kans niet groot is op ernstige schade/onvoorzichtigheid
Learned Hand: aansprakelijkheid indien formule:
Kp (kosten preventie) < Ws (waarschijnlijkheid schade) x Os (omvang schade)?
- Recht als efficiënte verdeling van lasten, of als compensatie onrecht (nadenkert)?
Huis-, tuin-, en keukenongevallen is rechter vaak terughoudend bij aannemen aansprakelijkheid
HR 8 februari 1985, ECLI:NL:HR:1985:AG4961, NJ 1986/137 (Renteneurose)
[Renteneurose]: tijdens carnavalsoptocht slaat een politieagent op hoofd en lichaam van meneer.
De gevolgen zijn behoorlijk: hoofdpijn, geheugenstoornis en achteruitgang van capaciteiten. Hof zegt
niet toe te rekenen want het gaat om renteneurose, blijft alleen in stand als je schadevergoeding
toekent. HR rekent schade wel toe want een eventuele predispositie staat daaraan niet in de weg.
Predispositie: iemand kan sneller ziek zijn, als schadeveroorzaker kan je ook gewoon pech hebben
zoals bij [eierschedel] arrest en dan ben je toch aansprakelijk (ook pech als diegene een goedbetaalde
baan kan krijgen)
HR 19 oktober 1990, ECLI:NL:HR:1990:AD1456, NJ 1992/621 (Tennisspel)
[Tennisspel]: In een sportsituatie is er sprake van risicoaanvaarding en worden er hogere eisen
gesteld aan het aannemen aan de onrechtmatigheid. Tennisser sloeg tussen twee games door de
,ballen naar de andere kant, tegen tegenspeler die daardoor oogletsel opliep. In casu is er geen
onrechtmatigheid aangenomen
HR 9 oktober 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0706, NJ 1994/535 (DES)
Alternatieve causaliteit. [DES]: Dochters en kleindochters die medicijn DES tijdens zwangerschap
hebben gebruikt om zwanger te worden en miskramen te voorkomen. Als gevolg daarvan hebben de
dames eierstokkanker gekregen waardoor ze niet zwanger konden worden (dramatisch).
Probleem in deze zaak is welke producenten het DES medicijn hebben gemaakt en geleverd, van wie
heeft welke moeder nu DES gekregen? Er is geoordeeld dat alle veroorzakers worden aangesproken.
HR vindt verder dat iedere producent in de relevante periode voor die FOUT aansprakelijk is.
Schade van bepaalde benadeelde kan ieder van deze producenten zijn en is in ieder geval door een
van deze producenten veroorzaakt. HR: juist voor dergelijke bewijsnoot is 6:99 bedoeld
=> kan ook via BPR worden opgelost, bewijslast oplossing bij onzeker causaal verband, als er
specifieke veiligheidsnorm is geschonden dan is het CV gegeven in beginsel (wederpartij kan dan
aantonen dat er toch geen CV is)
HR 22 april 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1347, NJ 1994/624 (Taxusstruik)
Indien het om een plant of struik gaat, waar men de giftigheid niet van kent en niet van behoort
kennen, strekt de maatschappelijke zorgvuldigheid niet zo ver dat deze persoon de plant of struik
zodanig onder zich moet houden dat de plant of struik geen gevaar oplevert.
HR 13 januari 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1611, NJ 1997/175 (De Heel/Korver)
[De Heel/Korver]: Korver die werd geopereerd en nog half onder narcose was, werd naar
uitslaapkamer gebracht om wakker te worden, hekjes naast zodat iemand er niet uitvalt maar dit
gebeurd toch omdat er geen hekjes waren. Er werd een oogslagader geraakt waardoor Korver blind
is. Hier gaat het om ongeschreven zorgvuldigheidsnorm (verkeers- en veiligheidsnorm) en dan is er
een ruime toerekening van de schade (dus schade toegewezen).
HR 7 mei 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO6012, NJ 2006/281 (Duwbak Linda)
[Duwbak Linda]: Binnenvaartschip ligt in de Maas in een grindgat. Het was druk want het lag naast
twee andere schepen die toebehoorde aan Hasselt. Linda veroorzaakt schade aan de Moonlight en
Johanna (2 scheepsnamen), Linda vordert schade van de Staat. Met het verlenen van vergunningen
wordt beoogd de algemene veiligheid te waarborgen. Persoonlijke belangen vallen er niet onder.
Bv. Kruidvat die medicijnen verkopen die eigenlijk alleen een apotheek mag verkopen.
HR 28 mei 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO4224, NJ 2005/105 (Jetblast)
[Jetblast]: op Sint-Maarten bij vliegveld vrouw weggeblazen door vliegtuig, er stond
waarschuwingsbordje maar HR vond dit onvoldoende.
Je moet doen wat nodig is om te garanderen dat de mensen dat niet doen (beetje paternalistisch).
HR 31 maart 2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU6092, NJ 2011/250 (Nefalit/Karamus)
Proportionele aansprakelijkheid, eigen schuld en aansprakelijkheid werkgever (7:658 BW).
Aansprakelijkheid naar rato van de waarschijnlijkheid van een causaal verband. Karamus was
fabrieksarbeider bij Nefalit en werkte met asbest en op een gegeven moment kreeg Karamus kanker.
Nefalit heeft Karamus aansprakelijk gesteld en daar was Nefalit het niet mee eens want meneer
Karamus heeft zijn hele leven heftig gerookt.
In deze kwestie getuigen-deskundigen gehoord: door asbest 55% en door het roken 45%.
HR oordeelde hier proportioneel o.g.v. 6:99 en 6:101.
Roken viel in risicosfeer van benadeelde Karamus dus Nefalit was wel aansprakelijk voor 55%
HR 13 april 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ8751 NJ 2008 (Iranese vluchteling)
Vrouw die als vluchteling een aanvraag deed om tot NL toegelaten te worden en deze werd
,afgewezen. Na jarenlang procederen bleek dat onterecht en nu wilde ze vergoeding voor misgelopen
arbeidsvermogen en pensioenschade. HR vond dat recht op arbeid voortvloeit uit verblijfsvergunning.
Verblijfvergunning gaat om veiligheid en niet om vermogensrechten. Hier gaat het niet om persoon
(wel bij [Tandartsen]) maar om de schade en daar loopt het op stuk dus geen schadevergoeding voor
de Iranese vluchteling.
HR 3 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2895, NJ 2014/429 (Eiser/Saint Gobain) (of Deurmatarrest)
* [Eiser/Saint Cobain]: (nadenkert): het gaat om heftruckchauffeur die gewond raakt tijdens zijn werk
want collega rijdt hem aan, 4 gebroken tenen. Saint Cobain accepteert aansprakelijkheid, na tijdelijk
werk gedaan te hebben, begint hij weer met heftruck, na een volle dag heftruck struikelt meneer over
deurmat waardoor hij ernstig knieletsel oploopt. Alle schade wordt gevorderd van Saint Cobain voor
de botsing van twee collega’s waarna 4 tenen braken. Door werk op heftruck weer pijn in voet
waardoor hij rechterbeen ging slepen en over deurmat struikelde. Nu is de vraag of die schade ook
voor rekening komt van Saint Cobain? Kantonrechter vindt eerste schadepost wel (is ook erkend)
maar tweede ongeval met knieletsel is werkgever niet aansprakelijk want m.b.t. ongeval 2 heeft
heftruckchauffeur onvoldoende duidelijk gemaakt dat het komt door bedrijfsongeval. Ook Hof is het
hiermee eens, het is een zeer ver verwijderd verband. HR: oké, of toegerekend kan worden is
afhankelijk van alle omstandigheden van het geval waaronder aard en schade (6:98) en daarbij mag
een rol spelen of knieletsel in zeer ver verwijderd verband staat tot aansprakelijkheid scheppende
gebeurtenis (ongeval 1)
MAAR oordeel Hof m.b.t. 6:98 berust op gronden die dat oordeel niet kunnen dragen. Hof gaat uit
van een aantal feiten en dat lijkt niet te kloppen dat de oorzaak ver verwijderd is. Er zijn enige
rechtsverschijnselen vanwege gebroken tenen, pijn bij lopen eerder onderuit gaan dan iemand met
gezond stel benen. Werken op heftruck heeft eraan bijgedragen dat chauffeur struikelde en HR vond
dat niet kloppen van Hof.
Lijst met verplichte jurisprudentie
HR 20 maart 1970, ECLI:NL:HR:1970:AC5007, NJ 1970/251 (Waterwingebied)
Toerekening naar redelijkheid.
Vrachtwagen met olietanks verongelukt door een fout van de bestuurder. Olietank valt open en olie
vloeit over grond dus schade. Grond is een waterwingebied. Eigenaar neemt direct maatregelen om
grond te beschermen en eist schadevergoeding voor die maatregelen.
Culpoos schade toebrengen levert hier OD op. Grond waar olie op vloeit wordt onbruikbaar en het is
voldoende voorzienbaar dat grond wordt gebruikt voor economische doeleinden (dus volledige
schade toegewezen).
HR kijkt niet zozeer of schade voorzienbaar is maar geeft aan:
1. Schade moet niet te uitzonderlijk zijn
2. CV niet te ver verwijderd zijn voor toerekening naar redelijkheid
HR 30 juni 1978, ECLI:NL:HR:1978:AC6323, NJ 1978/685 (Ebele Dillema I)
Kind van 4 jaar raakt gewond omdat ze wordt aangereden door auto maar Ebele is zelf ook
onvoorzichtig geweest. HR vernietigt oordeel Hof omdat gemotoriseerd verkeerd voor kind extra
gevaren met zich meebrengt. Het is daarom onbillijk om een deel van de schade voor rekening van
het kind te laten komen. Bv. kinderen die bal achterna rennen als bal de weg op schiet moet een
automobilist bedachtzaam op zijn.
HR 6 april 1979, ECLI:NL:HR:1979:AH8595, NJ 1980/34 (Knabbel en Babbel)
Vereenzelviging [Knabbel & Babbel]: naam van kleuterschool, het ging niet zo goed met de
kleuterschool want gebouw stortte in. Kwestie ging over oorzaak instorten kleuterschool.
,Door onjuiste uitspraken wethouder schade ontstaan: evt. wethouder als bestuursorgaan
aansprakelijk, want OD van gemeente door zijn onjuiste uitlatingen? HR: daarvoor kan van belang
zijn of de wethouder heeft gehandeld als een bestuursorgaan maar OOK wanneer zijn gedragingen
hebben te gelden als vertegenwoordiger van de gemeente.
Leer van de vereenzelviging: soms kan je de gedragingen toch toerekenen (grondslag is Knabbel &
Babbel)
Rechtsregel: In dit arrest heeft de Hoge Raad bepaald dat een rechtspersoon voor een onrechtmatige
daad aansprakelijk kan worden gesteld indien de gedraging van de handelende persoon in het
maatschappelijk verkeer als een gedraging van die rechtspersoon heeft te gelden. Het is niet vereist
dat de handelende persoon een wettelijk orgaan van de rechtspersoon is.
HR 2 november 1979, ECLI:NL:HR:1979:AB7349, NJ 1980/77 (Mia Versluis)
Afgesneden van zuurstof waardoor ze in coma raakt, 5 jaar later overlijdt ze. Schade wordt gevorderd
van arts en ziekenhuis. De vraag is of die dient te worden vergoed. HR oordeelde dat er een verschil is
tussen niet naleven zorgvuldigheidsnormen en verkeers- en veiligheidsnormen en dan komen alle
factoren voor degene die onrechtmatig handelde. Bij schending zorgvuldigheidsnormen is dit niet het
geval, geen ruime toerekening. HR vond de geleden schade te ver verwijderd van de medische fout.
Ziekenhuis dus niet aansprakelijk
HR 7 januari 1983, ECLI:NL:HR:1983:AG4517, NJ 1984/607 (Uitgeleende werknemer)
Essentie
Onrechtmatige daad. Aansprakelijkheid van werkgever voor schade, veroorzaakt door werknemer die
tijdelijk aan een derde ter beschikking is gesteld (6:170 BW).
Samenvatting
Voor ontheffing van die aansprakelijkheid is nodig dat de desbetreffende overeenkomst van de
werkgever met die derde en de wijze waarop daaraan uitvoering wordt gegeven tot de slotsom
nopen dat hij, ondanks het voortduren van het dienstverband, over de gedragingen van zijn
werknemer waarin diens fout was gelegen, geen enkele zeggenschap uit hoofde van zijn
rechtsbetrekking met de werknemer meer had.
Aan de door het derde lid van art. 1403 BW (nu 6:162) beoogde bescherming van degenen die schade
lijden welke is veroorzaakt door ‘dienstboden en ondergeschikten’ in de werkzaamheden waarin
dezen door hun werkgever worden gebruikt, zou immers tekort worden gedaan, als de werkgever van
aansprakelijkheid jegens de schadelijdende partij ontheven zou zijn door het enkele feit dat een
derde op grond van een overeenkomst met de werkgever — waar de schadelijdende partij buiten
staat — tijdelijk over de arbeid van de ondergeschikte kan beschikken en in verband daarmede
aanwijzingen kan geven over, en toezicht kan houden op de door de ondergeschikte uit te voeren
werkzaamheden. Wel strookt het met de strekking van genoemd voorschrift dat die derde dan voor
schade tengevolge van fouten bij die werkzaamheden begaan — mede — aansprakelijk kan zijn. Wie
in de onderlinge verhouding tussen de werkgever en de derde de aansprakelijkheid uiteindelijk moet
dragen, zal in het algemeen beslist moeten worden aan de hand van de overeenkomst waarbij de
werkgever de arbeid van zijn werknemer ter beschikking van de derde heeft gesteld. De
schadelijdende partij staat daarbuiten.
Rechtsregel: Nu zeggenschap het criterium is voor aansprakelijkheid, is er geen aansprakelijkheid als
die zeggenschap geheel ontbreekt.
HR 6 februari 1989, ECLI:NL:HR:1987:AG5530, NJ 1988, 57 (Saskia Mulder)
Aansprakelijkheid, reflexwerking, artikel 185 WVW
Casus
Saskia Mulder (18+) rijdt op haar fiets en wijkt plotseling uit waardoor zij in botsing komt met De
Rooy die in zijn auto rijdt. De Rooy heeft schade geleden en stelt Saskia hiervoor aansprakelijk op
grond van onrechtmatige daad. De verzekering van Saskia geeft te kennen bereid te zijn om 50% van
de schade te vergoeden. De Rooy wilt echter dat Saskia de gehele schade voor haar rekening neemt.
, Rechtsvraag: Dient Saskia de gehele schade voor haar rekening te nemen?
Overweging: De Hoge Raad overweegt in dit arrest dat art. 185 WVW een reflexwerking bevat. Een
motorrijtuigbestuurder is bij een ongeval in beginsel voor 50% van de schade aansprakelijk, tenzij er
aan zijn kant sprake is van een overmachtssituatie en de schuld bij de niet-gemotoriseerde ligt. Indien
er geen sprake is van een overmachtssituatie aan de kant van de motorrijtuigbestuurder is hij voor
het gedeelte wat aan hem toe te rekenen is aansprakelijk.
Rechtsregel: In dit arrest heeft de Hoge Raad de reflexwerking van art. 185 WVW geformuleerd. De
fietser/voetganger moet de schade van de motorrijtuigbestuurder volledig vergoeden indien er bij
laatstgenoemde sprake was van overmacht en indien eerstgenoemde schuld heeft.
HR 8 december 1989, ECLI:NL:HR:1989:AC0663, NJ 1990/778 (Lars Ruröde)
Kind is niet veroorzaker, jochie van 10 werkt bij boer Wieling om koeien te melken. Op gegeven
moment gaat dat niet goed, Lars wilt helpen bij pomp. Lars wordt geraakt door een stuk van de
pomp. Hof: Wieling onzorgvuldig gehandeld, jochie van 10 had ook kunnen zien dat het gevaarlijk
was en daarom wilde Hof 50/50. HR vond dat hier verzuimd is om de billijkheidscorrectie toe te
passen, want i.v.m. zijn leeftijd (10 jaar) is er een beperkt vermogen t.o.v. van zijn oplettendheid dus
gaat het om diegene die het gevaar in het leven heeft geroepen. HR vindt dus dat beperkt inzicht om
gevaar in te schatten (kind), het voor rekening komt van de veroorzaker (boer Wieling)
HR 1 juni 1990, ECLI:NL:HR:1990:AB7631, NJ 1991, 720 (Ingrid Kolkman)
100%-regel: kind < 14 jaar (want daarvoor niet zo goed cognitief ontwikkeld dat ze gevaren
begrijpen), Ingrid kwam een weg oprennen en auto reed haar aan. Automobilist vond het ‘’eigen
schuld’’ maar dit kon niet tenzij opzet of aan opzet grenzend schuld. Wanneer opzet? Bv. kind gaat op
weg liggen om aangereden te worden.
Rechtsregel: Kinderen onder de 14 jaar kunnen niet voor onrechtmatige gedragingen aansprakelijk
worden gesteld, dit volgt uit art. 6:164 BW. Indien een kind onder de 14 jaar eigen schuld (6:101)
heeft bij veroorzaakte schade kan dit het kind derhalve niet worden toegerekend, tenzij er
sprake is van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid van het kind.
HR 31 mei 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0253, NJ 1991, 721 (Marbeth van Uitregt)
Kind (10) op fiets dat voor ter plaatse bekende automobilist niet waarneembaar is, schiet plotseling
uit oprit de weg op en wordt aangereden. Gevolg ernstig letsel. Voor kinderen jonger dan 14 geldt dat
de ongemotoriseerde recht heeft op volledige vergoeding (100%) van de gemotoriseerde tenzij er
sprake is van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid. In dat geval kan er door de
billijkheidscorrectie toch wel een deel van de schade vergoedt worden. Een beroep op overmacht is
niet mogelijk waar het gaat om kinderen jonger dan 14 jaar (geen 6:162 lid 3 BW).
HR 28 februari 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0526, NJ 1993/566 (IZA/Vrerink)
50%-regel : Als je als fietser (i.c. 67 jaar) wordt aangereden door auto, altijd minimaal 50%? NEE,
motor kan schuld beperken door ‘’opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid’’
ongemotoriseerde veroorzaker en een gemotoriseerde benadeelde
Betriebsgevaar: zwakkere partij wordt beschermd (ongemotoriseerd) tegen gemotoriseerd verkeer
(in beginsel 50%) maar soms is dit toch onrechtvaardig dan evt. extra billijkheidscorrectie (om richting
de 100% te kunnen gaan).
I.c. overwoog de Hoge Raad dat de billijkheid moest uitmaken wat de verdeling van de
aansprakelijkheid zou zijn. Zij stelt dat het niet mogelijk is om een dergelijke kwetsbare groep te
onderscheiden (67 jaar), omdat het voor buitenstaanders onmogelijk is om te weten of iemand onder
deze groep valt of niet. De Hoge Raad stelt dat er geen sprake was van een overmachtssituatie. De
vaste causale verdeling dient volgens de Hoge Raad 50% te zijn. Indien de billijkheid een andere
verdeling eist kan de aansprakelijkheid anders worden verdeeld. Voor volwassenen geldt een vaste
causale verdeling van 50%, indien de billijkheid dit eist kan de aansprakelijkheid anders worden
verdeeld.