Psychodiagnostiek in de hulpverlening aan volwassenen en ouderen (P0V88A) (P0V88A)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
ifcdm
Reviews received
Content preview
Klinische psychodiagnostiek
Inleiding
● Klinische psychodiagnostiek
= oordeelsvorming aangaande psychische disfuncties of gedragsmoeilijkheden en sterktes
→ benadering van probleem op wetenschappelijke psychologie gebaseerd
→ persoon zodanig begrijpen dat uit structurering van probleem relevante aanwijzingen voor
therapie volgen
→ procesmatig gebeuren in interactie tussen cliënt en clinicus
● Basisvragen:
1. onderkenning: wat is er aan de hand?
2. verklaring: welke uitlokkende en onderhoudende factoren? (verleden)
3. predictie: hoe gaat probleem zich verder ontwikkelen? (toekomst)
4. indicatie: is behandeling nodig en zo ja, welke?
5. evaluatie: is probleem voldoende verholpen door behandeling?
→ routine-outcome monitoring
1
,2
, Heuristieken in klinisch-diagnostisch redeneren
Heuristieken en biases
● Heuristieken
= op ervaring gebaseerde verkorte beslisroutes die vaak maar niet altijd tot correcte uitkomst leiden
→ gebruikt indien info onzeker of onvolledig is in klinische praktijk
→ kan leiden tot biases (vertekeningen, oordeelsfouten, vooroordelen, …)
● Satisficen
= stoppen met zoeken naar informatie en met beslissingsproces als ze tevreden zijn met uitkomst
→ niet perse best haalbare oplossing
● Maximizen
= zorgen voor maximaal correcte beslissing
→ vaak onmogelijk in klinische setting
● Soorten heuristieken:
1. geheugenheuristieken
= beslisroutes die gebruik maken van wat je je herinnert
2. aandachtsheuristieken
= beslisroutes die gebruik maken van wat jouw aandacht trekt
Geheugenheuristieken
● Beschikbaarheidsheuristiek
= hoe makkelijker iets in geheugen beschikbaar is, hoe makkelijker je het meeneemt in je verdere
beslisssingsproces
→ validiteit is afhankelijk van hoe accuraat geheugen is
→ gevaar: geheugen is feilbaar en makkelijk beïnvloedbaar
→ bekendheid met en opvallendheid van zaken leidt tot overschatting van waarschijnlijkheid diagnose
→ grote invloed van media en recency-effect
● Simulatieheuristiek
= hoe makkelijker het simuleren gaat, hoe waarschijnlijker je die gebeurtenis vindt
→ bij toekomstige gebeurtenis of contra-feitelijke hypothetische vraagstelling is info niet feitelijk
beschikbaar en kan je antwoord niet uit geheugen halen
→ oplossing: gebeurtenis mentaal simuleren
● Verankering en aanpassingsheuristiek / anchoring- and adjustment heuristiek
= verschijnsel dat van een willekeurige beginwaarde te weinig wordt afgeweken in eindoordeel
→ problematisch als anker disproportioneel grote invloed heeft op oordeel ten koste van relevantere
info die pas later beschikbaar wordt
→ vooral in diagnostische fase als info moet worden gecombineerd
→ bv.: experiment met cliënt vs. sollicitant
● Positieve teststrategie / confirmation bias
= men staat niet open voor ongelijk hebben en men neigt ertoe eigen ideeën te bevestigen
3
, → tegengesteld aan falsifiëren
→ self-fulfilling prophecy = vinden wat je verwacht te zullen vinden
→ gevaar: overconfidence
Aandachtsheuristieken
● Representativiteitsheuristiek
= een moeilijke vraag vervangen door vraag in hoeverre iets lijkt op prototype of representatief
voorbeeld (patroonherkenning)
→ gevaar: klachten die niet passen in prototypische beeld van stoornis worden vaak ten onrechte als
niet ter zake doende afgedaan
→ illusoire correlaties
= correlaties die niet zijn aangetoond maar waarvan men zich goed kan voorstellen dat ze er zijn
● Prototypes
= laten leiden door voorbeelden die voor hen typische representaties zijn van een stoornis gebaseerd
op eerdere ervaring
→ clinici beslissen meer via eigen prototypes dan criteria van DSM
→ gevaar: elke clinici ontwikkelt eigen prototypes
Klinische intuïtie
● Klinische intuïtie
= ingeblikte kennis die is verkregen na uitgebreid en expliciet leren uit handboeken en de klinische
praktijk
→ correctheid afhankelijk van onderliggende kennis (geheugen)
→ enkel om tot diagnostische hypothesen te komen en die dan bewust toetsen
● Voordelen:
1. waarschuwing geven dat er iets onverwachts gebeurt
2. snel beslissen bij tijdsdruk
Beter oordelen en beslissen
● Systematisch werken:
wetenschappelijk onderzoek kennen en wetenschappelijke methoden hanteren
→ via empirische cyclus
→ nog geen statistische modellen beschikbaar voor veel situaties
→ vaak niet gedaan omdat het cliënten ontmenselijkt
● Logica: moeilijk want gebaseerd op abstracte regels die expliciet worden aangeleerd
→ kijken naar vorm en niet naar inhoud van redenering
→ fouten tegen logica:
1. inductie = afleiden van wetmatigheid uit aantal voorbeelden
2. abductie = terug redeneren vanuit conclusies naar premissen (redenering omkeren)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ifcdm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.